Zaterdag 19 juli 1997 Vliegen naar Denver
Dag |
Bestemming |
1 |
Vlucht Amsterdam - Denver, door naar Grand Lake |
2 |
Grand Lake: Rocky Mountains NP |
3 |
Rocky Mountains naar Fort Laremie |
4 |
Fort Laremie - Badlands
(Wind Cave NP en Mt. Rushmore) |
5 |
Badlands |
6 |
Badlands naar Cody
(via Devil's Tower) |
7 |
Cody naar Yellowstone |
8 |
Yellowstone: Mammoth springs |
9 |
Yellowstone: Geyser bassin |
10 |
Yellowstone (geysers) - Grand Teton |
11 |
Grand Teton (Jenny Lake trail) |
12 |
Grand Teton - Salt Lake city |
13 |
Salt Lake city naar Bryce canyon |
14 |
Bryce canyon (Trails) |
15 |
Bryce canyon naar Zion |
16 |
Zion (trails) |
17 |
Zion - Musical 'Utah' - Las Vegas |
18 |
Las Vegas |
19 |
Las Vegas (Death Valley) |
20 |
Las Vegas naar Grand Canyon |
21 |
Grand Canyon (West rim drive) |
22 |
Grand Canyon (Bright Angel trail) |
23 |
Grand Canyon: Naar de North Rim |
24 |
Grand canyon North Rim naar Monument Valley |
25 |
Monument Valley (Valley of the Gods) |
26 |
Mesa Verde |
27 |
Mesa Verde (Cliff Palace) naar Moab |
28 |
Moab: Canyonlands (Dead horse point) |
29 |
Moab: Arches NP |
30 |
Arches NP (Delicate Arch) |
31 |
Moab: Canyonlands (The Needles) |
32 |
Moab naar Winterpark |
33 |
Grand Lake |
34 |
Grand Lake: Rocky Mountains NP |
35 |
Naar huis |
|
Thuiskomst |
Na een periode vol stress begint vandaag de vakantie, waar we zo lang naar hebben uitgekeken. Heerlijk vijf weken samen met Ien de parken van Mid-West Amerika bekijken. Eerst de Rocky Mountains en Yellowstone. Hierna de bekende canyonparken, zoals Bryce, Zion, Arches en natuurlijk de Grand canyon. Het zal wel een hete onderneming worden. In de zomer is het niet zelden meer dan 35 ºC.
We worden door Ab en Ans om half acht bij de trein naar Schiphol afgezet. Ze leven altijd erg met ons mee. Erg leuk dat we in Nederland door de hele familie op de voet worden gevolgd. In de trein komt Ien in gesprek met een alleen reizende vrouw. Ze gaat voor de 7e keer naar Turkije. Ze is helemaal weg van het land en zijn mensen.
We vliegen met Delta Airlines. Alle Amerikaanse maatschappijen hebben extreem scherpe veiligheidsmaatregelen getroffen. De marechaussee houdt met mitrailleurs de wacht en de bagage wordt vooraf door een röntgenapparaat gehaald. Door een strenge official worden we ondervraagd. Hoe hebben we gepakt, is de kamera pas nog gerepareerd (waardoor mensen er drugs in konden stoppen), hebben we geen pakjes bij ons, lijken de pasfoto's wel op ons, hebben we de bagage niet even onbewaakt achter gelaten, waar hebben we geboekt, zijn we onlangs nog in het Midden Oosten geweest. Pas na een paar vragen kijkt hij ons niet meer zo streng aan en blijkt er achter dat grimmige masker een aardige man schuil te gaan.
We hebben bijna een uur vertraging en zijn bang voor onze aansluiting. De piloot schakelt echter een tandje bij, zodat we onze achterstand helemaal in lopen.
We zitten helemaal achterin. Wel rustig, maar als de stewardessen bij het eten brengen bij ons aankomen zijn of de messen op, of kunnen we niet meer kiezen welk menu we wensen. Maar voor de rest zitten we hier heerlijk.
De tweede film starten ze te laat, zodat we bij aankomst in Atlanta de clou van de film missen. Het is 8½ uur vliegen naar Atlanta.
In Atlanta moeten we overstappen naar Denver. In elke bananenrepubliek wordt de grote bagage doorgelabeld naar de eindbestemming. Niet in Amerika. We moeten de bagage ophalen en opnieuw bij Delta inchecken. Wat primitief! We knijpen hem wel of we de aansluiting halen. We staan bij de douane helemaal achter aan in de rij. De douane trekt voor iedereen ruim tijd uit, zodat de anderhalf uur overstaptijd al snel gereduceerd is tot de helft. Door creatief 'rij-hoppen' weten we ons naar voren te dringen en halen we de aansluiting.
Op het vliegveld van Atlanta zijn de sporen van de laatste Olympische spelen nog te zien op pilaren en posters. Het vervoer tussen de verschillende terminals gaat met een metro zonder bestuurder. Een computerstem vertelt op welk station we zijn en wanneer je niet meer mag instappen. Het lijkt Disney wel.
De vlucht naar Denver is vertraagd. De catering laat op zich wachten. Als we uiteindelijk de 3 uur naar Denver aanvangen blijkt er een onweersstorm boven Denver uitgebroken te zijn. Boven Denver cirkelen we een half uur rondjes, maar als het weer niet verbetert wijken we uit naar het vliegveld van Colorado Springs. Vlak voor we hier de landing inzetten komt het nieuws dat Denver weer te bereiken is en keren we om. Met slechts een uur vertraging landen we in het kletsnatte Denver. De vakantie kan beginnen!
Ook Denver is een moderne luchthaven met onbemande metro. Bij het autoverhuurbedrijf Alamo blijken we een auto te hebben zonder bagagebak. Voor ƒ6,- per dag nemen we een iets grotere auto. Een dilemma is telkens weer de verzekering die je moet nemen. Een ongeluk in Amerika kan je financieel ruïneren. De normale verzekering dekt maar tot $15.000. Een aanvullende verzekering kost ƒ25 per dag. Voor ons dus ƒ850 extra. Ook het recht voor Ien om ook af en toe te mogen rijden kost ƒ350. Uiteindelijk besluiten we toch maar de verzekering te nemen. Samen met 10% belasting, de upgrade en ƒ350 airport tax zijn we ƒ1600,- extra kwijt, bovenop de ƒ1700 die we al betaald hadden. Ien laten we maar illegaal rijden. Alleen bij die idiote Alamo moet voor een tweede bestuurder worden betaald. Ze hebben liever dat de bestuurder door oververmoeidheid de auto in de prak rijdt. Ien rijdt gelukkig erg goed en het is niet waarschijnlijk dat ze brokken maakt. Desnoods kruip ik snel achter het stuur als ze die ene lantaarnpaal weet te vinden.
Met een busje worden we naar de auto gebracht. Het is een nieuwe Toyota Corolla. Er staat pas 500 mijl op de teller.
In de regen rijden we over highway 70 via Denver naar de Rocky Mountains. In Denver zien we de resten van het noodweer. Het heeft flink gesneeuwd, terwijl het 's ochtends nog 30 ºC was!! De sneeuw smelt nu snel, maar ligt soms nog als een vieze brij op de weg. Ik ben behoorlijk moe en de drie uur naar Grand Lake is behoorlijk afzien. Tot mijn verrassing is het al om half negen donker. We dachten dat het hier tot na tienen Europees zou schemeren. De laatste anderhalf uur door de bergen moet ik dus in het pikkedonker afleggen. We hebben niet in de gaten dat we flink stijgen. Grand Lake blijkt op 8.300 foot te liggen, ongeveer 2.500 meter.
We hebben 2 nachten in de Bighorn lodge geboekt. Als we aankomen gaat de eigenaar net naar bed. Hij had de sleutel in een enveloppe, met onze naam er op, op de deur geplakt. Nadat we de spullen naar boven hebben gesjouwd (we hebben 2 rugzakken en een grote tas) ploffen we op bed en zijn meteen onder zeil. Voor ons is het door het tijdsverschil van 8 uur inmiddels 6 uur 's ochtends.
Zondag 20 juli Rocky Mountains NP
Ik ben al vroeg wakker. Als het buiten stralend weer blijkt te zijn kleed ik me stilletjes aan en ga het dorp verkennen. De indringende geur van de dennen snuif ik met volle teugen op. In Grand Lake wonen maar 350 mensen, maar in het hoogseizoen is er een veelvoud aan toeristen. Ik kom alleen maar volle hotels tegen. Goed dat we geboekt hebben.
Na de ochtendwandeling stort ik weer naast Ien in bed. We doen het vandaag rustig aan. Saampjes lopen we wat door het dorp. Ien is er helemaal weg van. Het ene toeristenwinkeltje uit, de andere weer in. In een zaak die te vergelijken is met Bever sport, kopen we korte broeken en shirts. Dezelfde merken (ook schoenen), maar dan voor een kwart van de prijs. Ik probeer verborgen te houden dat er om 13 uur een parade in het dorp is, maar iemand verklapt het zodat ik het bezoek aan de Rocky Mountains nog even uit moet stellen. De parade blijkt een flop. Een stel debielen die het leuk vinden met hun lama of schoothondje te paraderen.
Om 2 uur zijn we in het Rocky Mountain NP. We zijn nog maar koud binnen, of ik rij bijna tegen een overstekende elk (soort edelhert) aan. Dat beloofd veel! We lopen een korte trail. De vermoeidheid en vervelend stekende muggen dwingen ons al na een uurtje terug te gaan. We krijgen een tip van twee moddervette Amerikanen. Een mijl verderop zou een grote eland vlak langs de kant van de weg in een 'meadow', een moerasachtig grasland, zitten. We zoeken ons een ongeluk, maar de eland is gevlogen.
We rijden nog een stuk de 'Trail Ridge Road' af. Deze weg was vroeger de enige route om van het oosten over de Rocky Mountains het westen te bereiken. De weg gaat vanaf Grand Lake eerst door dichte naaldbossen en stukken moerassige graslanden. Vervolgens klim je naar 3.600 meter en blijf of deze hoogte tot je aan de andere kant van de Rockies bent. Je hebt schitterende uitzichten. De bergen zijn nog gedeeltelijk met sneeuw bedekt. Ien en ik lopen naar zo'n sneeuwveldje toe en beginnen in korte broek een sneeuwballengevecht.
We zien tegen de avond nog 2 elks, maar voor de rest valt de oogst tegen. De grasvelden, die vaak het toneel zijn van grote elk kuddes, blijven voor ons leeg. Wel zien we veel grappige 'Amerikaanse' eekhoorntjes met hun typische strepen.
Terug in Grand Lake ga ik nog even alleen op stap. Ik probeer tevergeefs de weg om het meer te vinden en kom uit bij een tunnel. Deze tunnel gaat helemaal onder de Rocky Mountains door naar de andere kant (Estes Park), maar vervoert helaas geen auto's, maar water. Een autotunnel zou wel een uitkomst zijn. Lokale Amerikanen scheuren door het park omdat dit voor hun de kortste weg is naar de andere kant van de Rockies.
's Avonds eten we in het luxe Grand Lake hotel. Vanaf een berg kijk je vanaf je tafel uit over het meer. Erg mooi en gezellig, maar het eten is duur en niet te vreten. Een wijntje 8 gulden en 35 gulden voor een zwartgeblakerd stuk vlees.
We merken wel dat we in Amerika zijn. Amerikanen zijn een vriendelijk en hartelijk volk. Dat lijkt althans zo. Het ene moment kletsen ze gezellig met je en lijken ze één en al belangstelling. Het blijkt alleen maar uiterlijk vertoon. Een seconde later zijn ze je al vergeten. Die informele benadering is wel heel grappig. Zelfs bij de douane wordt je begroet met ‘Hi’, ‘How you’re doing’ of ‘Hi guys’. Alles moet in Amerika groot zijn. Naast grote auto’s bezitten ze ook de grootst mogelijke videocamera’s. “Hoezo reisformaat? Ze zullen zien dat ik de grootste heb.”. Ook de campers zijn twee keer zo groot als in Europa. Stacaravans op wielen. Het liefst met de personenauto als aanhanger er achter om boodschappen te doen.
Haast nergens mag je nog roken. Alle vluchten zijn rookvrij. Ook in restaurants, op hotelkamers en in alle openbare gebouwen mag niet worden gerookt. Huisdieren zijn ook uit de gratie. In parken mogen ze niet komen. Zelfs niet aangelijnd. Hondenpoep op straat komt je te staan op een stevige boete. Een papiertje uit de auto gooien komt je ook op $1000 boete te staan. Om de weinige rommel langs de kant van de weg op te ruimen kunnen personen of organisaties een stuk weg ‘adopteren’. Ze zorgen er voor dat alle rommel wordt opgeruimd. Vrachtwagens worden bij speciale weegstations gecontroleerd op overgewicht.
Maandag 21 juli Rocky Mountains naar Fort Laramie
We willen bij de eerste zonnestralen in het Rocky Mountain NP zijn. Het wordt echter wat later (6:15) omdat het verrassend vroeg licht wordt. Als we hier over 5 weken terug komen proberen we al om 5 uur te starten.
We schrikken ons rot als we bemerken dat de auto geen kentekenplaten heeft. Plotseling gaat me een lichtje branden. Ik zoek in de prullenbak een vodje papier, dat achter in de auto lag. Hierop staat het kenteken geschreven. De auto is nog zo nieuw dat de registratie nog niet rond is. In de USA mag je dan rijden met een tijdelijk kentekenbewijs, maar moet je het kenteken en de vervaldatum links achter de achterruit op een onduidelijk formulier tonen. We kunnen dus gelukkig verder.
Het is nog lekker rustig als we het park in rijden. Al snel komen we vier overstekende elken tegen. Onze vreugde wordt wreed verstoord als een Amerikaan met volle vaart een poging doet de dieren plat te rijden.
We hebben bij het bezoekerscentrum gehoord dat een trail vandaag pas wordt opengesteld. Deze was gesloten omdat deze door het leefgebied van de broedende bighorns gaat.
Het broedseizoen is net afgesloten, zodat wij dit jaar de eer hebben als eersten deze trail te lopen. Het is een steile klim, waarbij we regelmatig een ijsbergje passeren. Overal zijn voersporen en uitwerpselen van bighorns, maar de dieren zelf laten zich niet zien. Je moet net mazzel hebben de kudde van ca. 50 dieren tegen te komen.
Na ruim een uur klimmen komen we bij de boomgrens. Over de toendra klimmen we nog een stukje verder. In de verte zien we 2 groepjes elken, maar geen bighorn schapen.
Ik klim tot het einde van de trail. Deze eindigt bij een schitterend uitzichtpunt. Je staat boven een diep ravijn en hebt uitzicht over de besneeuwde bergen. Het is hier ruim 3000 meter hoog.
Met de auto rijden we naar het op 3600 meter gelegen bezoekerscentrum. Het ligt schitterend tussen de gedeeltelijk besneeuwde bergen. Vanaf de rim zien we beneden twee grote groepen elken en een groep herten (mule deer). De ene groep elken (ca. 15 stuks) is vlak bij een weg. Aan een ranger vraag ik hoe je daar kunt komen. Het blijkt dat je er met de auto alleen kunt komen via een grote omweg van 2 uur. We besluiten ondanks de hoogte naar beneden te lopen.
Als we bij de kudde aankomen hebben ze zich net verplaatst naar een sneeuwveld. Een waanzinnig mooi gezicht. We kunnen heel dichtbij komen en maken unieke opnames. Tot nu toe hebben we alleen maar vrouwtjes gezien, maar deze groep bevat ook een vijftal volwassen mannetjes met volgroeide geweien.
Na een tijdje zet de kudde zich in beweging. Ze komen onze kant op (!!) en steken vlak voor ons de weg over. Over een tweede ijsvlakte trekken ze achter elkaar verder. Zo iets moois ben ik nog maar zelden tegen gekomen.
Helemaal voldaan klimmen we weer naar boven. Onderweg zien we nog een grote marmot lekker in de zon bakken.
Aan de andere kant van de vallei zoekt nu ook de andere groep elken verkoeling in de sneeuw. Het is een grote groep van ongeveer 50 stuks. Indrukwekkend.
In het centrum verwerken we zittend in een panoramabar de indrukken met een vette Amerikaanse hap.
Als we verder willen blijkt het een drukte van jewelste te zijn. Grote files om een plekje op de parkeerplaats te bemachtigen. Er komen hier jaarlijks 3 miljoen bezoekers, waarvan de meesten rond deze tijd van het jaar hier zijn.
Ook bij de volgende uitzichtpunten is het vaak moeilijk een parkeerplekje te vinden. We zijn nu duidelijk in het drukkere deel van het park aangekomen. We beseffen nu dat het een goede beslissing was om te overnachten in Grand Lake en niet in Estes Park, aan de andere kant van het park. Bij één van de uitzichtpunten zien we een marmot, een notenkrakervogel en in de verte een groep elken.
We stoppen ook bij een plaats die door bevers is afgedamd. We kunnen goed de dammen zien en het effect op de loop van de rivier. De bevers zijn al lang weer verder getrokken. Ze blijven gemiddeld maar 2 jaar op dezelfde plaats. Dan is het voedsel op en zoeken ze een nieuwe plaats. Ik vraag aan een ranger waar ze nu zitten. Hij weet het niet precies. Ze zijn hier net weg. Op twee plaatsen zijn sporen van bevers aangetroffen (omgebeten bomen), maar is nog geen bouwactiviteit waargenomen.
Via ‘Bighorn Crossing’, een plaats waar regelmatig bighorns de weg over steken, rijden we het park uit. We moeten eerst een stukje door het luxe Estes Park, waarna we langs een mooie rivier naar Loveland rijden. Hier doen we de eerste kaarten op de post en rijden we de Interstate (rijksweg) op. Kilometers maken door oneindig prairielandschap. Even mooi, maar al snel vreselijk saai. Veel dode wasberen en een stinkdier langs de kant van de weg.
Tegen de avond bereiken we na 4,5 uur Fort Laramie. In het motel hebben we de laatste kamer. Het is bloedheet. Vlak voor sluitingstijd vallen we het enige 'restaurant' binnen. We kunnen kiezen uit 6 soorten hamburgers. Na de vette hap pikken we nog even een mooie zonsondergang mee, waarna we de lokroep van ons bed niet kunnen weerstaan.
Dinsdag 22 juli Fort Laramie naar Badlands
Fort Laramie gaat pas om 8 uur open. Een late start dus, gezien het drukke programma.
Aanvankelijk was het fort een grote tegenvaller. Je verwacht in ieder geval iets met een muur of houten wal er omheen. Die wal is er in het begin ook wel geweest, maar in zijn 50 jarig bestaan is er veel veranderd. Aanvankelijk was het fort een goed beveiligd vooruitgeschoven post in het westen. Later, nadat alle indianen om zeep waren gebracht, was het een tussenstop voor reizigers naar het westen. Het heeft dienst gedaan van 1840 tot 1890. Hierna is het bijna met de grond gelijk gemaakt door pioniers, die de bouwmaterialen wel konden gebruiken. Pas veel later is het gedeeltelijk herbouwd en als museum opengesteld. In zijn beginjaren was het fort het meest westelijke 'beschavingspunt’. Het diende als bruggenhoofd voor de verovering van het westen. Talloze verdragen zijn hier met de indianen afgesloten. Slechts weinigen zijn nageleefd. Het meest berucht is het verdrag met de Sou. Afgesproken was dat de heilige Black Hill indianengebied was en de blanken daar niet zouden komen. Eigenwijze trappers (jagers) trokken toch dit gebied in en vonden er goud. Weg verdrag. Alle indianen, vrouwen en kinderen incluis, werden bij Wounded Knee afgeslacht en de Black Hills konden zonder problemen bestormd worden door de goudzoekers. Alles onder protectie van de legers van Fort Laramie.
Het gerenoveerde fort is leuk om te zien. De barakken, het officiershuis en nog wat ingerichte huizen geven een aardig beeld hoe het fort er in zijn nadagen uit gezien moet hebben.
Net buiten het fort ligt een oude brug over de Platte rivier. Dit was de poort naar het noorden. Vertrekpunt van de beruchte Bozeman trail naar de Black Hills.
Onder de moderne brug hebben zwaluwen van klei hun nesten gemaakt. Het is een drukte van jewelste.
Veel te laat gaan we op weg naar South-Dakota. Weer een eindeloze prairie tot we in South-Dakota het Wind Cave park binnen rijden. Wind Cave is voornamelijk bekend om zijn grotten, maar het landschap mag er ook wezen. We zien de eerste prairiedogs. Grappige diertjes, die in een ondergrondse 'stad' wonen. Vlak bij elkaar hebben ze hun holen. Op hun achterpoten staand kijken ze uit of er geen gevaar dreigt. Via korte schreeuwtjes, waarbij ze soms in de lucht springen, brengen ze hun bevindingen over aan soortgenoten. De één kijkt uit naar roofvogels, terwijl de ander de horizon afspeurt naar coyotes. Aan mensen zijn ze wel gewend en we kunnen ze dan ook tot dichtbij benaderen.
We zien ook hier geen bizons, maar wel een aantal proghorn herten. In het bezoekerscentrum proberen we de lodge in de Badlands te bellen om te checken of onze reservering al dan niet is doorgekomen. Ondanks vele pogingen, ook met behulp van mensen van het bezoekerscentrum, krijgen we net als in Nederland geen contact. We wilden eigenlijk in deze buurt blijven vannacht, maar rijden nu maar voor de zekerheid naar de Badlands. Dit is nog 4 uur rijden, zodat we er pas na donker aan zullen komen.
We rijden eerst nog via een met zonnebloemen omzoomde weg naar Mount Rushmore. Hier zijn de koppen van Roosevelt, Washington, Lincoln en Jefferson uit een berg gehouwen. De koppen zijn ongeveer 150 meter groot. Het is er bijzonder druk en moeten we ons voor het eerst tussen de toeristen door werken.
We moeten ons haasten om niet al te laat bij de Badlands aan te komen. Als we onder een tunnel door rijden zien we in het bos boven de tunnel herten de weg over steken. Een waanzinnig gezicht.
Via de I90 rijden we in noodvaart naar de Badlands. Even voor donker zijn we er. De Cedar Pass lodge blijkt inderdaad onze reservering niet ontvangen te hebben. Begin dit jaar hadden ze problemen met de telefoon, maar waarom we vanmiddag geen contact konden krijgen wist sloomie van de receptie ook niet. De lodge is vol. We balen, want we hadden liever meer tijd in Wind Cave besteed en daar in de buurt overnacht. Gelukkig kunnen we voor $43 beslag leggen op de laatste kamer van de Badlands Inn, net buiten het park.
Woensdag 23 juli Badlands

Na een zelf gemaakt boterhammetje met aardbeien gaan we pas om 8:30 op pad. Als de zon schijnt is het bloedheet. (35 ºC). Het is gelukkig regelmatig bewolkt en dan is het in combinatie met een lekker windje zelfs aangenaam buiten.
De Badlands zijn grillig gevormde heuvels van klei. Deze zijn door werking van de aarde naar boven gestuwd, waardoor je diverse aardlagen kunt zien. Deze lagen zijn afwisselend wit en rood. Heel apart.
We doen eerst de kleine Cliff Shell trail. Het is een rondje over planken. Leuk voor een eerste indruk. Hierna de Window trail naar een mooi uitzichtpunt.
De mooiste trail is de Notch trail. Deze gaat langs diepe afgronden. Je moet zelfs via een touwladder omhoog. Ien heeft een stoere dag en overwint alle 'enge plekjes' moeiteloos. Ik ben ontzettend trots op haar. We zitten nu midden in de kleurrijke, grillige Badlands.
Tenslotte lopen we de Door trail. Deze gaat door een soort maanlandschap. Weinig klimmen, maar wel langs grillige formaties. De Badlands hebben ons hart gestolen.
Na al dat lopen hebben we wel een biertje verdiend. In het bezoekerscentrum kopen we twee boeken. Over de dieren en vogels van Noord-Amerika. Het vogelboek bevestigt onze eerste indruk: Amerika heeft veel kleurloze vogels. Alles is grijs.
Na het biertje stappen we in de auto en rijden we de Badlands loop. Dit de weg door het park met 11 uitzichtpunten. Het is erg warm en als het even kon bekeken we het uitzichtpunt vanuit de airconditioned auto. Aan het eind van de weg nemen we een stukje de onverharde Sage Creek weg. Aan deze weg ligt een grote ‘stad’ van prairiedogs. Ien is verliefd op deze diertjes en we trotseren de koperen ploert ruim een uur om deze grappige diertjes van nabij te observeren.
Na een tukje in het motel gaan we op stap om de zonsondergang te bekijken. Er steekt echter een onweersstorm op. Geen vuurrode zonsondergang, maar knallende donderslagen en fantastisch mooie lichtflitsen.
Donderdag 24 juli Badlands naar Cody
Het heeft flink geregend vannacht. De kleuren van de Badlands zijn door de regen veel intenser. Vooral de rode aardlagen tussen de witte lagen zijn een stuk feller. We kunnen ons maar gedeeltelijk bedwingen om niet weer een rolletje vol te schieten. Via de Badlandsloop, de weg die door de Badlands loopt, rijden we naar de Pinnacles ingang. Vlak hiervoor slaan we af naar een onverharde weg. Deze weg voert ons 30 km over de rim van Sage Creek, een uitloper van de Badlands. We stoppen nog even bij de prairiedogstad. Ien gaat weer uit haar bol. Leden van een typisch Amerikaanse familie, "Ik ben niet dik, ik ben een varken", voeren met hun dikke worstvingers chips aan de prairiedogs. Ien is witheet.
Via een mooie route rijden we South-Dakota uit en maken terug in Wyoming om half één een tussenstop bij Devils Tower. Devils Tower is een granieten rots, die als een Griekse pilaar 300 meter de lucht in rijst. Het is een indrukwekkende rots met steile wanden. Een uitdaging voor klimmers. We zien er een paar die bezig zijn met de beklimming. Er is een korte wandeling uitgezet van 2 km om de rots. Ondanks de hitte een lekkere onderbreking van de rijdag. Je loopt door een heerlijk bos, dat gelukkig wat schaduw brengt. Ook bij Devils Tower is een grote groep prairiehonden en ook hier probeert familie Doorsnee de beestjes met patat aan een vroegtijdig einde te helpen.
Pas om drie uur verlaten we Devils Tower. Het is twee uur rijden over de snelweg naar Buffalo. Hier zouden we volgens plan overnachten. We voelen ons fit en besluiten nog een paar uur door te rijden naar Cody, vlak buiten Yellowstone. We kiezen de iets langere, maar ongelofelijk mooie route via het Bighorn National Forest. Vooral het stuk door de diepe canyon maakt indruk. Ook gaan hele stukken door dichte naaldwouden. Je merkt dat je in de buurt van Canada zit. We zien een groep 'mule deers'. Dit zijn herten waarvan de grote oren op die van een ezel lijken. Ook zien we een grote marmot ons vanaf een steen aankijken en tot tweemaal toe een kudde proghorns.
Om 9 uur rijden we Cody binnen. Vandaag hebben we ruim 800 km gereden. We zijn te laat voor de dagelijkse rodeo van half negen, maar daar zitten we niet mee. Cody is een puur toeristenplaatsje. De naam komt van Buffalo Bill Cody. Deze bekende showman komt uit deze plaats en sinds zijn grote successen staat alles hier in het teken van hem. Gezien de drukte is het een goudmijntje.
Nadat we onze intrek hebben genomen in een mooi motelletje eten we ons meer dan rond bij de Pizza hut. Onderweg kirt Ien bij het zien van alle toeristenwinkels. We zijn hier morgen niet snel vertrokken, ben ik bang.
Vrijdag 25 juli Cody naar Yellowstone
We laten de wekker voor wat het is en doen lekker rustig aan. Op de kamer ontbijten en een uurtje brieven schrijven naar huis. Om 10 uur gaan we Cody in. Ien gaat een uurtje winkeltje afstropen, terwijl ik in de auto het dagboek bij werk.
Nadat we de post hebben verstuurd rijden we naar het Yellowstone park. Het is een mooie weg en een aardig voorproefje van wat ons te wachten staat. Aan de rand van Yellowstone ligt Shoshone National Forest. Een schitterend bos. Als we even de weg af gaan om bij een lodge te tanken zitten we meteen midden in het bos. De eigenaar van de schitterende lodge vertelt dat hier regelmatig elanden, elken en eenmaal zelfs een grizzly over het terrein wandelen.
We stoppen ook bij een beerinformatie huisje. Dat hadden we beter niet kunnen doen. Je wordt behoorlijk de stuipen op het lijf gejaagd van wat je allemaal niet kan gebeuren als je een grizzly tegen komt. Ien is helemaal in paniek.
Ze zijn op irritant vel plaatsen bezig met wegwerkzaamheden. Heb je net een kwartier bij de ene stil gestaan, kom je een paar kilometer de volgende al weer tegen. We lopen zo een behoorlijke vertraging op.
Op onze Golden Eagle pas, een overall pas die we gisteren hebben gekocht, kunnen we zonder betalen Yellowstone in.
We zijn nog maar net binnen of het begint ongelofelijk te hagelen. Ien kan de auto ternauwernood aan de kant van de weg parkeren. Ze zag geen steek meer. Waarschijnlijk door de overgang van heet naar koud en weer heet is de voorruit gebarsten. Ik vermoed dat het een fabrieksfout is. De plek waar de barst begon is al door een stift van Alamo gemarkeerd. We hebben de markering wel gezien, maar een kleine barst in de ruit is ons niet opgevallen. De barst groeit elke dag wel een beetje. We hebben geen zin in tijdverlies en doen geen moeite de auto om te ruilen.
Als de bui voorbij is rijden we via de Hayden Valley naar onze lodge. De Hayden Valley staat bekend om zijn goede wildlife. Er zijn grote vlaktes, waardoor je een groot uitzicht hebt. Eerst stoppen we bij de historische 'Fishing Bridge'. Hier stonden vroeger de vissers zij aan zij de forel op te halen, die net hun vermoeiende reis over talloze watervallen naar hun geboortegrond, Yellowstone Lake, hadden afgelegd. Pas toen de forellen bijna waren verdwenen is deze brug verboden gebied voor vissers geworden. Het duurde vele jaren voor de forellen zich hadden hersteld. Ze zijn nu weer in grote getale aanwezig. Het gaat zo goed, dat er zelfs op bepaalde plaatsen weer gevist mag worden. Ook de mooie witte pelikanen zijn terug van weg geweest. Dit geldt ook voor de bald eagle en de osprey, twee vogels die van vis leven. Vanaf de 'Fishing Bridge' zien we grote forellen zwemmen.
Een stukje stroomopwaarts zijn de 'Le Hardy rapids'. Hier kon je tot twee weken terug de forellen massaal tegen de stroomversnellingen op zien springen. Alleen een paar zwakke exemplaren zijn nog niet op hun eindbestemming. Je ziet ze moedeloos in rustiger water wachten op betere tijden. Af en toe zien we er één een sprongetje maken, maar de kracht is er uit. Uitgeput vallen ze terug.
Iets verderop zien we onze eerste bizon tussen de bomen lopen. Enthousiast rennen we er achter aan. Een stukje verderop steekt hij het water over. Schitterend om te zien. We denken iets unieks gezien te hebben. Vanaf de Badlands hebben we tevergeefs de horizon afgespeurd op zoek naar bizons.
Een stukje verderop zien we in het grasland een enorme kudde bizons. Zeker meer dan 50 stuks. Naast grote mannetjes zijn er ook kleine exemplaren. We staan al een kwartiertje te kijken als de kudde zich in beweging zet en langzaam op ons af komt. Rustig lopen ze tussen de auto's door naar de andere kant van de weg.
Vlak voor de loge zien we tussen de bloemen op een heuvel vier grote mannetjes elken. De grootste heeft een enorm gewei. We beklimmen de heuvel en kunnen tot heel dicht bij de elken komen. Ze blijven gewoon in het gras liggen.
Het huisje in Canyon village ziet er van buiten vreselijk ongezellig uit. Het lijken wel barakken van donker bruine boomstammen. Van binnen valt het wel mee. Eenvoudig, maar schoon.
's Avonds maken we een gamedrive. We vergissen ons in de afstand en merken halverwege de rit naar de Lamar Valley in het noorden dat het net even te ver weg is. De weg gaat via een pas, waar in 1988 de grote brand vreselijk heeft huis gehouden. De verbrande bomen staan kilometers om ons heen, terwijl er nog maar weinig lage begroeiing de ramp weet te camoufleren.
Later zullen we zien dat op andere plaatsen het herstel zich al heeft ingezet. In die delen groeit een soort boom, waarvan de dennenappels alleen open springen bij extreem hoge temperatuur. De brand heeft hier dus het bos verjongd. Op andere plaatsen groeien andere bomen, die niet afhankelijk zijn van brand en waarvan de vruchten dus ook verbrand zijn.
Na de mislukte gamedrive eten we in het ongezellige, maar dure familierestaurant van de lodge. Het eten was ook verschrikkelijk.
Om elf uur liggen we in ons bed. Ien vindt een kuil in bed verschrikkelijk, maar ik heb juist bij de boeking gevraagd om zo'n afgetrapt bed.
Zaterdag 26 juli Yellowstone: Mammoth Springs

Ien is versleten van al dat vroege opstaan, zodat ik om kwart voor vijf alleen op stap ga. Het is vreselijk mistig en je ziet geen hand voor ogen. Ik rij de Hayden Valley in. In de mist zie ik alleen een hert voor de auto weg springen. In de mistflarden ontdekte een andere speurder twee elanden. Als ik enthousiast mee tuur, blijken het 'maar' twee elken te zijn.
Op de terugweg kom ik nog een coyote langs de kant van de weg tegen. Toch nog iets dat het vroege opstaan rechtvaardigt.
Om 7 uur haal ik Ien op. We willen de noordelijke Lamar Valley bekijken. De mist is inmiddels opgetrokken. Op internet heb ik informatie over het wildleven verzameld. In de Lamar Valley leven diverse wolvengroepen. Ook grizzly beren worden er regelmatig waargenomen. Het is al bij negenen als we in de vallei aankomen. Veel te laat om nog achter groot wild aan te gaan. We spreken een stel dat hier regelmatig komt. Ze hebben vooral interesse in vogels en wijzen ons aan de overkant een stipje, dat een bald eagle blijkt te zijn. Ze zeggen dat de vallei nu te warm is voor wolven en beren. Ze leven nu hoger in de bergen. Ze zijn de elken achterna. Mei en juni zijn de beste maanden voor het grootste wild. Vorige maand hadden ze op dezelfde plaats nog wolven en grizzly beren gezien. Ik geloof ze, maar heb ook via internet rapporten gelezen uit augustus vorig jaar waarin waarnemingen van zowel wolven als beren worden gemeld. In ieder geval zijn we te laat en is de afstand te ver van de lodge om hier om vijf uur 's morgens te zijn.
In de Lamar Valley zien we wel op grote afstand een paar herten (mule deer) en bizons. Hoogtepunt was de coyote, die plotseling op duikt als we langs de kant van de weg de grasvlakte afspeuren.
Nu we toch in het noorden zijn besluiten we naar Mammoth Springs door te rijden. Hier heb je kalkterrassen, die door kalkhoudend opborrelend water worden gevormd. Het lijkt erg op Pamukkele in Turkije. De kalkberg heeft schitterende kleuren. Zalmrose, spierwit en verschillende kleuren bruin. Alleen waar er nog heet water naar boven borrelt is het mooi. Grote delen zijn opgedroogd en brokkelen langzaam af. Het moet volgens het handboek nog niet zo lang geleden een veel groter spektakel zijn geweest dan nu. Desondanks genieten we van dit natuurwonder. We lopen een rondje langs alle mooie punten. Ien schiet verschillende rolletjes vol.
We vervolgen de noordloop en komen bij de Norris geysers. Het is het minst bekende geyser bassin. Leuk om mee te beginnen. Ik dacht dat er één geyser zou zijn. Mooi niet. Het is een heel gebied vol geysers en poeltjes. Sommige poelen bubbelen, anderen spuiten heet water terwijl weer anderen een onheilspellend onderaards gerommel laten horen. Er zijn een aantal trail uitgezet. Om de kwetsbare bodem niet te beschadigen gaan de trails zoveel mogelijk over houten looppaden. Elke plek is weer anders.
Als we in alle rust van al dit schoons genieten begint ineens de 'Steamboat Geyser' te spuiten. We snellen er naar toe. Om de geyser zijn kleine tribunes gebouwd, waar een hele mensenmassa op de uitbarsting stond te wachten. Afhankelijk van de duur van de uitbarsting kan zeer nauwkeurig de volgende uitbarsting worden berekend. Deze geyser blijkt om het half uur uit te barsten. Het is een kleintje met zijn 10 meter. Voor ons is het de eerste en dus een enorme uitbarsting. Als we over het terrein lopen zien we om ons heen constant uitbarstingen. Soms een paar seconden, soms meer dan een half uur. Als het spuiten voorbij is, trekt het water zich terug en wordt het diep onder de grond verhit voor de volgende uitbarsting.
We zijn diep onder de indruk van al dit geysergeweld en kijken reikhalzend uit naar morgen, wanneer we het 'echte' werk gaan bekijken.
We zijn vandaag behoorlijk verbrand. Vergeten te smeren en dat merk je hier meteen.
Het is nog een klein stukje van Norris naar de lodge. Onderweg komen we nog een paar elken tegen. Ook hiervan kunnen we geen genoeg krijgen. We zijn niet de enigen. Telkens als er wat te zien is zie je een opeenhoping van auto's langs de kant van de weg.
We zijn rond half vijf terug in de lodge. Één van de vervelendste klusjes staat op het programma. De was. Vroeger stond je uren te soppen en hingen de waslijnen soms dagen in je kamer. Hier hebben ze gelukkig wasmachines en drogers. Een stuk sneller, maar toch zonde van de tijd.
Om 6 uur zijn we klaar en gaan we weer op zoek naar beestjes. We willen beren en elanden zien. We patrouilleren over de weg door de Hayden Valley. We zien weer grote kuddes bizons en een grote groep elken. Bij het meer weer veel pelikanen en een bald eagle. Een bald eagle is een grote visarend. Bruin met grote witte kop. Het nationale symbool van Amerika. Wegens gebrek aan succes bekijken we de 'Mud Vulcano' (modder vulkaan) halverwege de vallei. Een sputterende en stinkende poel. Aan de andere kant van de weg liggen nog meer kleurrijke en rokende, maar vreselijk stinkende poeltjes.
Als we tegen donker terug rijden zien we bij de 'Otter Creek' mensen de meadows in turen. We vragen wat ze zien. Gryzzly beren in de verte!! Een man probeert uit te leggen waar ze zijn, maar het is helaas al te donker om ze nog te zien. Tijd om verschrikkelijk te balen krijgen we niet, want uit het niets komt er plotseling een coyote bij de parkeerplaats poolshoogte nemen.
In de lodge nemen we nog een biertje op de meer dan geslaagde dag.
Zondag 27 juni Yellowstone: De geysers
Voor we naar het geysergebied vertrekken gaan we om kwart voor zes eerst nog op zoek naar wild. We hebben gehoord dat er ergens in de Hayden Valley het karkas van een elk moet liggen. Hier zijn een groot aantal grizzly beren op af gekomen, die zich vooral in de buurt van de 'Fishing Bridge' ophouden. Meerdere malen per dag wordt hier een beer waargenomen. Normaal gesproken zie je maar zelden een beer. Het is gelukkig niet zo mistig als gisterochtend. De mistflarden over het water zijn mysterieus en we denken prijsfoto's geschoten te hebben.
Behalve de grote groep bizons zien we niets bijzonders. We besluiten voor de geysers de Grand Canyon van Yellowstone te bekijken. Een rivier heeft een diepe kloof uitgesleten in het poreuze gesteente. Waar de rivier de canyon in stroomt is de steenlaag veel harder en dus veel minder uitgesleten. Het water valt hier dan ook via een imposante waterval in de canyon. We willen echter niet te veel tijd verdoen en zetten koers naar de geysers in het westen van het park. Einddoel is het 'Upper Geyser Bassin', waar de bekendste geyser ter wereld, 'Old Faithful', om het uur uitbarst.
Voor we er zijn is er al veel moois te zien. Bij 'Artist Paint' lopen we een stukje naar een paar bubbelende poeltjes. De modder is dik en na elke blubje heeft de poel een ander gezicht. Net bloemen die steeds weer open en dicht gaan. Elk poeltje heeft een andere kleur. Een schitterend plekje, dat niet eens aangegeven staat op de kaart.
We rijden een aantal mooie plekjes voorbij. Die doen we morgen wel als we hier weer langs komen op weg naar Grand Teton.
Als we bij ‘Old Faithful’ aankomen worden we begroet met een uitbarsting. De tijden van de uitbarstingen van de belangrijkste geysers worden in het bezoekerscentrum aangekondigd. Om 'Old Faithful' zijn honderden mensen samen gedromd om de geyser 100 meter hoog te zien spuiten. Gelukkig nemen maar weinig mensen de moeite ook het achterland te bekijken.
Er gaan meerdere trail door het bassin. De Grant geyser is de hoogste spuiter en zal binnen 4 uur uitbarsten. We besluiten hier naar toe te lopen.
Het is een paar kilometer lopen naar Grant. Onderweg komen we veel kleurrijke poeltjes en kleinere geysers tegen. We genieten met volle teugen van dit buitenaardse landschap.
We denken in de verte Grant uit te zien barsten. Vanuit een soort vulkaantje spuit de geyser tientallen meters het hete water. Een schitterend gezicht. We vinden dat er verdacht weinig mensen staan. Ook leek hij niet hoger dan Old Faithful. Even later blijkt dat op hetzelfde moment de echte Grant uitbarst. Voor ons achter een heuvel. Alle mensen waren van Castle Geyser, degene die wij zien, naar Grant gelopen. Als wij bij Grant Geyser aankomen is het spectakel al afgelopen en zien we niets meer dan een gewoon gat, waar nog wat stoom uit komt.
Castle Geyser is een hele mooie geyser en we zijn toch blij deze uit te zien barsten. De hele middag lopen we door dit wonderlijke gebied. Poelen zijn soms schitterend van kleur. De verschillende temperaturen binnen een poel trekt diverse algen aan. Elke alg heeft zijn eigen kleur. Aan de randen overheersen de goudbruine algen, terwijl de hetere delen worden bewoond door groene, blauwe of gele algen. Een ongelofelijke kleurenpracht. De 'Beauty Pool' is een extreem mooi voorbeeld hiervan. Ien de ekster kwijlt helemaal weg bij al die kleuren. Aan het eind van de trail pikken we nog de uitbarsting van de 'Daisy Geyser' mee.
We kopen meteen nog wat kaartjes om thuis te laten zien wat we hier allemaal voor ongelofelijks mee maken.
Op de terugweg zien we vlak bij de 'Fishing Bridge' een enorme chaos op de weg. De adrenaline spuit door ons lichaam. Dit moet vanwege de opwinding een beer zijn. Ik spring de auto uit met de video. Ien slaakt nog een gil, maar als ze ziet dat er meerdere mensen uit de auto zijn komt ze me achterna. We werken ons door de bossen door naar de rivier. En ja hoor, daar is hij. Op een eilandje rent hij heen en weer. We denken eerst dat het een kleine grizzly beer is vanwege de bruine vacht. Het blijkt echter een zwarte beer te zijn, die vooral in het westen vaak bruin of zelfs bijna wit zijn.
Vanaf een veilige afstand kunnen we hem goed zien. Even lijkt het er op dat hij aan onze kant aan land wil. Vlak voor ons staat hij te poseren op een ondiepe plaats in het water. Na een paar minuten besluit hij naar de andere kant van de rivier te zwemmen. De sterke stroom voert hem meteen een eind van ons vandaan. In de verte zien we hem aan land komen. Hij duikt nog een paar keer het water in en verdwijnt uiteindelijk uit beeld. Dat was nog een hoogtepunt op een al onvergetelijke dag. Waarschijnlijk de topdag van de vakantie.
Na een hamburgertje en een biertje in de lodge houden we het vandaag voor gezien.
Maandag 28 juli Yellowstone naar Grand Teton
In de haast om zo snel mogelijk bij de geysers te zijn vergeten we uit te checken. Gelukkig (helaas) hebben ze ons creditcard nummer en komt het wel goed.
We bekijken nu de geyser bassins die we gisteren over geslagen hebben. Eerst het 'Lower Geyser Bassin'. De 'Fountain Paint Pot' is hier het bekendst. De modderbubbels maken doorgaans mooie figuren. Er is een kaart waarop net een gezicht is gevormd. Door de regen van de afgelopen dagen is helaas de modder dunner geworden, waardoor er geen blubberfiguren worden gevormd. Gelukkig hebben we gisteren het fenomeen wel bij 'Artist Paint Pot' kunnen bewonderen.
Hierna doen we het rondje bij de 'Great Fountain Geyser'. Deze spuit twee maal per dag. Als we aankomen begint hij net onverwachts te spuiten. Wat een mazzel. Tijdens het rondje zien we nog een aantal kleinere geysers.
De volgende stop is 'Midway Geyser Bassin'. Hier zijn twee enorme poelen. 'Excelsior' stoomt enorm. In het midden zie je een klein fonteintje. 'Excelsior' is voor het laatst een paar jaar geleden uitgebarsten. Wanneer de volgende is weet niemand. Wat ze wel weten is dat het een enorme uitbarsting zal zijn. Er vlak naast ligt één van de juweeltjes van dit gebied, de 'Grand Prismatic Spring'. Een grote poel met schitterende kleuren. Turkoois, oranje en mintgroen vloeien in elkaar over. Vanuit een vliegtuig is er een foto van gemaakt, die Ien al dagen in vervoering brengt. Zelfs de dampen die van de poel komen zijn gekleurd door de kleurrijke ondergrond.
Ook nog even lang 'Biscuit Basin'. Ook hier is een schitterend turkoois met zachtblauwe poel. Je ziet hier goed het gat in de aardbodem. Even verderop begint weer een onbekende geyser te spuiten.
We zouden bij Old Faithful een hapje eten, maar als we de kaart van het gebied nog eens bestuderen zien we dat zich hier een schitterende poel bevindt, die we gisteren over het hoofd hebben gezien. Helemaal aan het uiteinde, 2½ kilometer vanaf de parkeerplaats, bevindt zich de 'Morning Glory' pool. Deze pool hebben we op postkaarten gezien, maar konden we niet traceren. Hoewel de lucht pikzwart is en er een enorme onweersbui op uitbarsten staat pakken we pakken de paraplu en regenpakken en wagen het er op.
De pool is de moeite meer dan waard. Hij lijkt nog mooier dan op de kaart. Schitterende kleuren. Elk jaar baggeren ze de pool uit. Mensen gooien er muntjes en steentjes in, waardoor de pijp verstopt raakt. Hierdoor kom er onvoldoende heet water in de poel. Als de poel afkoelt verdwijnen de turkoois en diepblauwe algen en krijgen de oranje algen de overhand. Met de 'Morning Glory Pool' hebben we een perfecte afsluiting van drie dagen Yellowstone.
Het blijft zowaar droog tot we in de auto zitten. Geheel voldaan rijden we naar Grand Teton Nationaal Park, dat aan de zuidkant aan Yellowstone grenst. Vlak voor we het park in rijden waagt een coyote zijn leven door vlak voor de auto over te steken. Het is een klein stukje naar Grand Teton. We slapen in Colter Bay. Hier hebben we een leuk huisje tussen de dennebomen.
In de buurt zijn er twee uitzichtplaatsen waar je elanden tegen kunt komen. Bij het eerste punt lopen we een stukje de heuvel op, waarna je een beter uitzicht hebt over de meadow. In de verte zien we een groepje elken. Plotseling ziet Ien iets uit de bosjes komen. Twijfelend roept ze: "Ik geloof dat ik een moose zie". En ja hoor, daar tussen de struiken staat een vrouwtjes eland!! We kunnen haar even bekijken, maar na een paar minuten duikt ze weer de bosjes in en blijft hierna onzichtbaar.
Naast de twee aangegeven uitzichtpunten gaat er ook een onverhard weggetje naar een picknickplaats en de rivier. We nemen deze blubberweg en zien bij de rivier aan de andere kant in het halfdonker weer een vrouwtjes eland. Nu heel dichtbij. De elanden kunnen dus ook op ons al indrukwekkende lijstje.
In de dure Jackson Lake lodge willen we een hapje eten. De keuken is echter al dicht. Alleen de snackbar is nog open. Het is een ongezellige tent. Een aantal barbuffets naast elkaar. Van der Valk bij Schiphol heeft het ook. Ien neemt een forel. Deze is zo vies, dat ze dagen later nog oprispingen heeft. Naast me zit een man met een landkaart driftig aantekeningen te maken. Verlegen om een praatje vraag ik wat hij aan het doen is. Ik ben hierna niet meer aan het woord geweest. Hij trekt met zijn rugzak rond en vertelt het ene onsamenhangende verhaal na het andere. Ien is versleten en kan wel janken van vermoeidheid en morgen moet ze weer vroeg op. Ik stel voor om alleen op pad te gaan, maar ze is te bang iets te missen. Ze heeft een goed voorgevoel.
Dinsdag 29 juli Grand Teton
Half zes op. Ien heeft weer rot geslapen en is echt aan een rustdag toe. We rijden om even over zessen naar de uitzichtpunten in het elandgebied. Behalve een groot aantal pelikanen is er weinig te beleven. Als laatste nemen we weer het onverharde weggetje naar de rivier. Geen elanden te zien. Plotseling zie ik iets bewegen in het water. Otters!!! Een moeder met drie kleintjes. Vlak voor ons gaan ze aan de andere kant aan de wal, spelen wat en duiken weer het water in. Waanzinnig. We gingen helemaal uit ons dak. Ze zwemmen stroomopwaarts. Even later komt er een tweede familie aan zwemmen. Een moeder met twee kleintjes. We lopen een stukje met ze op. Bij de rivier hangt een lijst, waarop de rangers vragen waarnemers van otters een beschrijving te geven van wat ze gezien hebben. Hoeveel otters, wat deden ze en waar gingen ze naar toe. Ien beschrijft onze ervaring uitvoerig.
Als ze verdwenen zijn rijden we de auto een stukje terug en zien we de tweede familie aan de overkant op een boomstam zitten. Ze hebben een vis gevangen. Een osprey, een grote roofvogel, probeert de buit afhandig te maken. Met veel bluffen doet hij een poging de vis te bemachtigen, maar de otters laten zich niet intimideren. Ik hoop unieke opnamen gemaakt te hebben.
We staan in totaal twee uur bij de otters te kijken. Een vrouwtjes eland, die even zijn kop om de hoek steekt, geven we maar een paar tellen aandacht. Deze dag kan niet meer stuk. Om negen uur gaan we terug naar de lodge. Vanmiddag willen we een trail lopen. Ien is echter doodsbang voor beren en probeert een 'beerwegstuurbelletje' te kopen. Met dit belletje om je nek jaag je alle beren in de omgeving weg. Ze proberen hier wel een slaatje uit bange mensen te slaan door ƒ15,- voor zo'n dingetje te vragen. Zelfs Ien laat het maar zitten.
Ien gaat even een paar uurtjes bijslapen. Ik loop ondertussen een trail. Vanuit onze lodge kun je door de bossen naar twee meren lopen. Het is een kilometer of zes. Het is een mooie wandeling. In één van de meren hebben bevers een burcht gebouwd. Je ziet ook verschillende door bevers aangelegde dammen. Als je hier tegen donker bent, kun je ze uit hun burcht zien komen. Ook zie ik twee spechten. Eentje gaat vlak boven met als een drilboor te keer op een dode boom.
Om twee uur haal ik Ien op. We gaan een populaire trail lopen bij het Jenny Lake. Met de boot wordt je aan de andere kant van het meer afgezet, waarna je naar een uitzichtpunt kunt lopen. We komen een Engelse familie tegen, waarmee we wat ervaringen uitwisselen. De man heeft een digitale kamera en is door zijn film heen. Nergens zijn digitale bandjes te krijgen. Amerika loopt achter.
De klim naar 'Inspiration Point' gaat langs een wilde rivier, die zich met veel geweld een weg naar beneden baant. Het is erg druk, zodat Ien zich geen zorgen over beren hoeft te maken. Vlak nadat we de top hebben bereikt begint het enorm te gieten. Het waait er ook nog eens bij, zodat ze met onze paraplu moeten schuilen onder een hoge boom. Als het opklaart besluiten we ondanks de regendreiging niet met de boot terug te varen, maar via een paadje langs het meer terug te lopen. Het is ongeveer vijf kilometer. We hebben er geen spijt van, want het is een prachtige wandeling. De mooiste bloemen staan in bloei. Het is veel stijgen en dalen door het bos vol hoge dennebomen. We maken extra geluid om eventuele beren op een afstand te houden. Bijna alle mensen nemen de boot terug en het is best stilletjes op de trail. We doen anderhalf uur over de mooie wandeling.
Op de terugweg zijn we een paar minuten te laat om een zwarte beer te zien. Hij liep vlak langs de weg. Een auto volgde hem via een onverharde weg. Net toen wij kwamen waren ze hem uit het oog verloren. Ze dachten dat hij in een boom was geklommen. Jammer. Ook rijden we nog even langs het uitzichtpunt. Ik zag even een bever zwemmen. Nadat hij was onder gedoken zagen we hem niet meer boven komen. Ook zagen we nog een otter. Tot onze verbazing had niemand oog voor het diertje. De mensen willen hier elanden zien en niets anders dan elanden.
We zijn om half negen bij de Jackson lodge. Vanaf het terras kun je een beverburcht zien. Een half uur voor zonsondergang, nu dus, komen ze uit hun burcht om elders aan een dam te werken. Het is ongelofelijk druk op het terras. Gillende mensen, die allemaal een eland willen zien in de meadow waar het terras op uit kijkt. Ik vrees het ergste voor 'mijn' bevers, maar na een kwartiertje zie ik de eerste bever op het water drijven. Na een paar seconden duikt hij echter al weer onder. Maar we hebben hem wel goed gezien! Ook de elandfreaks komen aan hun trekken. In de schemer komt er een vrouwtjes eland uit de bosjes en gaat vlak bij de bevers grazen. Dit is al het derde vrouwtje dat we zien. We willen nu wel eens een mannetje zien met zo'n groot gewei! We worden op onze wenken bediend. Iemand komt melden dat op het terrein van de lodge een groot mannetje zich tegoed doet aan de grasmat. We rennen er meteen naar toe. Een ranger houdt de mensen op een afstand. Het is een enorm mannetje met een groot gewei. We kunnen hem tot dichtbij naderen en mooie opnames maken. Voor het helemaal donker is ga ik terug naar de bevers. Met moeite kan ik er eentje zien die de burcht verlaat en zonder onder te duiken de stroom op zwemt.
In de bar nemen we een biertje op ons succes. Bevers, otters en een mannetjes eland!!
Woensdag 30 juli Grand Teton naar Salt Lake City
Aangezien we gisteren alles gezien hebben wat we maar konden wensen kunnen we vanochtend rustig aan doen. Om acht uur gaan we op ons gemak nog een rondje doen. Op de plek van gisteren is nu niets te zien. Er vliegen alleen wat ospreys rond. Plotseling hoor ik een klap in het water en op hetzelfde moment zie ik een osprey met een enorme forel in zijn klauwen opstijgen. Hij heeft een kanjer te pakken.
Net als we weg willen rijden komt er een vrouw uit de picknickplaats rijden. Ze heeft daar een enorm mannetjes eland gezien. Wij er naar toe. Ze heeft gelijk gehad, in de bosjes doet een groot mannetje zich tegoed aan de blaadjes. We kunnen nu mooie opnames maken van een eland in zijn natuurlijk omgeving. Als hij in de bosjes verdwijnt gaan wij terug naar de rivier om te kijken of de otters zich nog laten zien. Als we weg willen komt er net een familie aan rijden. We willen ze de eland wel laten zien. Ik loop het bos in op zoek naar de eland. Hij was gaan liggen in een kuil en als je niet weet dat daar een eland ligt zou je hem nooit vinden.
Als we door het natte, hoge gras lopen trappen we bijna op een ....... porcupine!! Waanzinnig. Vooral Ien wilde dit troeteldier graag zien. Een porcupine lijkt het meeste op een kruising tussen een stekelvarken en een grote marmot. In zijn staart zitten giftige stekels, die behoorlijk los zitten. Ze blijven zo in je hand steken als je ze zou proberen te aaien.
Ik ren terug om de video te halen. Ien kan zich niet inhouden en begint met foto's nemen. Het opgerolde diertje schrok zich rot van zoveel aandacht en schuifelt via een dode boomstam naar een boom. Als een koala klimt hij hier in. Vanaf een meter of vijf blijft hij ons met grote ogen aanstaren.
Voldaan pakken we onze spullen en verlaten het gebied. We hebben intens genoten van Yellowstone en Grand Teton. Op de weg uit het park zijn de Tetons, de hoge besneeuwde bergen van het park, voor het eerst goed te zien.
In het bezoekerscentrum bellen we nog even naar Nederland en zijn blij dat alles goed gaat.
We hebben twee dagen uitgetrokken om van Grand Teton naar Bryce Canyon te rijden. We willen tot halverwege, Salt Lake City, komen. Ongeveer 600 kilometer.
Vlak onder Grand Teton ligt Jackson. Voor Ien een schitterend toeristendorp vol leuke winkeltjes. Het is nog een beetje wild-westachtig met veel cowboyzaken en houten ouderwetse huizen. We lopen een half uurtje door het dorp voor we verder moeten
Het is een saaie weg naar Salt Lake City. Af en toe zien we langs de weg een groepje herten (white tailed deer).
Salt Lake City is een grote stad. Het is beter even voorbij de stad een motel te nemen. Als je de weg af gaat ben je zo verdwaald. Als de I15 afgesloten blijkt te zijn moeten we toch de stad in. Het is gelukkig een grote weg die we moeten volgen. De lange verbindingsweg barst echter van de stoplichten. We zijn dan ook veel later dan gepland, 10:45, in het uitgezochte overnachtingsdorp Provo. Ien loopt acht motels af. De goedkoopste blijkt nog honderd gulden te kosten. We zijn deze vakantie een kapitaal kwijt aan hotelkosten. Verder is het wel een schoon motelletje.
Na een eigen soepje duiken we doodmoe om 12 uur in bed.
Donderdag 31 juli Bryce Canyon
We slapen een beetje uit en vervolgen om 9:30 onze weg naar het zuiden. Doel van vandaag is de Bryce Canyon, zo'n 400 km rijden. Over de Interstate 15 gaat het redelijk snel. Alleen op deze hoofdwegen mag je 120 km per uur. Om half twee rijden we plotseling een prachtig gebied binnen. De voor ons onbekende Red Canyon. De door erosie grillig gevormde rotsen zijn fel oranje. We zijn er helemaal stil van. Er gaat een pad steil omhoog. We volgen het tot Ien niet verder meer durft. Het uitzicht is er adembenemend.
Vlak voor we de Bryce Canyon in rijden, stoppen we even bij het plaatselijke vliegveld om te informeren over vluchten boven de Bryce Canyon. We hadden afgesproken er niet meer dan $40 p.p. voor over te hebben. Een kwartiertje later staan we buiten met tickets voor een helicoptervlucht van 35 minuten voor $120 p.p. Waarom maken we die afspraken eigenlijk? Overmorgen om 8 uur gaat het gebeuren.
In de Bryce Canyon gaan we eerst even langs bij het bezoekerscentrum. We krijgen allerlei handige tips over wandelingen en mooie plekjes. Hierna rijden we eerst langs het uitzichtpunt Fairypoint Canyon. De eerste confrontatie met Bryce Canyon is shockerend. De aanblik van de grote, kleurrijke en grillige vallei maakt diepe indruk. Ien begint haast te stotteren, zo onder de indruk is ze.
Na de eerste kennismaking checken we ons in bij de Bryce Canyon Lodge. Het huisje ligt midden in het bos, niet ver van de rim (rand van de canyon). Het is een gezellig hutje, met als leukste extraatje een open haard.
Nadat we de spullen hebben uitgeladen lopen we naar de canyonrand. Het Amphitheater, zoals deze plek van de canyon heet, maakt ons weer helemaal stil. Het is bewolkt, waardoor de kleur minder is dan wanneer de zon schijnt.
We eten in het restaurant van de canyon. Na een aantal mislukte diners in restaurants hier proberen we het weer een keertje. Helaas, helaas. Ien's kip was al geslacht voor de burgeroorlog, terwijl mijn 'biefstuk' helemaal wit was van de vetrollen. Volgens mij hebben ze de koe vetgemest met hot dogs en hamburgers. Op de rekening was met de hand de verwachte tip uitgerekend (15%). Of we die bij de kassa maar even af wilden rekenen. Niet dus. De kassière vroeg routinematig of ze de tip ook van de creditcard af kon schrijven. Toen ik nee zei verdween haar lach en kreeg ik de rekening haast naar mijn hoofd gegooid. Wat een onbeschoftheid. Morgen weer een hamburger. Veel lekkerder en een stuk goedkoper. Alleen te hopen dat we niet zo gaan waggelen als al die vette Amerikanen.
Na het eten rijden we het uitzichtpunt Bryce Point voor een zonsondergang. Het is echter gedeeltelijk bewolkt en de zon houdt zich bij het ondergaan achter het wolkendek schuil. Vanuit een andere hoek komt een enorme onweersbui aanzetten. We zijn net op tijd binnen. We zitten lekker binnen voor het open haardvuur als buiten de regen naar beneden plenst en de donderknallen elkaar snel opvolgen. Het dak lekt een beetje en we moeten snel onze spullen in veiligheid brengen. Na een Amaretto, nog van het vliegveld, duiken we in bed.
Vrijdag 1 augustus Bryce Canyon

Om 6:10 staan we al bij Bryce Point te wachten op de zonsopkomst. Het is helder weer en we verwachten de kleurenpracht van uit de boekjes. Als de zon rond 6:45 op komt licht de canyon inderdaad op, maar de kleuren vinden we minder dan midden op de dag. We denken dat het nog wel zal komen, maar als we een half uur later nog de enigen zijn die in sprookjes geloven verlaten we als laatsten het uitzichtpunt.
We zijn behoorlijk moe en duiken meteen weer het bed in. Om 11 uur gaan we pas weer op pad. Vlak voor ons huisje zijn Sunset en Sundawn point. Hier starten een aantal korte trails de canyon in. Wij nemen de Queens Garden trail. Via een prachtige route duiken we de canyon in. Bij elke hoek wil je wel een foto nemen, zo mooi is het. Het weer is ideaal. Gedeeltelijk bewolkt, droog en niet te warm.
Als we bij het einde van de trail zijn vinden we het zonde dezelfde weg terug te nemen en besluiten via een verbindingspad door het bos naar de Navajo trail te lopen. De Navajo trail gaat door nauwe kloven weer terug naar boven. Een schitterende route. We zijn zo onder de indruk dat we niet eens last hebben van de steile klim op ruim 2.500 meter. Op het laatst gaat het even regenen, maar de paraplu biedt uitkomst. Een hoogtepunt.
We rijden na de wandeling naar een vreettent buiten het park. In deze fastfoodtent doen ze een bewuste poging mensen om zeep te helpen. Kinderen dansen op de tafel en de resten van drie dagen terug kun je van de tafels schrapen. De kip nuggits zijn voor de 20e keer opgewarmd en als wij ze krijgen weer steenkoud. De hot dogs kieperen we na twee happen met een grote boog in de vuilcontainer. Alleen aan de cola konden ze niets verzieken. Vanavond dus ook geen vette hap, maar een soepje en wat fruit uit eigen keuken.
Na een verplicht rondje door de soevernirwinkels, gevestigd in grappige oude westernhuisjes, beginnen we de rondrit door het achterland van Bryce Canyon. Het eerste stuk na het amphitheater gaat door heerlijk ruikende dennenbossen. Na ongeveer 10 km is er om de paar honderd meter een mooi uitzichtpunt. We stoppen bij allemaal, maar alleen bij de 'Natural bridge' zien we iets nieuws.
Het eindpunt is 'Rainbow point'. Je hebt hier een mooi vergezicht over het achterland. Bij helder weer, zoals vandaag, kun je meer dan 300 km ver kijken. Zo iets van Maastricht naar Groningen.
We lopen een korte trail door de bossen. Af en toe hebben we een mooi uitzichtpunt over de canyon. Op een plaats zijn de 'hoodoo's', de pilaren, prachtig fel oranje. We menen de plaats te herkennen van de ansichtkaarten. Ook zien we hele oude bomen. De kale stronken lijken hartstikke dood, maar blijken toch nog levende delen te hebben waaruit weer groene uitlopers verschijnen. Één boom is wel 1600 jaar oud. Ook deze boom heeft een dood lijkende stam en dode takken, maar op één plaats groeit toch weer een groen stuk aan. Heel apart.
We doen een tweede poging zo'n befaamde zonsondergang mee te maken. Nu staan we op het mooie 'Inspiration Point' uitzichtpunt. Er zijn geen wolken in de buurt van de zon, zodat er geen vuiltje aan de lucht moet zijn. Zoals we gisteren al vermoedden, is de lager gelegen canyon te diep om te profiteren van de laatste zonnestralen. De zonsondergang was mooi, maar de canyon bleef donker. Voor iedereen een hele teleurstelling, maar ik denk dat het nooit anders is. We komen nog in gesprek met een Nederlands stel. Ze doen de parken op de standaard haastmanier in drie weken. Ze komen uit het zuiden (uur tijdsverschil) en hebben net de Grand Canyon achter de rug. De zonsondergang moet daar wel geweldig zijn. Verder doen ze ons een aantal handige tips aan de hand.
We eten in het huisje en keuvelen wat rond de open haard.
Zaterdag 2 augustus Bryce canyon en Zion

Om even over achten stappen we in de helikopter voor een half uur durende vlucht over de Bryce Canyon. We zijn een beetje bang dat het tegen valt, want we hebben de canyon al zo goed gezien de afgelopen dagen.
Binnen 20 seconden zitten we boven de canyon. Het is spectaculair de canyon onder je voorbij te zien glijden. We komen tot dichtbij de rotsen. Dit in tegenstelling tot het vliegtuigje, dat op grote hoogte over vliegt. Als we wat buiten het toeristische deel komen, vliegen we wat dichter bij de rotsen. Een unieke ervaring van een half uur.
Na de vlucht pakken we onze spullen en zitten tot de checkout tijd op een bankje te genieten van de nu extra oranje canyon.
We kunnen geen afscheid nemen van Bryce Canyon en lopen nog een stukje over de rim. Ook rijden we nog naar Farview Point en blijven daar anderhalf uur genieten van het uitzicht.
Om half drie zeggen we de eekhoorntjes en de canyon vaarwel en zetten koers naar Zion. De receptionist van Bryce lodge zei dat het bloedheet is in Zion. Het is 1000 meter lager en 'zo heet als in Las Vegas'. Met dit in het achterhoofd maken we een extra lange stop bij de prachtige Red Canyon.
Het is 2 uur naar Zion. Vlak na de parkingang moeten we door een tunnel van ruim 2 kilometer. Aan de andere kant komen we in een schitterend canyon uit. De rotsformaties zijn heel apart. Er zijn hoge witte bergen met strepen in zowel de horizontale richting (is normaal) als in verticale richting. Je krijgt zo allemaal vierkanten. Heel apart. Een verklaring kunnen ze er niet voor geven. Andere bergen lijken wel in plakjes gesneden.
Als we verder de kloof in rijden wordt de kloof dieper en voel je je steeds meer gevangen tussen de hoge wanden.
Na een bezoek aan het bezoekerscentrum centrum rijden we naar de lodge halverwege de kloof. We hebben een moderne kamer met balkon. Het is echter zo heet, dat we het voorlopig houden bij de airco op de kamer.
We proppen vandaag maar weer eens een hamburger naar binnen en lopen een beetje over het terrein. Op een veldje bij de lodge lopen twee 'mule deers'. Wij staan als enigen te kijken, terwijl de overige gasten ongeïnteresseerd doorgaan met hun dagelijkse beslommeringen.
We slapen een beetje uit, maar zijn toch als één van de eersten om 8 uur bij de populaire trail aan het einde van de canyon. We zien daar een boom, die bijna door midden is geknaagd door een bever. We schieten een toevallig aanwezige ranger aan, die ons allerlei wetenswaardigheden over het diereleven in Zion vertelt. Er zijn een aantal bevers in Zion. Het water is echter te wild om een dam of burcht te bouwen. Als ze het toch proberen, bij het waterreservoir is de enige mogelijkheid, wordt de dam door de rangers afgebroken en worden de bevers gevangen en elders uitgezet. Porcupines, we zagen er overigens eentje vanmorgen vanaf ons balkon, blijven vaak een week in een boom zitten. Pas als alle groene bladeren op zijn verplaatsen ze zich naar een andere boom. We hadden dus mazzel vanochtend. Stinkdieren zijn hier erg talrijk. Ze komen op de rotzooi van de mens af. Vaak vindt de ranger er eentje bij het schoonmaken in een vuilnisbak. Als ze in het nauw zitten sproeien ze een vieze geurstof over je heen. Volgens de ranger krijg je de geur alleen maar weg door je te wassen met ketchup!! Op het terrein van onze lodge heeft hij vanochtend een vrouwtje met twee kleintjes gezien. Morgen even kijken dus.
Als we net aan de trail naar de 'Narrows' zijn begonnen, steekt er een mule deer met een kleintje over. 'Kijk, een bambi' roept Ien. Het kleintje heeft witte stippen op de bruine vacht.
Na een half uurtje lopen moeten we een rivier over. Dat had niemand ons verteld. We hebben onze slippers niet bij ons, en Ien durft het met haar rug niet aan het op blote voeten te proberen. Ien heeft sinds de steile trail in de Bryce Canyon problemen met haar rug en kan niet te veel hebben.
Er zijn er meer die niet op een oversteek gerekend hebben. Eerst proberen ze via de stenen droog over te komen, maar als het wat dieper wordt tuimelen ze toch om en komen niet zonder natte voeten over.
De trail gaat verder naar een vernauwing, The Narrows. Het is een paar uur lopen naar de kloof. De tocht is niet zonder gevaar. Als er een stortbui uitbarst boven in de bergen, krijgt de rivier ineens een enorme hoeveelheid water te verwerken. Deze zogenaamde ‘flush flood’ is levensgevaarlijk en eist elk jaar in Amerika een groot aantal levens. Vooral dit jaar zijn er veel mensen omgekomen door de vele onweersstormen. Ondanks de waarschuwingen op de borden zien we hele volksstammen in de richting van The Narrows lopen. Vooral het laatste stuk bij The Narrows moet levensgevaarlijk zijn. Steile bergwanden waardoor er bij een ‘flush flood’ geen ontsnappen mogelijk is.
Wij keren om. Het is inmiddels behoorlijk druk geworden. Er staat een file om de parkeerplaats op te komen. Binnenkort willen ze de jaarlijkse stroom van 2,5 miljoen bezoekers wat regulieren door shuttlebussen in te zetten. Deze rijden rondjes en stoppen bij elk uitzichtpunt. Hier kunnen mensen in- en uitstappen.
Op de terugweg stoppen we nog even bij de 'Huilende rots'. Hier komt water uit de rots, dat als regen naar beneden valt.
Wij verlaten het drukke deel van het park en rijden naar een relatief onbekend deel van het park. Het is een uurtje naar een aantal 'trailheads'. Een trailheads is een startpunt van een korte of langere wandeltocht. In dit gedeelte kun je voornamelijk lange, zware en meerdaagse trails lopen. Wij volgen een stukje de 'Wildcat trail'. Het eerste stuk van deze zware 20 km lange bergtocht is vrij vlak en geschikt voor Ien's rug. Het is een mooie boswandeling, die uitkomt bij een uitzichtpunt. Als we daar zijn begint het te onweren en lopen we zo snel als we kunnen terug naar de auto. Op de terugweg zien we de eerste roadrunner (vogel) de weg over sprinten.
Op het balkon in de lodge voorzien we de eerste lading gelukkigen van vakantiekaarten.
We eten in de lodge. Voor het eerst in twee weken eten we lekker in een restaurant, al haalt het de Hollandse kwaliteit niet. Na afloop hebben we wederom gezeur bij het afrekenen. We geven voor ons doen veel tip, 6 gulden, maar dat vinden ze niet genoeg. De kassier vraagt of de service niet naar wens is geweest omdat we zo weinig geven. Als we zeggen dat we in dat geval helemaal niets geven en niet van plan zijn de verlangde 15% tip te geven gaat hij met ons in discussie om alsnog de extra tip binnen te slepen. Wat een brutaliteit. Als we niet extra betalen is ook alle beleefdheid bij de kassier verdwenen. In normale restaurants hebben we dit nog niet meegemaakt. Er staat ook nergens dat de baas zijn personeel onder betaald en de klant dit gat op moet vullen met hoge tips. Dit maak je alleen maar mee in dure toeristenrestaurants.
Ien heeft de airco uitgezet zodat we vannacht ons bed uit drijven. Als de wekker om 6 uur gaat kost het me grote moeite uit bed te komen. Ik laat Ien nog maar even liggen en ga buiten kijken of er nog wat wildlife te zien is. 's Ochtends vroeg zijn er regelmatig skunks (stinkdieren) op het terrein. Ze stropen de afvalbakken af op eten. Ik heb pech. Er is nog geen hertje te zien. Na een kwartiertje stap ik in de auto en kijk of er op de picknickplaats of bij de Narrowtrail wat te vinden is. Op wat wilde kalkoenen na nop. Tegen achten ben ik terug bij de lodge. Ik maak een laatste rondje en zie aan het uiteinde van de lodge plotseling een porcupine in het gras. Ik baal dat Ien er niet bij is. Het is tenslotte haar lievelingsdier. De porcupine is op weg naar de begroeiing. Zijn nacht zit er op en hij gaat slapen. Het heeft geen zin om Ien te halen. Ik kan heel dicht bij het grappige dier komen en kan voor Ien mooie foto's maken. Vlak voor hij in het struikgewas verdwijnt klimt hij op een rots en gaat rechtop staan. Een schitterend plaatje. Even later is hij verdwenen.
Als ik de auto parkeer komt Ien net naar buiten. Ze is witheet dat ik haar niet wakker heb gemaakt. Het stelt haar gerust dat ik geen stinkdier heb gezien. Van de porcupine vertel ik maar niets.
We lopen een rondje over het terrein. Plotseling zien we aarde omhoog komen uit een molshoop. Als we onze blik er op richten zien we een diertje aarde uit een gang omhoog duwen. Het blijkt geen mol te zijn, maar een gopher. Een gopher leeft ook in holen onder de grond, maar lijkt meer op een prairiedog. We kunnen zijn werkzaamheden goed volgen, maar als iemand te dichtbij komt sluit hij zijn ‘molshoop’ af en verdwijnt onder de grond.
Na het uitchecken rijden we naar Springdale net buiten het park. Hier doen we de was en winnen we informatie in bij een erg leuk hotelletje. Op een terrasje nemen we een bak koffie. Ze vragen me of ik een kleine of een grote koffie wil. Bang om een Hollands pinkje koffie te krijgen bestel ik de grote. Groot blijkt inderdaad groot te zijn. Niet minder dan een grote colabeker vol. Een kleintje is ook nog altijd een forse colabeker. Na een half uur lukt het me zowaar de laatste liter naar binnen te werken.
Als de was klaar is rijden we naar de andere kant van Zion. Hier gaat een korte, maar indrukwekkend mooie weg Zion in. Het deel heet de Kolab canyon. We rijden de 8 km lange weg eerst helemaal uit. Hoge ruige en kleurrijke bergen komen aan het eind van de canyon steeds dichter bij elkaar. We rijden terug tot halverwege de weg en lopen een stukje de trail langs het riviertje op. Het is een rustig kabbelend beekje, maar dat kan van het ene op andere moment veranderen in een gevaarlijke 'flush' na een onweersbui.
Het is inmiddels wat bewolkt geworden. Je merkt het meteen aan de lagere temperatuur. Een kwartier terug was het niet te harden en nu heerlijk wandelweer. Een gek land. We lopen een uurtje de trail op. In totaal is de trail 4 uur en gaat hij helemaal tot aan de vernauwing. We moeten regelmatig het stroompje over steken. De aarde is rood/zalmkleurig. Om de paar meter springt er een hagedis weg. Ook zien we een kleine pad en een grote gele vlinder, die zich als een waar fotomodel op de video laat zetten. Insekten zijn er ook volop. Van kleurrijke torren tot verschillende soorten hommels en wespen. Een mooie wandeling.
Het is een uur rijden naar ons hoofddoel van vandaag: de Utah musical. Midden in de Snow Canyon, ver van de bewoonde wereld, hebben ze een groot amphitheater gebouwd. Hier speelt vanavond de musical 'Utah'. Het gaat over de eerste Mormoon pioniers, die hier ten koste van de indianen een eigen staat stichtten. De omgeving is schitterend. Ruige, rode rotsen. Extra mooi nu de laag hangende zon er op schijnt.
Voor de show, die om half negen begint, zijn er op het buitenpodium leuke voorprogramma's. De show steelt een groep, die in oude kostuums de geschiedenis van Utah bezingt.
De Musical is een spetterend geheel. Het vertelt de sage van de mormoon Jacob de Vredestichter. Jacob is een bijzonder gelovige pionier. Hij bemiddelt tussen de mormonen en de indianen en kiest altijd de weg van het gesprek, wat voor een moordpartij er ook plaats gevonden heeft. Het is een puur Amerikaans spektakelstuk. Mormonen in prachtige kleding, stoere indianen en schietgrage cowboys. Dit alles in een door de hoge bergen geflankeerd decor. Mannen te paard, koetsen en wisselende decors zorgen voor extra effecten.
Het zingen was vaak moeilijk te verstaan, maar klonk wel zo mooi dat we in de pauze een cd hebben gekocht. De teksten staan er in, zodat we thuis eens na kunnen kijken wat ze precies te vertellen hadden.
De twee hoogtepunten van de show waren een ware overstroming en een in brand gestoken indianendorp. Een hele leuke musical.
Na afloop halen we onze afgegeven tas met de video op. Ze zouden er zorgvuldig op letten, maar dat blijkt een wassen neus te zijn. Een jongetje van hooguit 12 jaar staat de afgegeven tassen en fototoestellen aan de hoogst biedende uit te delen. Gelukkig had niemand interesse in een oude groene tas.
We rijden na de show door naar Las Vegas. Het is ruim twee uur rijden. Vlak bij de musical staat een bord met Las Vegas. We nemen deze route en verwachten dat het een kortere route naar de snelweg is. Het is waarschijnlijk wel korter, maar beslist niet sneller dat de route die we van plan waren. We rijden nu ruim een uur over een pikdonkere binnenweg voor we bij de snelweg aankomen.
Tegen tweeën zien we het verrassend grote Las Vegas als een ware lichtzee in de verte liggen. De lichtreclames en aparte gebouwen van de 'strip', de weg met de gokhotels, kunnen we al van verre onderscheiden.
Zonder al te veel problemen rijden we naar de strip. Het is een gigantische aaneenschakeling van enorme lichtreclames. Het ene hotel probeert het andere te overtreffen met nog mooiere shows, goedkoper eten of protserige buitenkant. We vergapen ons aan zoveel Amerikanisme. Het is ondanks het late uur erg druk op straat. We proberen een hotel te zoeken, maar de complexen zijn zo groot dat we ons drie slagen in de rondte zoeken voor we alleen al de ingang hebben ontdekt. De hotels hebben hier duizenden kamers. MGM is het grootst hotel ter wereld met 5005 kamers.
We hebben van Marcel en Saskia gehoord dat Excalibur een leuk en goedkoop hotel is. Als we het zien is Ien helemaal weg van dit hotel. Ze hebben van het hotel een groot sprookjeskasteel gemaakt. Na vier keer rond rijden hebben we de ingang nog steeds niet gevonden. We stappen maar uit en gaan op goed geluk het enorme complex in. Binnen is heb een grote chaos. De enorme benedenverdieping is helemaal ingericht als gokhal. Zover je kunt kijken zie je slots (fruitautomaten) en roulettetafels. Het krioelt van de mensen. Bij bijna elke automaat zit iemand te spelen. Vaak met een emmertje geld. Overal hoor je het geluid van vallend geld van één of andere winnaar.
We moeten drie keer de zaal door voor we in een hoekje de receptie van het hotel hebben gevonden. Alle 3000 kamers blijken vol te zijn. We hadden gehoord dat het vanwege de hitte laagseizoen moest zijn en de kamers voor dumpprijzen van de hand gaan. Niet dus.
Het heeft ons ruim een half uur en heel wat ergernis gekost er achter te komen dat Excalibur vol is. We verlangen naar bed en nemen net buiten de strip maar een tienderangs motel voor $37. Om drie uur liggen we pas op één oor.
Dinsdag 5 augustus Las Vegas
Als we wakker worden gaan we eerst op zoek naar een ander hotel. Bij het inpakken begint Ien ineens te schreeuwen. Er komt een grote kakkerlak uit haar rugzakje. Ik dacht minstens dat ze een slagaderlijke bloeding had of zo iets. Een kakkerlak hoorde precies bij dit gore motel. Het is 10 uur als we op pad gaan. Het is al bloedheet. Als je vijf minuten de auto uit bent en de airco dus uit is kun je bij terugkomst het stuur niet meer beetpakken. In de schaduw is het hier 40 ºC !!
We informeren eerst bij Luxor of ze kamers vrij hebben. Alle 3000 kamers vol. MGM met zijn 5005 bedden blijkt ook vol te zijn. Wat een ramp. Zelfs het grootste hotel ter wereld blijkt vol te zijn! We besluiten maar een telefooncel op te zoeken en de hotels één voor één af te bellen. Dat gaat nog sneller ook, want het kost meestal een kwartier voor je tussen de gokautomaten de receptie gevonden hebt. We bellen wel zeven hotels af. Allemaal vol!! Alleen Treasure Island had nog wat vrij voor 300 gulden. Uiteindelijk vinden we wat bij hotel San Remo.. Slechts $29 voor een prima kamer. Het hotel ligt vlak bij MGM en Excalibur.
Na het inchecken gaan we een aantal hotels af om ons te verbazen over het Amerikaanse showleven. Alle hotels hebben wel iets om de ander af te troeven. We bekijken Luxor, MGM en Ceasar's palace van binnen. Excalibur, New York New York, Treasure Island en Mirage bekijken we van de buitenkant.
Luxor is gebouwd in Egyptische steil. Het hotel heeft de vorm van een piramide. Buiten staan levensgroot een sfinx en een obelisk. Ook van binnen is alles Egyptisch ingericht. Net als elk ander hotel is ook hier de hele begane grond ingericht als gokhal.
Ceasar's palace doet het op zijn Romeins. Ook de binnenkant is Romeins ingericht met pilaren en fonteinen. Ceasar en Cleopatra lopen rond om tussen de fruitautomaten om met toeristen op de foto te gaan.
Excalibur heeft koning Arthur en de ronde tafel als thema. Buiten zie je een groot sprookjesdorp, terwijl binnen mannen in harnas de toon slaan.
Hotel Mirage heeft een schitterend terras vol watervallen. Elk kwartier is er een spetterende vulkaanuitbarsting met veel vuur en lichteffecten. Binnen elk uur een show met witte tijgers.
Treasure Island heeft de mooiste show. Het hotel is aan de buitenkant ingericht als piratenstad. In de vijver liggen twee levensgrote boten. Een piratenschip en een Engels oorlogsschip. Om de 2½ uur vindt er een vuurgevecht plaats tussen deze twee schepen met veel harde knallen, brandjes en waterbommen. Uiteindelijk winnen de piraten als ze de Engelse boot tot zinken weten te brengen. Erg spectaculair. Grappig is dat de Engelse admiraal zijn post niet verlaat en met zijn boot de diepte in gaat. Als de show over is en de gezonken boot weer boven komt blijkt de admiraal nog steeds op zijn plaats te staan.
New York New York is gebouwd als een stukje New York. Uiteraard met het Empire State building, het vrijheidsbeeld en nog een aantal wolkenkrabbers. Op het hotel is een achtbaan gebouwd.
We starten de rondgang in het MGM hotel. Vergeleken met de andere hotels weinig bijzonders. We denken dat het attractiepark van MGM hetzelfde is als in Los Angeles of Orlando. Het blijkt echter een stuk kleiner te zijn. We kopen voor ƒ24,- p.p. kaartjes, die we na later bleek alleen nodig hadden om in de achtbaan of andere attracties die we toch niet doen te komen. De toegang tot het park zelf was vrij. Het is bloedverziekend heet. We rennen van colatent naar ijstent en weer terug. De attractie van MGM is de hoogste zweefbaan ter wereld. Je wordt ongeveer 100 meter de lucht in gehesen, waarna je wordt los gekoppeld en een zweefduik maakt van tegen de 100 km per uur. Je kunt het alleen doen (ƒ45), maar ook met z'n tweeën of drieën (ƒ24 p.p.) tegelijk. Erg spectaculair.
We bekijken ook nog een dieronvriendelijke papegaaienshow en een heel leuk optreden van de Beatles.
Om half zes verlaten we pas het park omdat we lang moesten wachten op een overigens leuke piratenshow.
Na MGM lopen we naar Ceasar's palace. Leuke winkeltjes voor Ien. Ze mag zelfs even op de foto met een als Ceasar verklede griezel (Ien vond het een stuk). Hoewel het buiten al donker is wordt er binnen door een lichtblauwe nephemel een heldere dag gesimuleerd. Je bent haast verbaasd als je even later buiten in het donker staat. Nou ja donker, zover je kunt kijken flonkeren de reclamelichten aan en uit.
Bij Treasure Island is het gigantisch druk. Rijen dik staan de mensen te wachten op de show. Wij proberen vanuit het hotel nog wat mee te pikken, maar missen de helft. Morgen wil Ien een uur van te voren klaar staan.
Hierna zit een dagje Las Vegas er voor ons op. We lopen terug naar San Remo. Dat valt tegen. Het is anderhalf uur lopen. Ien redt het maar net met haar rug.
Woensdag 6 augustus Death Valley
Door de vermoeiende dag van gisteren gaan we pas om 9:30 op weg naar Death Valley. Al verschillende Amerikanen hebben het ons afgeraden, omdat het er te heet zou zijn. Nou, dat willen we dan zelf wel eens zien (en voelen).
Het is 2 uur rijden naar de laagste en heetste plek van het continent. De Death Valley is sinds 1994 een Nationaal Park. Dit houdt in dat er een bezoekerscentrum is en er ook faciliteiten zijn in de hete zomermaanden.
Het is er inderdaad bloedverziekend heet. 124F oftewel 51 ºC in de schaduw. Veel te heet om één van de trails te lopen. Er staat een windje, maar het lijkt wel of er nog hetere lucht over je heen wordt geblazen. De airco maakt overuren. Achter in de auto hebben we een zak peentjes liggen. Deze bleken later gekookt te zijn. De hele snoepzak ruikt naar de papgeworden penen.
Na een bezoek aan het bezoekerscentrum gaan we de vallei in. Het laagste punt is het droge zoutmeer, dat 88 meter onder de zeespiegel ligt. De kleuren van de bergen zijn wonderschoon. Midden in de vallei zijn witte zandduinen. Ik loop een stukje de duinen in om mooie foto's te maken van de ongerepte duinen. Bij elkaar kost het me een kwartier om zover te komen, maar het landschap is meer dan de moeite waard. Helemaal nat van het zweet stap ik weer in de auto. Bij Badwater staat er nog een beetje water in het verder droge zoutmeer. Het stinkt behoorlijk naar zwavel.
Via een mooie route rijden we weer terug naar Las Vegas. Onderweg hebben we tussen de Joshua bomen een schitterende zonsondergang.
In Las Vegas heeft Ien nog een heel avondprogramma voor me in petto. Eerst naar Circus Circus hotel. Er is een soort pretpark in het hotel gebouwd en vlak boven de gokautomaten is er elk half uur een circusact. Wij zagen twee clowns spelen met een elastieke pop, waar later een meisje in bleek te zitten waarvan ze waarschijnlijk alle pezen doorgesneden hadden. Ongelofelijk lenig.
Na een pizza gaan we bij Treasure Island een uur staan wachten op de show. Het is 11 uur 's avonds en nog steeds 31 ºC. De piratenshow is inderdaad spectaculair en veel omvangrijker dan we gisteravond vanuit de bar konden zien. Hierna halen we de auto op en rijden we naar huis.
In San Remo willen we de laatste avond nog even een gokje wagen. In een pokermachine gooi ik een kwartje (ƒ 0,50) en er komen er 3 uit. Bij het tweede kwartje kwamen er 50 uit. Grote straat ruiten. We drukken op de uitbetaalknop en het apparaat begint als een gek kwartjes te spugen. We vinden het prachtig. Hierna verspelen we nog een paar gulden, maar gaan even later met een tiet vol kwartjes naar bed. Het is dan half drie.
Donderdag 7 augustus Las Vegas naar Grand canyon
We slapen uit tot 9 uur. Ien heeft het onzalige idee om in een hotel te ontbijten. Het wordt Excalibur waar we meer dan een uur in de rij mogen staan om te kunnen ontbijten voor een habbekrats. Het is overigens wel een erg uitgebreid ontbijt, maar de zonsondergang in de Grand Canyon kunnen we nu wel op onze buik schrijven.
Het is 467 km naar de zuid rim van de Grand Canyon. Onderweg stoppen we even in Page bij de stuwdam. Hier is de Colorado afgedamd in 1957, waarna de Glenn Canyon onder liep en het gebied veranderde in Lake Powell. De Glenn Canyon was vrij ontoegankelijk. Nu kunnen veel mensen over het water de mooie canyon bekijken.
Als we bij de Grand Canyon aankomen zijn we net een paar minuten te laat voor de zonsondergang. We zien net de laatste rode zonnestralen van de bergen afglijden. Het uitzicht over de canyon kan ons niet wild maken. Het is groot en diep, maar de kleuren zijn somber. Misschien is het morgen met een zonnetje er op een stuk mooier.
We slapen in de historische Bright Angel lodge. We hebben een gezellig huisje met uitzicht over de canyon. Er is een open haard. Het huisje ruikt helemaal naar hout. De temperatuur van de laatste dagen valt erg mee. Overdag 28 ºC en 's nachts daalt het kwik tot 12 ºC.
Op de rotsen onder de lodge zien we een paar bighorn sheep op de steile wand. Die hadden we nog niet gezien. Het zijn jonge mannetjes en hebben nog geen grote horens.
We willen in het overvolle restaurant eten. Het is 9:15 en ze zeggen pas over een uur plaats te hebben. We reserveren en lopen nog een stukje in het donker over de rim. Plotseling zien we een stinkdier lopen en even verderop nog eentje. De ene likt de resten op van een gevallen ijsje. We kunnen ze tot dichtbij naderen. Heel erg leuk. Er is weer een wens in vervulling gegaan.
Als we na een uur bij het restaurant aankomen zijn de deuren op slot. We tikken op het raam, maar ze horen ons niet. Via de receptie regelen we dat we alsnog naar binnen kunnen voor een snelle hap.
Met een serveerster praten we nog even over het tipsysteem. Ze krijgen nagenoeg geen loon en leven (ruim) van de tip. Over de omzet betalen ze 1% 'tipbelasting'. Bij 15% tip bedraagt dit slechts 6% belasting. De serveerster heeft vanavond 1000 dollar omgezet en dus ongeveer 150 dollar tipgeld verdiend. Geen wonder dat ze hier vechten om serveerster te mogen worden.
Vrijdag 8 augustus Grand Canyon

Om 5:15 zitten we buiten op het randje voor de zonsondergang. De zon komt echter achter de wolken op, zodat we niets bijzonders zien en om 6 uur weer het bed in duiken en er voor tien uur niet meer uitkomen.
Tegen elven gaan we de westrim van de canyon bekijken. Wegens de drukte mag je er in deze tijd van het jaar niet zelf rijden, maar moet je gebruik maken van de gratis shuttlebus. Het is erg druk bij de bushalte, dus gaan we maar lopen. De westrim is 15 km lang. Er zijn onderweg acht uitzichtpunten, waar je op de shuttlebus kunt stappen. Het stuk van de lodge naar het eerste uitzichtpunt is een behoorlijke klim. Hierna is het redelijk vlak.
Vanaf het Hopi punt kun je de westkant van de canyon zien. Deze is vanaf de lodge verborgen. Op de rotsen zien we ook twee bighorns. Ook nu zijn het jonge dieren zonder die schitterende grote gedraaide horens.
We lopen naar de eerst vijf uitzichtpunten. Het waait erg hard en je moet oppassen niet over het randje geblazen te worden. Vanaf Hopi punt nemen we de bus tot het één na laatste uitzichtpunt en lopen van hieruit de laatste kilometers naar Hermits rest. Dit was vroeger een belangrijke stop voor mijnwerkers in de canyon. Het historische gebouwtje is nu omgebouwd tot soevernirwinkel. Met de bus terug naar de lodge voor de zonsondergang die niet kwam (bewolkt).
's Avonds zijn we naar het dorpje Tusayan gereden, dat net buiten het park ligt. Hier doen we wat inkopen. We willen gezellig pizza eten. De pizza hut serveert alleen maar in kartonnen dozen, zodat we bij de concurrent uitkomen. Daar kun je gezellig met z'n twaalven aan een tafel eten tussen de resten van je voorganger. Het beste restaurant van het dorp.
Zaterdag 9 augustus Grand Canyon
Vanaf de Bright Angel lodge zie je de trail naar beneden lopen. Tien kilometer naar beneden heb je Pleateau Point. Het verste punt waar je in één dag naar toe mag. Je hebt daar uitzicht over de Colorado rivier. Verder naar beneden, na 8 km verder dalen, heb je de Colorado rivier. Alleen als je beneden overnacht mag je er naar toe. Vorig jaar kwamen zes mensen om door uitputting tijdens deze trail. In Bryce kwamen we jonge Nederlanders tegen, die zeiden dat ze graag naar het Plateau Point waren gelopen, maar dat het veel en veel te ver voor ze was. Tien kilometer dalen gaat nog wel, maar dan ook tien kilometer terug klimmen. In Bryce dacht ik al 'mietjes, ik zal het wel even doen'.
Vandaag moet ik mijn gebluf waar maken. Ik wil zo vroeg mogelijk starten en al om 9 uur met de klim terug beginnen. Ik heb een speciale riem gekocht om waterflessen handig in mee te dragen. Het wordt om 5 uur al licht, maar ik mag van Ien pas om kwart voor zes vertrekken. Ze heeft gelezen dat er puma's in het gebied voorkomen en wil niet dat ik er eentje tegen kom.
Om kwart voor zes duik in de canyon in. Het is behoorlijk fris. Ik wil geen lange broek en trui meenemen. Het wordt toch warm en ik heb weinig zin die ballast mee te zeulen. Het is bewolkt en ik kan redelijk snel doorstappen. Af en toe stoppen om een foto of filmpje te schieten, maar dan weer snel door. Ondanks de bewolking is er een kleurrijke zonsopkomst.
De trail is grofweg in vier stukken te verdelen. Na anderhalf en drie mijl is er een huisje met toilet en water. De meeste mensen gaan niet verder dan het drie mijl punt. Er staat anderhalf uur dalen en drie uur terug klimmen voor en dat is op een gemiddeld hete dag al aardig afzien. Anderhalve mijl verder is Indian Garden. Hier is een kampeerplaats, die kampeerders als uitvalsbasis gebruiken voor verdere trails in de canyon. Ruim een mijl verder is het verste punt, het Plateau Point. Het hoogteverschil is ongeveer een kilometer.
Ik loop als een speer. Een half uur tot anderhalf mijl punt en een uur naar drie mijl punt. Indian Garden bereik ik na anderhalf uur. Hier neem ik mijn eerste rustpauze op een bankje in de schaduw. De kampeerders zijn ook al op en plannen met elkaar de te lopen trails voor vandaag. Indian Garden is een groene oase in het verder dorre landschap. Er stroomt een beekje. Op de rotsen zie je eekhoorns huppen en in het struikgewas zie ik driemaal een hert (mule deer). Om half negen heb ik de eerste, makkelijke, kilometer op zitten en kijk ik vanaf Plateau Point naar de onder me stromende Colorado rivier. Vanaf de rim is de Colorado niet te zien. Ik ga lekker op een rots zitten genieten van het uitzicht en neem met de zelfontspanner een paar foto's om te bewijzen dat ik hier ben geweest. Om negen uur komen de eerste andere lopers. Een goed moment om weer naar boven te gaan. Het is nog steeds bewolkt, zodat ik het tempo er goed in kan houden. Er zijn niet veel mensen die voorbij het drie mijl punt gaan. Pas als ik daar ben wordt het wat drukker. Ik had me voorbereid op een zonnige dag en 40 ºC. Nu het bewolkt is en 'slechts' 32 ºC valt de klim erg mee. Het geeft me een kick luid puffende en steunende mensen voorbij te lopen. Als je eenmaal de man met de hamer tegen gekomen bent, is de klim een ware martelgang. Veel mensen gaan stapje voor stapje naar boven en zullen pas laat in de middag boven zijn. Er staat 8 tot 12 uur voor de 20 kilometer. Door het gunstige weer ben ik echter om kwart over twaalf al boven. Ik heb er precies zes en een half uur over gedaan. Ien zou me op staan wachten, maar verwachtte me niet voor drie uur terug. Ze is erg teleurgesteld. Ze had zo graag met de verrekijker naar me gezocht en had ook een cadeautje gekocht.
Ien heeft vanochtend lekker uitgeslapen. Ik ga nu even een uurtje liggen, terwijl Ien buiten op een bankje kaarten naar huis schrijft. Hierna lopen we weer een stukje de canyon in voor de “terugkomfoto's”. Het is half drie en er breekt op dat moment een ongelofelijke stortbui los. Wij hebben regenkleding bij ons, maar 90% van de andere lopers zijn binnen een minuut tot hun onderbroek nat.
Boven krijg ik van Ien het cadeautje. Het is een tegeltje met de tekst 'I have hiked the Grand Canyon'. Ze hebben er ook een beker van en die is wat leuker, zodat we de tegel voor de beker ruilen.
We lopen wat langs de rim bij de hotels en gaan al vroeg eten in het steakhouse omdat we de zonsondergang mee willen maken. Het is echter noodweer. Gigantische onweersbuien. We maken binnen maar de open haard aan. Ditmaal met echte houtblokken. De hele kamer ruikt naar hout. Heerlijk. Ook zonder vuurtje kun je overigens de houtgeur opsnuiven. De onweer is zo hevig, dat ik een poging doe de felle flitsen op video vast te leggen. Volgens mij is het nog gelukt ook.
Zondag 10 augustus Grand canyon (north rim)
We doen vanochtend veel te rustig aan. We moeten naar de noordkant van de Grand Canyon, de North Rim. Hemelsbreed slechts 10 mijl, maar met de auto ongeveer 400 km. We gaan pas na elven op pad. Het is slecht weer. Koud en het kan elk moment gaan regenen of onweren. We wilden onderweg de oostkant van de South rim bekijken. Er zijn zo'n acht uitzichtpunten, die je in tegenstelling tot de westkant wel met de eigen auto mag bekijken.
Als we bij de eerste aankomen begrijpen we meteen waarom de westkant alleen maar met de bus bezocht mag worden. Alle parkeerplekken zijn vol en tientallen auto's zijn wanhopig op zoek naar iemand die weg gaat. We rijden maar naar het volgende uitzichtpunt, maar daar is het dezelfde ellende. We parkeren maar langs de weg.
Door tijdgebrek stoppen we maar op drie plaatsen. Deze geven echter geen wezenlijk andere kijk op de canyon als het uitzicht vanaf ons hotel. We denken niet veel gemist te hebben door de vijf overige punten over te slaan. De laatste stop was bij Desert View. Hier kun je de Colorado rivier in de diepte zien liggen.
Via een mooie bosweg verlaten we het park. De weg naar het noorden is best mooi. Er zijn een paar uitzichtpunten over een zijrivier (Little Colorado) van de Colorado rivier. Diep uitgesneden in de rotsen ligt de Little Colorado steil onder ons. Erg mooi. Als we om de Canyon heen rijden zien we soms grillige rotsformaties. Rotsen met verschillende kleurlagen, variërend van rood tot groen en zilver, zorgen er voor dat het geen saaie rit wordt. Ook liggen er soms enorme rotsblokken langs de weg. Het lijkt dan wel of ze een berg hebben opgeblazen. Op één plaats hebben ze huisjes gebouwd onder de grote rotsblokken. Heel apart.
Het weer is wel slechter geworden. Er valt veel regen en de harde onweerknallen zijn constant in onze buurt.
In Jacob's Lake eten we een hapje. Het is erg duur (hamburger voor 11 gulden), maar we hebben honger. Als de zooi op tafel komt denken we eerst in canded camera te zitten, zo smerig zag het er uit. De patat was zwart en de hamburger zo kaal als de kop van Suger Lee Hooper. We vragen nieuwe patat, maar krijgen even later nagenoeg rauwe aardappels voor onze neus. Bij het afrekenen durven ze nog tip te vragen ook.
De laatste honderd kilometers gaan door een mooi bos. Door de regen heerlijk groen en met geheimzinnige mistflarden tussen de bomen. Het is al bijna donker en de beestjes komen uit het donkere bos tevoorschijn. Eerst zien we een roedel mule deer, die even te voren de weg waren over gestoken. Op een 'meadow' (moerasachtig grasland) zien we even later nog een mule deer staan en een wilde kalkoen met zes kleintjes. Het leukste dier dat we zagen was een grijze vos, die even voor ons op het grasland paradeerde voor hij in het bos verdween. We zagen nog twee maal mule deers. Eenmaal een moeder met gestippeld kleintje en vlak bij de lodge een groepje van vijf met twee volwassen mannetjes, die pronkten met hun grote gewei. Bij het beestje kijken werden we voor de tweede maal deze vakantie door een ranger vermanend toegesproken dat het verboden is langs de weg stil te staan. Sorry agent, we zullen het nooit meer doen (tot het volgende hert).
Om half zeven zijn we bij de lodge. We hebben een aardig huisje, maar tot onze grote teleurstelling doet de open haard het niet. In geen enkel huisje overigens. Als ik vraag waarom de open haard niet gebruikt mag worden krijg ik van een slimme receptioniste te horen dat het niet mag vanwege de luchtvervuiling. De muts had niet door dat het nep houtblokken zijn en de open haard in feite een gasvlammetje is. Laat maar.
Het is behoorlijk koud. Ik had verwacht dat de jassen de eerste dag van de vakantie voorgoed opgeborgen konden worden. Mis dus. Ien heeft naast haar trui en jas ook nog een sjaal om.
We gaan op het terras van de lodge zitten om van het uitzicht te genieten. Het is zwaar bewolkt en aan de andere kant van de canyon zie je de regen neerkomen. Ook zien we het op verschillende plaatsen onweren. Van een mooie zonsondergang is natuurlijk wederom geen sprake.
Met de verrekijker kun je de lodges en de Bright Angel trail zien liggen. Als even later ook bij ons de regen met bakken tegelijk naar beneden komt nemen we even snel een hapje en gaan naar ons huisje om te schrijven.
Maandag 11 augustus Monument Valley

De noordkant van de Grand Canyon is een stuk groener dan de zuidkant. De ochtendwandeling gaat dan ook door het heerlijk ruikende dennenbos. We doen de Widfors trail voor de helft (8 km). Sommige bomen zijn zwart geblakerd, maar de omliggende bomen niet. Voor blikseminslag zijn er te veel bomen verbrand, maar voor een bosbrand liggen de verbrande bomen te ver uit elkaar. We snappen er niets van. De trail loopt soms langs de rim en geeft ons een mooi uitzicht over de Grand Canyon. Twee maal zien we een hert (mule deer), dat ons tot dichtbij laat naderen. Door de vele dode bomen zijn er ook veel paddestoelen. Vooral de fel gele zijn erg fraai.
Na het uitchecken lopen we een paar honderd meter naar Bright Angel point. Dit is het uiterste puntje van de Noord Rim. Het uitzicht is prachtig. Het lijkt hier wel mooier dan bij de overbevolkte Zuid Rim. We zien een traditionele Mormoonfamilie. Een moeder met een groot aantal dochters, ik schat een stuk of 6 tussen de 18 en 24, loopt in kleding die je alleen nog maar in zwart-wit films ziet. Hun haar hebben ze schitterend gevlecht, maar ook in een vorige eeuwse steil. Alle dochters hebben een schaapachtige blik in de ogen. Het lijkt wel of ze onder de dope zitten of net met god naar bed zijn geweest.
Hoewel het al tegen twaalven loopt, wil ik nog naar een aantal uitzichtpunten. De route blijkt echter 40 km lang te zijn en we zouden het stuk ook nog terug moeten. We besluiten tot het eerste uitzichtpunt te rijden en dan de Grand Canyon te verlaten. Na een kwartiertje zijn we er. We hebben weer een nieuw uitzicht over de canyon. Het is echt veel mooier dan in het zuiden.
Het is bijna 500 km naar de Monument Valley. We moeten ons nu haasten om er voor zonsondergang te zijn.
De weg naar Monument Valley gaat soms langs prachtige rotsformaties, maar wordt afgewissseld met vele saaie kilometers. We stoppen even in Page aan het Lake Powell meer. Hier is de Colorado afgedamd in 1957, waarna de Glenn Canyon is vol gelopen. Naast het economische doel (elektriciteit) had de afdamming nog een ander gunstig effect. De ontoegankelijke Glenn Canyon is nu via het water tot in de verste uithoeken te bewonderen. Duizenden mensen per jaar huren een 'houseboat', een soort woonboot, en bekijken op deze wijze de canyon.
Rond zessen rijden we de Monument Valley in. De vallei begint in Arizona op 30 kilometer vanaf de grens met Utah en loopt in Utah nog eens 70 km door tot Bluff. Monument Valley is bekend om zijn apart gevormde rotsen, die eenzaam in de prairie oprijzen. Er zijn hier vanwege het grillige landschap vele cowboyfilms opgenomen, waarvan 'How the West was won' de bekendste is. De mooiste en bekendste rotsformaties staan op de grens van Arizona en Utah. Het is bewolkt, maar de zon heeft bij het onder gaan een open plekje gevonden om de toppen van de bergen mooi rood te kleuren.
Monument Valley moet nog een stuk groter zijn dan we kunnen zien. Dat deel is echter alleen met landrovers te bereiken en slechts met een tour te doen. Dat willen we wel, maar dan moeten we eerst een slaapplaats in de buurt zien te vinden. Dat blijkt een groot probleem te zijn. Alle motels in de drie plaatsjes in de buurt blijken vol te zijn. We rijden steeds verder van de vallei af. Uiteindelijk komen we in Bluff. Ook hier is alles vol, en dat op ruim 70 km vanaf het mooiste deel van Monument Valley. We besluiten eerst maar een hapje te eten, want het is al half tien. Als het restaurant ons niet meer helpt omdat ze maar tot 9 uur open zijn, barst Ien in tranen uit. 'Geen slaapplaats, geen eten'. De mensen zijn met ons begaan en proberen ons te helpen. Als we niet terecht kunnen op een caravanpark, die in uiterste nood twee privékamers verhuurt, kunnen we vannacht bij een medewerkster van het restaurant slapen. De kamers blijken al verhuurd te zijn, zodat we in gaan op de aanbieding bij ene Cara thuis te slapen. Het is een aardige, maar vermoeiend drukke vrouw. Ze probeert er een slaatje uit te slaan en vraagt $40. We moeten wel tot bij elven wachten tot ze klaar is met werken.
Ze woont in een achteraf huisje in Bluff. Haar moeder is de hitte een paar maanden ontvlucht, zodat er een kamer vrij is. Cara heeft twee jaar in Amsterdam gewoond en is daar nog helemaal weg van. Ze heeft geprobeerd een popcornzaak op te zetten met een vriendin. Dat ging redelijk goed totdat ze naar Chicago terug moest omdat haar vader op sterven lag. In Chicago werd haar vriendin vermoord en dat was het einde van het avontuur.
Dinsdag 12 augustus Monument Valley naar Mesa Verde
We hebben de wekker nog op Arizonatijd staan, waardoor we een uur later dan gepland opstaan. Cara zou een ochtendwandeling gaan maken, maar is vannacht wakker gehouden door de buren. Deze hadden zo'n ruzie, dat de politie er aan te pas moest komen.
Cara blijft net als gisteravond aan één stuk door kletsen. We hebben het even over de sociale voorzieningen hier. Deze zijn ronduit slecht. Maar 40% van de mensen is verzekerd tegen ziektekosten, want de kosten zijn ƒ800 per maand!! Een groot risico, want een dag ziekenhuis kost 1000 gulden. Een ziekte kan je bankroet maken. Verwonderd hoort ze toe hoe goed alles in Nederland is geregeld. Oude mensen moeten hier vaak nog werken als ze geen spaarpotje hebben en de kinderen ze niet kunnen onderhouden. We hebben inderdaad meerdere malen bejaarden in restaurants of bij de benzinepomp zien werken.
Nadat Cara haar hele levensverhaar heeft verteld nemen we een ontbijtje in het restaurant van Cara, waar ze overigens nu geen dienst heeft. Wederom weinig voor veel. Vanmiddag maar weer wat brood inslaan.
Voor we richting Mesa Verde gaan rijden we een stukje terug de Monument Valley in. 35 km van Bluff is de 'Valley of the gods'. Grillige rotsformaties, waar je via een hobbelpad 30 km doorheen kunt crossen. We hebben een huurauto, dus hoppa, door de rivier en door diepe kuilen naar de vallei.
We komen langs de mooiste rotsformaties. We gaan er vaak uit om te filmen of foto's te maken. De auto wordt er alleen niet schoner op.
Na een perfecte rit zetten we koers naar Cortez, uitgangspunt voor het Mesa Verde park. Het is maar 2 uur rijden. In Cortez nemen we een motelletje en besluiten vandaag niets meer te ondernemen. Alleen wat boodschappen doen en pizza eten in de hier gezellige Pizza Hut.
Woensdag 13 augustus Mesa Verde
Vroeg op om het Mesa Verde park te bezoeken. Mesa Verde is het enige Nationale park dat resten van een oude cultuur beschermt. Van 700 tot 1300 leefden hier een raadselachtige stam, die ze de Anasazi hebben genoemd. Tot 1200 bouwden ze hun huizen boven op de mesa (de rand van de canyon). Tussen 1200 en 1300 zijn ze hun huizen onder de rand gaan bouwen in door erosie uitgesleten uithollingen. Hier zijn de bekende kliphuizen (Cliff Dwellings). Het lijkt er op dat ze rond 1300 van de ene op de andere dag het gebied hier hebben verlaten en in rook zijn opgegaan. Er zijn verschillende theorieën over het einde van de Anasazi's. Zeker is alleen dat ze zijn opgegaan in nu bekende stammen als de Hopi's en Navajo's.
De geleerden zijn er nog niet uit of droogte, een oorlog of een religieuze reden de oorzaak is van het verdwijnen van de Anasazi's. De nieuwste theorie is dat het een combinatie van factoren is geweest. Een handelspost, waar ze hun zout betrokken op slechts 100 mijl afstand, verdween. Droogte, waardoor hun oogsten mislukten, zouden ze gezien kunnen hebben als een teken van de goden dat dit gebied niet goed meer was. Het blijft raden.
Er zijn hier resten gevonden vanaf het jaar 700. Rond die tijd werd graan ontdekt en vestigden zich hier de eerst boeren, die op de top van de mesa graan gingen verbouwen. Er zijn veel resten gevonden van de eerste en latere boeren, die op de mesa woonden. Ze hadden ingenieuze huizen. In de grond groeven ze een ronde kuil, waar ze met boomstammen een laag dak over spanden. Hier ging weer een laag klei over en zo hadden ze 's winters een warm en 's zomers een koel huis. De opening zat in het dak, naast de schoorsteen. Hier klommen ze dan met een ladder door. In de loop der jaren verfijnde de bouwkunst zich, met als resultaat dat ze rond 1200 in staat waren ingenieuze steden te bouwen in de bergwand. Via steile trappen klommen ze dan naar boven.
sinds kort mag je drie van de vijf open gestelde kliphuizen alleen nog maar met een gids bezoeken. In het hoogseizoen, nu dus, bezochten wel 7000 mensen per dag de kliphuizen. Dat is nu terug gebracht tot 1000 mensen per dag voor het bekende Cliff Palace en het Balcony house. Je moet tickets kopen en mag niet alle drie de kliphuizen op één dag bezoeken. Spruce Tree House, het grootste kliphuis, is nog wel vrij toegankelijk. Er staat een enorme rij bij het bezoekerscentrum. Veel mensen hebben er geen zin in en beperken bekijken alleen Spruce Tree House. Wij trotseren de rij en nemen tickets voor het Balcony House om 10 uur.
We hebben in Jamy een gids vol humor. Met heel wat kwinkslagen verteld hij het verhaal van de Anasazi en het Balcony House. Naar goed Amerikaans gebruik worden we flink bang gemaakt voor de steile rotsen, hoge ladders en nauwe donkere gangen die we moeten trotseren om het Balcony House in te gaan, dan wel te verlaten. Zoals altijd blijkt het allemaal erg mee te vallen. De 'donkere kruipgang' blijkt nier meer dan twee meter diep.
we moeten eerst een ladder beklimmen om het Balcony House te betreden. Het is vrij klein en er zijn maar 2 ruimten. De gebouwen zijn verrassend goed geconserveerd. Er is wat hersteld door archeologen, maar ongeveer 85% is origineel. De vernielingen zijn overigens begin deze eeuw door archeologen zelf aangericht. Op zoek naar sieraden en potten sloopten ze soms hele huizen. De waarde van de bouwwerken zelf ontging ze volledig in die tijd.
Jamy weet een heel uur vol te praten over het Balcony House en zijn bewoners. Het Balcony House heeft zijn naam te danken aan twee balkons. Deze dienden om toegang te bieden aan de kamers op de tweede of derde verdieping. Ook zien we twee kiva's. Een kiva is een ingenieuze plaats waar vuur brandde voor religieuze en kook doeleinden. Het principe werkt als een hiervoor beschreven huis uit de beginperiode van de Anasazi's. Een vernuftig afzuigsysteem zorgde er voor dat de rook door het gat in het dak werd afgezogen en de overdekte kiva niet vol rook stond.
Na wat kruipen en klimmen staan we een uur later weer boven. We lopen naar een plekje waar we het Balcony House vanaf een afstandje kunnen zien. Het is zonnig, maar een lekker windje houdt het draaglijk.
Hierna rijden we naar het museum en bekijken een film over de geschiedenis van de Anasazi's.
Na een hapje op een terras gaan we zelf het Spruce Tree House bekijken. Het is het grootste kliphouse (Cliff Dwelling) en er hebben hier zo'n 150 mensen gewoond. Je mag niet meer door de huizen en kiva's lopen en wordt voor langs de huizen geleid.
We lachen ons rot als we een polonaise van zes mensen zien, die we luid puffend een rolstoel de steile weg omhoog zien duwen. Als ze niet meer kunnen en even staan uit te hijgen, gaat het de invalide vrouw blijkbaar niet snel genoeg. Ze doet het zelf wel, stapt uit de rolstoel en loopt enigszins stijfjes in rap tempo naar boven.
Er zijn in dit deel van het park twee rondjes uitgezet langs een aantal uitzichtpunten. Hier vandaan kun je een aantal van de kleinere kliphuizen zien. Vanaf een ander uitzichtpunt zelfs twaalf. Ook stoppen we bij een aantal resten van bovengrondse huizen. De gegraven gaten zijn bloot gelegd, maar zonder dak kun je je toch moeilijk een voorstelling maken hoe ze nu echt geleefd hebben.
Na een hele leuke dag drinken we in de Far View Lodge nog een biertje. Vanaf de lodge heb je uitzicht over het park. Je kunt de gevolgen van de grote brand van 1996 nog goed kan zien. Hierna rijden we terug naar Cortez. Morgen komen we terug om de rest te bekijken.
In Cortez kopen we in een immense supermarkt kaarten voor 14 augustus (onze kennismakingsdag) en nemen een bak met acht stukken gebraden kip mee naar het hotel. Het is al bij negenen als we bij de tv de kippepoten en een bakje soep naar binnen werken.
Donderdag 14 augustus Mesa Verde
Groot feest. Ien en Jos 9 jaar. De 'postbode' kwam langs en schoof twee kaarten onder de deur door. Voor allebei eentje. Ze leken verdacht veel op de kaarten die we gisteravond hadden gekocht. Tijdens het ontbijtje op bed (brood met aardbeien) lezen we de kaarten. Een leuke traditie.
Om kwart over acht gaan we de deur uit naar Mesa Verde. Tot onze verrassing staat er een veel minder lange rij dan gisteren. Desondanks kunnen we pas kaartjes kopen voor half elf voor het Cliff Palace en om één uur voor het Long House aan de andere kant van het park.
Aangezien we in dit deel alles al gezien hebben doden we de tijd op een terrasje. Cliff Palace is de bekendste klipwoning. Op nagenoeg alle ansichtkaarten kom je hem tegen. We hebben hier wederom een zeer interessante rondleiding.
Na Cliff Palace rijden we naar Wetherhill Mesa aan de andere kant van het park. Het is ruim een uur rijden. Dit deel van het park kun je alleen bezoeken via een treintje. Aan de ene kant wel leuk zo'n treintje, maar we hebben nu niet de tijd alle bezienswaardigheden te bekijken. Met het treintje worden we afgezet bij Long House. We hebben wederom een enthousiaste ranger, die veel verteld. Het Long House kun je het beste van alle kliphuizen bekijken. We gaan er in en lopen ook achter de huizen door. Je krijgt zo een goed beeld hoe de mensen hier geleefd moeten hebben. Ook zien we hier water uit de rots sijpelen. Vroeger vingen ze dit op in kruiken. We praten nog wat na met de ranger. Hij vertelde hoe het leven als ranger er uit ziet. Een heerlijk leven, maar je moet wel freak zijn om dit lang vol te houden.
We zijn pas om half vier terug in Cortez. Snel wat eten, de rugzak met etenswaren en medicijnen opgehaald bij het motel en snel door naar Moab.
Het is een dikke drie uur rijden. Vlak voor Moab ligt aan de weg de schitterende Wilson Arch te schitteren tegen een felblauwe hemel. Er gaat een steil pad naar boven. Klimgeiten als we zijn spurten we op onze nieuwe bergschoenen naar boven en genieten van het schitterende uitzicht.
In Moab bij het toeristenburo wat informatie verzameld. Een geëmigreerde Nederlander weet een gezellig restaurantje in Moab, waar we onze feestdag waardig af kunnen sluiten.
We rijden eerst naar ons hotelletje. Het is een half uur naar de Castle Valley. De weg gaat 15 mijl langs de Colorado rivier door een diepe canyon. Het is onbewolkt en de zon kleurt de bergtoppen prachtig rood tegen de felblauwe lucht. Als we de Castle Valley in rijden zien we om ons heen schitterend gekleurde bergen. De 'castle' is een recht opstaande punt op de bergen.
De Castle Valley Inn, waar we 4 nachten zullen verblijven, ziet er schitterend uit.
Ien schrijft: '"Nou een plaatje!!! Mijn god, wat een verblijfje. Om door een ringetje te halen. Prachtige tuin er omheen met vele vogels en fruitbomen. Ook kolibries. Grasveld, een bubbelbad waar je 's avonds in kan. Terrasje waar het ontbijt wordt geserveerd. Alom rotsen. Beneden TV met videokeuzes. Ook een luxe grote zitkamer. Onze kamer: föhn, shampoos, 'drukzeep', oplaadbare zaklamp, in badkamer klein lampje voor als je moet plassen 's nachts. Ook op de gang, zodat je 's avonds wat kunt zien. Heel groot mooi bed, schommelstoel en een ijskastje en hokje voor je spullen. Uitzicht op de rotsen! Badjassen en 2 paar slippers voor het bubbelbad. Chocolaatje op het nachtkastje. Het is echt compleet kicken! Boven een zitkamer en in de tuin hangmatten en ligstoelen. Limonade mag je uit de koelkast pakken".
Na het inchecken moeten we weer een half uur terug naar Moab. We eten in de op een heuvel gelegen Sunset Grill. Het is het vroegere huis van de Steel familie, die hier fortuin hebben gemaakt met de ontdekking van een uraniumader. We hebben een tafeltje aan het raam met uitzicht over de verlichte stad. Ien neemt een Haags glaasje rode wijn voor ƒ11,-. Een slok en het was op. Het eten in het Amerikaanse 'toprestaurant' was wel redelijk, maar hield niet over. Gezellig was het wel.
Tegen middennacht liggen we op een oor.
Vrijdag 15 augustus Moab: Canyonlands
We ontbijten heerlijk op het terras. We delen de tafel met een stel uit Illnois. Ze hebben 25 uur gereden om hier te komen. Gisteren hebben ze gewandeld in de Canyonlands. Het ging regenen, waardoor ze soms door 30 cm water moesten waden om terug te komen. We vertellen ze hoe gek en walgelijk we het ophemelen van de jacht hier vinden. In de supermarkt telden we alleen al 16 bladen over het jagen, een rek vol video's met 'geweldige' slachtpartijen en ontelbaar veel bladen over revolvers en geweren. Er is hier zelfs een TV zender van en voor jagers!! In de blaadjes voor 'boogschutters' zie je idioten in een camoeflagepak in een boom zitten. Tijdens de discussie over de jacht vraagt de knul of we de herten hier al gezien hebben. Op dat moment stapt er een hert (mule deer) het gazon op en kijkt ons wat onzeker aan. Nog nooit meegemaakt. Herten bij het ontbijt.
We doen rustig aan en gaan pas na elven op stap. Eerst de post ophalen. Aanvankelijk snappen ze niet wat ‘poste restante’ is, maar dat blijkt hier ‘general delivery’ te zijn. Er is een brief van beide moeders. In Holland gaat alles goed, al is het wel warm. Ien heeft 5 kantjes vol geschreven voor haar moeder. Ik ben niet zo'n schrijver en maak er kopietjes van voor mijn moeder. Ien schrijft zo enthousiast. Dat vindt mijn moeder vast leuker dan mijn 'zakelijk geleuter'.
Door de postperikelen rijden we pas na enen naar de Canyonlands. Volgens het handboek moet een halve dag in het noorden van de Canyonlands genoeg zijn. Onderweg komen we bij de ingang van de Arches. Ien moet als echte vrouw weer eens naar het toilet, dus maken we een tussenstop. Als ik even informeer naar de mogelijkheden voor morgen blijkt er elke dag een mooie wandeltocht met ranger te zijn. Er zijn voor morgen nog enkele plekjes vrij, zodat we ons inschrijven voor de hike van 10 uur.
Het is een uur rijden naar de Canyonlands. We stoppen eerst bij 'Dead Horse Point'. Hier heb je vanaf 1700 meter een mooi uitzicht over een scherpe bocht van de Colorado rivier.
De naam Dead Horse (dood paard) stamt uit de tijd dat hier wilde paarden werden gevangen. Deze canyonpunt heeft een nauwe 'nek' van ca. 10 meter. De paarden werden de punt opgejaagd en de ‘nek’ werd afgesloten. De paarden werden getemd en verkocht. Ontembare paarden bleven op de punt. Toen de paardentemmers het gebied verlieten, openden ze het hek. De paarden hebben de punt echter nooit verlaten en stierven van de dorst, terwijl de Colorado rivier 800 meter onder ze stroomde.
Er zijn verschillende wandelingen uitgezet. De hitte (34 ºC) en het niet veranderende uitzicht besluiten ons snel naar het andere punt, 'Island in the sky', te rijden.
Ien is moe van de korte nachten van de afgelopen week en vindt het een ramp als ze haar middagtukje moet onderbreken voor weer een mooi, maar niet nieuw uitzichtpunt. We rijden naar het verste punt, de 'Grand View'. Hier heb je een mooi uitzicht over de Green rivier, die hier in de Colorado stroomt. Als ik een foto van Ien wil nemen waait mijn hoed over de rand. Niet helemaal de diepte in, maar toch een steil stukje omlaag. Ien gilt het uit als ik van de rotsen klauter en mijn hoed terug haal.
We doen nog wat minder interessante uitzichtpunten, voor we als laatste een korte trail naar de 'Mesa Arch' lopen. Het is een kort, steil klimmetje door woestijnlandschap. Er groeien hele taaie bomen en de grond is bezaaid met cactussen. De arch (boog) valt eerst wat tegen, maar als we er doorheen kijken hebben we een schitterend uitzicht over fraaie bergtoppen. Hoogtepunt van de dag.
We besluiten de rest van de Canyonlands te laten voor wat het is en rijden terug naar Moab. In de wasserij doen we de was, waarna we op een terrasje 'fish and chips' eten. Het is onbewolkt. Ideaal voor een mooie zonsondergang. We denken er nog even over de zonsondergang in het Arches park mee te maken, maar hebben daar geen puf meer in. Bovendien is de weervoorspelling voor de rest van de week zonnig en heet. Morgen dus.
In de Castle Valley Inn hebben ze een 'hot tub', een bubbelbad, in de tuin. Hier komen we al bubbelend onder de sterrenhemel met volle maan bij van de toch wel vermoeiende dag.
Zaterdag 16 augustus Moab: Arches
Met een vloek wordt ik wakker. Net als in Nederland zijn weermannen de onbetrouwbaarste mensen van het land. Niet zonnig en heet, maar bewolkt en koel. Wel lekker om te lopen, maar funest voor een mooie zonsondergang. Ik vervloek mezelf dat ik gisteren niet gewoon doorgezet heb en naar de Arches ben gereden.
De Arches moeten één van de hoogtepunten van de vakantie worden. Tot nog toe roepen we tegen iedereen dat we Yellowstone en Bryce canyon de hoogtepunten vonden. Daar zouden we graag de Arches aan toe voegen.
Arches zijn door erosie gevormde boogvormige gaten in de rots. Er zijn in het park ruim 2000 kleine tot zeer grote arches.
Het is een unieke samenspel van de natuur, die de vorming van arches mogelijk maakt. Ten eerste is er een breuk in de aarde nodig, die door de werking van de aardkorsten land omhoog, dan wel omlaag drukt. De Moab breuk gaat dwars door het Arches park heen. Ten tweede moet het gebied in de loop der miljoenen jaren regelmatig door zeeën overspoeld zijn geweest. In de geologische cirkel is het gebied van de Rocky mountains tot de Stille oceaan vaak zee geweest. Door het dalen en stijgen van de zeespiegel (ijstijden) hebben zich hier binnenzeeën gevormd, die weer zijn opgedroogd waardoor zich een dikke zoutlaag heeft gevormd. Als de zeespiegel weer steeg vormde zich op die zoutlaag een zandlaag, die zo dik werd dat na het weer droog vallen van dit gebied zandstenen bergen werden gevormd. Alle ingrediënten voor een landschap als hier zijn nu aanwezig. De zoutlaag is instabiel en wordt op sommige plaatsen, waar de zandstenen bergen zwaarder zijn, ingedrukt. Het zout kwam op andere plaatsen in de verdrukking en vond zijn weg naar boven. De zandlaag werd als een ballon omhoog gedrukt, waardoor het oppervlak werd vergroot. Zo ontstonden de ribbels in de zandsteenbergen die nog steeds te zien zijn. Deze dunne ribbels erodeerden door regen, sneeuw en vorst (uitzettend water in de rots). De zwakke plaatsen eerst. Als de zwakke plek onder de top lag, vormde zich in de dunne ribbel een gat. Een arch werd geboren.
Na wederom een heerlijk ontbijt rijden we stevig door naar het park. We hebben om 10 uur een wandeling met een ranger van 3 uur in het anders ontoegankelijke Fiery Furnace gebied. Na een half uur naar Moab is het nog ruim een half uur naar de verzamelplaats in de Arches. De eerste indruk van de Arches is overweldigend. Grillig gevormde uitstulpingen in een heuvelachtig landschap. De ene berg is nog aparter dan de andere. Ook de kleuren zijn steeds weer anders. Rood, groen, geel, wit en nog vele kleuren er tussen in. Vanwege de wandeling moeten we heel wat moois voorlopig voorbij rijden.
De wandeling door Fiery Furnace is heel bijzonder. Met Sonja als gids gaan we via nauwe doorgangen een waar doolhof in. We klimmen en klauteren als echte bergbeklimmers. Ien houdt zich kranig. We hebben liters water meegenomen. Gelukkig laat de zon het afweten en hebben we niet alles nodig. Anders was het nog zwaarder geweest. We stoppen veel. Sonja verteld dan wat over het ontstaan van de Arches. In afgelegen richels leeft een soort rat, die alles verzamelt wat hij tegen komt. Hij eet niet alles op, waardoor er een dikke mestlaag ontstaat. Onderzoekers hebben deze lagen onderzocht en kwamen plantenresten van 11 duizend jaar oud tegen. Zo konden ze een stuk geschiedenis van het gebied (welke begroeiing was hier de afgelopen duizenden jaren) herleiden. In Mesa Verde hebben ze in zo'n hol een halve, 1200 jaar oude rieten mand van de Anasazi terug gevonden! De enige!
Na drie uur heeft nog niemand iets gebroken en zijn we weer veilig op de parkeerplaats. De zon heeft ondertussen zijn kop opgestoken en het is inmiddels bloedheet geworden.
Er is veel te doen in het Arches park. We rijden eerst naar het uiterste noorden en lopen in de 'Devils Garden' een trail langs een aantal mooie arches. We zien hier de Tunnel Arch, Pine Tree Arch, Wall Arch en de mooie Landscape Arch. We komen nog twee Nederlanders tegen. Ien ziet haar kans schoon om in een waterval van woorden te beschrijven hoe mooi ze het hier vindt en dan met name Yellowstone en de Bryce Canyon, waar zij nog naar toe moeten. We gaan niet verder dan Wall Arch. Ik klim de arch op en sta even later tientallen meters boven Ien op een eng rotspuntje.
Hierna rijden we via verschillende uitzichtpunten naar Balanced Rock. Dit is een enorme kei, die boven op een slanke pilaar wankelt en elk moment dreigt om te vallen.
De zon begint zijn tol te eisen. We hebben te weinig eten mee genomen. De liters water die we drinken blijken niet genoeg om in conditie te blijven.
We lopen nog naar een (ver) uitzichtpunt over de bekende Delicate Arch, maar na de stop bij Double Arch gaat het kaarsje uit. We besluiten naar Moab te rijden en daar een hapje te eten. Bij een smerige McDonald’s, in de USA een derderangs hamburgertent, nemen we iets vettigs en de grootst mogelijke coke. Wel grappig, even een uurtje rijden om een hamburger te eten en dat nog een klein stukje vinden ook.
Als we terug rijden zien we twee zeldzame bighorn sheep langs de kant van de weg. Het zijn jonge mannetjes met kleine horens. We zijn niet de enigen die de dieren waarnemen en overal zie je auto's op de snelweg met ware doodsverachting keren om de beesten van dichtbij te zien.
Het is zeven uur als we bij de trailhead naar Delicate Arch aankomen. Het is 2,5 kilometer klimmen naar deze bekende arch. De zon is achter een dicht wolkendek verdwenen, maar laat af en toe een glimpje zien. De zonsondergang is om 8:12, maar het beste licht heb je meestal een half uur van te voren. Het is 45 minuten klimmen. Aangezien de zon zich maar af en toe laat zien en elke seconde nu telt spurt ik naar boven. Ien loopt met een Amerikaanse op en komt iets later boven. Het uitzicht over de arch is fenomenaal. Er zijn wel erg veel mensen om van dit schouwspel te genieten. Op een rand zitten tientallen mensen met joekels van kamera's en statieven te wachten op een glimp van de zon. Jammer voor hun, maar wij zijn er ook en ons is deze vakantie geen mooie zonsondergang gegund. Ook vandaag blijft de zon verscholen achter die ene wolk aan de horizon. Veel mensen hebben lak aan die mensen met kamera's en gaan lekker in de opening van de arch zitten. Wel leuk al die fotomodellen, maar laat ze dan jong en blond zijn en niet zo'n dikke McDonald’s reet hebben. Morgenavond doen we nog een poging.
Het meisje waar Ien mee op liep heeft een paar interessante tips. In mei kun je tussen de walvissen, dolfijnen en zeeschildpadden zwemmen in Maui (Hawaii). Beren kun je haast gegarandeerd zien in Sequoia NP, vlak onder Yosemite NP in Californië.
Als de zon onder is worden de kamera's ingepakt en trekt de hele stoet teleurgesteld naar beneden. Het is volle maan, zodat we het pad goed kunnen volgen. We rijden meteen door naar ons hotel en nemen op de ligstoel in de tuin nog een lekker biertje onder de nu weer heldere sterrenhemel.
Zondag 17 augustus Moab: Castle Valley
We hebben vandaag een rustdag. Uitslapen is er echter niet bij, want het ontbijt is maar tot half negen. Er is geen wolkje aan de hemel te bekennen en we zoeken al snel een schaduwplekje op in de tuin. Ien gaat lezen in de hangmat en ik werk de achterstand in mijn reisverslag bij. Het is heerlijk in de tuin. Er komen twee herten even kijken of we het goed maken.
Om half vijf rijden we naar Moab om te eten. Ien heeft een gezellig historisch restaurantje ontdekt. Het is net open en we kunnen op het balkon zitten. Het waait behoorlijk en de slablaadjes vliegen om onze oren. Het gebouw heeft een kleurrijke historie. Outlaws zoals Butch Cassady hebben hier hun paarden ververst, evenals de sheriffs die zijn bende achterna zaten. Een mooi verhaal is ook dat rond 1920 de eigenaar zijn schoonzoon en zijn dochter dood schoot. Hij wist zich zeven dagen in het huis te verschansen, waarbij hij op alles schoot wat bewoog. Uiteindelijk gaf hij zich over.
Het eten is niet echt geweldig, maar dat zijn we nu al gewend in Amerika.
We rijden snel naar het Arches NP en beginnen om zeven uur de trail naar Delicate Arch. Als we beginnen met lopen verlicht de zon de omgeving prachtig rood, maar als we in de buurt van de arch komen weet hij net als gisteren de enige wolk aan de horizon te vinden. Een half uurtje eerder en we hadden de mooiste foto's kunnen nemen. God, wat hebben we misdaan?
Ik beklim een steile wand en kan zo door de arch de flauwe zonsondergang filmen. Een schrale troost. Op de terugweg zien we veel mensen in het bijna donker naar boven lopen. We realiseren ons dat het volle maan is en dat het prachtig moet zijn boven. We gaan toch maar niet terug. Tijdens de autorit naar de uitgang zien we hoe mooi de maan boven Balanced Rock staat. Toch nog mooie volle maan foto's.
Het is onze laatste avond in de Castle Valley Inn. We willen geen afscheid nemen van dit heerlijke plekje. Eerst duiken we nog eenmaal in het bubbelbad. We zijn niet de enigen. Een aardige gepensioneerde diplomaat geniet ook van het gebubbel onder de volle maan. Hij is pas gestopt met werken en probeert van het leven een groot (reis)feest te maken.
Na een uur bubbelen nemen we nog een biertje in de hangmat. Om één uur is het heerlijke dagje ten einde.
Maandag 18 augustus Canyonlands: The Needles
We doen lekker rustig aan en vertrekken pas om 11 uur. We zouden twee dagen naar Dinosaur NP gaan in het noorden van Colorado, maar blijven liever nog een dag in dit gebied. In Moab doen we een poging de auto te wassen, maar hij komt bijna nog smeriger uit het washok dan hij al was. Na een laatste kaartje naar huis, rijden we in twee uur naar het Needle gebied van Canyonlands NP. Het noordelijke gebied van de Canyonlands had ons niet zo aangesproken, maar het zuiden overtreft al onze verwachtingen.
Buiten het park loopt de weg tussen schitterend rode zandsteenbergen. Ongeveer 2000 jaar terug hebben bij Newspaper Wall indianen rotstekeningen gemaakt, die door de droogte goed bewaard zijn gebleven. Niemand weet echter wat deze historische graffiti betekend.
Bij het bezoekerscentrum vragen we hoe we bij het uitzichtpunt kunnen komen dat op de schitterende ansichtkaart staat. We zijn eerst teleurgesteld als ze het punt op de kaart aan wijst en zegt dat het 15 km lopen is. Het mooie uitzichtpunt blijkt echter halverwege de trail genomen te zijn, zodat we vol goede moed op pad gaan. Het is al laat in de middag en de zon kleurt de gelaagde bergen fel op. Het is een wandeling om nooit meer te vergeten. Je weet niet waar je moet kijken, zoveel mooie plekjes zie je. Canyonlands is hier volgens mij geologisch gezien veel jonger dan de Arches. De bergen hebben nog een witte laag op hun top. Deze laag is bij de Arches bijna overal weg geërodeerd. De rode 'derde' laag, de zachte laag die door eerder te eroderen de arches vormt, zie je hier soms een klein beetje aan de voet van de bergen.
Na 4 km over een soms lastig pad komen we bij het punt van de ansichtkaart. De Needles pronken schitterend in de ondergaande zon. We zijn er stil van. Van minst interessantste park is de Canyonlands in één klap opgeschoven naar de derde plaats achter Yellowstone en Bryce. Schitterend, al die gele zandstenen pilaren met witte hoed en rode strepen. Ook de bergen op de achtergrond gloeien rood op. Onderweg kwamen we ook aparte rotsformaties tegen. Een berg met een hap er uit en twee belegde hamburgers waren de meest opvallende twee.
We zijn al op de weg terug als de zon onder gaat. Zo'n mooie zonsondergang hebben we nog niet vaak meegemaakt. De hele horizon kleurt oranje. Ik hoop dat we mooie foto's en film hebben van de ondergaande zon achter de aparte puntrotsen. Op weg naar de uitgang moeten we enkele malen een noodstop maken voor overstekende konijnen. De domme dieren wachten aan de kant van de weg tot je er bijna bent, waarna ze proberen vlak voor de auto naar de overkant de sprinten.
Het is al donker als we terug zijn in Moab. We hebben mazzel dat we snel een motel hebben en voor tienen nog in het restaurant zijn voor een lekkere 'fish and chips'.
Dinsdag 19 augustus Moab naar Winterpark
Via de mooie weg langs de Colorado rivier rijden we terug in de richting van Denver. Als we bij een stuk prairie komen spreek ik mijn verbazing uit dat we geen prairiedogs zien. Ik ben nog niet uitgesproken, of we zien zo'n grappig diertje rechtop langs de kant van de weg staan. Als we goed kijken zien we er in de buurt nog een paar. Ze zijn heel schuw. Hier worden ze blijkbaar niet door domme toeristen gevoerd. Een stuk verderop zit een machtige roofvogel, een 'golden eagle', te wachten tot hij zijn slag kan slaan.
We zien onderweg veel doodgereden dieren. Een slang, een hert, een stinkdier en Ien's lieveling, een porcupine.
We willen naar het bekende ski-oord Aspen. De omgeving moet erg mooi zijn en het toeristische dorp heeft wellicht veel prullenwinkeltjes voor Ien. Ook zit er een Alamo vestiging, waar we de auto om kunnen ruilen vanwege de barst in de ruit. Van alle mooie plannetjes komt weinig terecht. Eerst staan we bij Aspen bijna een uur in de file wegens wegwerkzaamheden. Vervolgens kunnen we de Alamo niet vinden en blijkt Aspen nog duurder dan verwacht. In de winter komen hier alle rijken op aarde bij elkaar om te skiën. Zelfs in de zomer is de goedkoopste, aftandste kamer nog $58 (In de winter dubbele prijs). Het centrum bestaat slechts uit restaurants en kunstzaken, waar je onder de paar honderd dollar niets kunt kopen. We besluiten na een korte dorpswandeling door te rijden naar Leadville. We moeten over een hoge pas via dichte berkenbossen. Aspen betekent berken. Mooie uitzichten en waarschijnlijk schitterende trails. Het regent echter stevig. Bovendien zijn de trails doorgans lang en gaan ze door moeilijk terrein.
Op de radio horen we een heel betoog hoe je Jehova's getuigen kunt bestrijden. Er werden allerlei (bijbelse) feiten aangedragen, waaruit moest blijken dat Jehova's verkeerde boodschappers waren en mensen misleiden. Vooral hun niet uitgekomen voorspellingen kregen veel aandacht. In Nederland zou het onmogelijk zijn een sekte op deze manier tot de grond toe af te branden.
Leadville is een historische plaats. Eens was het door zijn goud en zilvermijnen de tweede stad van Colorado. Toen deze uitgeput raakten daalde het inwonertal van 15.000 naar de huidige 3.000. Ook Leadville teert op de drukke wintersportmaanden en maakt op ons een verlopen indruk.
Na een pizza rijden we verder naar Winterpark. Het ligt vlak bij Grand Lake, waar we de laatste twee nachten door zullen brengen. Het weer is ronduit slecht. Zwaar bewolkt, met af en toe een stortbui.
In Winterpark besluiten we een hotelletje te zoeken. Het dorp ziet er gezellig uit. Als we bij het eerste hotel willen informeren slaat Ien de deur van de auto dicht met de sleutel nog in het slot. Ik heb een reservesleutel in de videotas. Deze tas heb ik altijd bij me, maar had hem nu per ongeluk in de auto laten liggen. Shit. Het hotel heeft gelukkig een kamer en de receptioniste weet een slotenmaker. Deze is binnen tien minuten ter plaatse. Ondanks de stortregen begint hij met de klus. Plotseling slaat de bliksem vlak naast ons in. Volgens mij in de telefoondraden vlak boven ons. Ik zag de lichtflits. De enorme knal kwam tegelijk met de flits. Dat was echt dichtbij. We beseffen dat we mazzel hebben gehad. Desondanks blijft de man door gaan en heeft tien minuten later de deur open. Ien is dolblij. In de lobby praten we nog wat na met de man en de receptioniste. Hij woont al 40 jaar in Winterpark en ziet met lede ogen het rustige plaatsje langzaam aan veranderen in een druk toeristencentrum. In 1950 nog 50 inwoners, nu 3000 en over een paar jaar meer dan 10.000. Er blijkt in het dorp een restaurant te zijn, waar je kunt fonduen. Wij er snel naar toe. De Zwitserse kok blijkt echter alleen maar een kaasfondue pan te hebben. Hierin gooit hij een beetje kaas uit een pakje en mengt dat met veel te veel water. Het resultaat is een snotterig geheel, waar we na een paar stukjes brood met kaas een wat vreemd gevoel in de maag van krijgen. Trots komt de kok vertellen dat dit originele Zwitserse kaasfondue is. Als dat zo zou zijn, zou er geen Zwitser meer in leven zijn.
Woensdag 20 augustus
Grand Lake: Rocky Mountains
Bij het vertrek uit Winterpark stuiten we weer op typisch Amerikaanse oppervlakkigheid. We informeren naar de wintersportmogelijkheden bij de baas van het hotel. Als even later de receptioniste van gisteravond binnen komt groet ze niet eens en als we even later weg gaan zegt alleen de baas van het hotel ons gedag. Typisch Amerikaans. Als je met ze te maken hebt zijn ze heel vriendelijk en spontaan, maar als je je rug hebt gekeerd zijn ze je meteen vergeten. Het is een uurtje naar Grand Lake. We slapen weer in de Bighorn lodge. We zijn te vroeg en moeten wachten tot de kamer is schoon gemaakt.
Bij het postkantoor hebben we twee brieven opgehaald. Van beide moeders eentje, terwijl Mik ook wat heeft geschreven op Ine's brief.
Het was vanochtend stralend weer. Geen wolkje aan de strak blauwe hemel. Als we 's middags het Rocky Mountain park in gaan is het echter bewolkt. Even later barst de hemel open en zitten we midden in een enorme regenbui. Na een tijdje begint het zelfs te hagelen. Op het grasland vlak bij de ingang zien we een groep van 30 vrouwtjes elken in de regen staan. Als ze zich uitschudden veranderen ze van donker bruin in bijna licht grijs.
Het is opgeklaard en we willen de Colorado rivier trail lopen. We nemen echter een verkeerde afslag en komen op een pad terecht dat steil omhoog de bergen in gaat. Hierbij verlaten we ook de grasvelden, waar we wild hoopten te zien. We zien nu wel veel grappige eekhoorns.
Als we terug rijden naar Grand Lake gaan we even langs Pine Beach. In een boekje bij het bezoekerscentrum werd deze picknickplaats genoemd als een mooi plekje, waar bevers en otters zich regelmatig laten zien. Het is nog te vroeg voor bevers, maar ik zie wel een osprey (roofvogel) in een boom zitten met een nog spartelende forel.
Op de één of andere manier verknoeien we onze dag. De uurtjes vliegen voorbij. Om 10 uur pas weg naar Grand Lake, een uurtje rijden er naar toe, wachten op de kamer, post ophalen en een weinig boeiende trail in de Rocky Mountains zorgen er voor dat het zomaar 5 uur in de middag is, terwijl je het idee hebt geen moer gedaan te hebben.
In Grand Lake eten we heel gezellig in het Rapids restaurant. We zitten bij het raam en hebben een mooi uitzicht over de rivier met zijn stroomversnellingen. Het eten was overigens ook perfect, zodat we hier morgen weer eten.
We wilden na het eten nog even kijken of er bij Pine Creek nog bevers te zien zijn, maar als we aankomen is het al te donker.
Bij het hotel praten we nog even met de eigenaar. Hij is Pool van origine. In 1972 naar de USA gekomen. Na 25 jaar had hij genoeg van Chicago en heeft in april deze lodge gekocht. Hij geniet zichtbaar van de overstap.
Donderdag 21 augustus
Grand Lake: Rocky Mountains
Onze laatste dag. We willen er nog even van genieten. We hebben alleen andere ideeën over hoe we deze laatste dag in moeten delen. Ik wil nog een laatste dag de natuur in, terwijl Ien al weken uitgekeken heeft naar de leuke winkeltjes hier en de grappige midgetgolf baan. Bovendien heeft Ien heel veel angst voor de weinige puma's en beren, die je eens in de 10 jaar tegen kunt komen. Om 7 uur zijn we in het park. We rijden eerst naar een plek waar je na een korte wandeling over de meadows kunt kijken. Dit is het leefgebied van de elanden. Als we de auto uitstappen kijken we meteen al in de ogen van een redelijk jong mannetjes eland. Onverstoord graast hij door. Even lijkt het er op dat hij in het struikgewas verdwijnt, maar even later laat hij zich weer zien. Er stroomt een riviertje tussen ons in, zodat we ons geen zorgen hoeven te maken. Elanden kunnen agressief zijn en kunnen mensen aanvallen. We kunnen hem drie kwartier goed observeren. Dan heeft hij er genoeg van en stapt in het struikgewas. Binnen een paar seconden is hij spoorloos verdwenen. Ondanks dit succes lopen we de trail naar de meadows, waar ik dacht de meeste kans op elanden te hebben. We zien hier helemaal niets.
Vervolgens lopen we een trail naar een in het bos verscholen meadow. In totaal zes kilometer door moeilijk terrein. In de buurt van deze trail is vier weken terug een jongetje aangevallen en gedood door een puma. Voor het eerst in de historie. Er hangen dan ook grote waarschuwingsborden. Zolang je met z'n tweeën bent, niet gaat rennen en geen kind ben kan je weinig gebeuren. Ien is blij dat er vlak voor ons twee wandelaars vertrekken. 'Die kan de puma dan het eerst opeten'. Het is een steile klim. In het dennenbos leven hier erg veel eekhoorns. Ze zijn druk bezig denneappels uit de boom te halen en deze op te eten. Soms slaken ze indringende alarmkreten als ze ons aan zien komen. De nieuwsgierigheid overwint het echter doorgaans van de angst. Na drie kilometer komen we bij de verborgen meadow. Het zonnetje schijnt en we gaan lekker even een half uurtje op een zon liggen.
Na de wandelingen is het Ientjestijd. Winkeltjes afstropen. Ik laat haar lekker door het dorp razen en ga bij Pine Creek aan het Brondby meer lekker het reisverslag bijwerken.
Om half drie ben ik weer terug in Grand Lake. Ien heeft alle winkeltjes afgelopen en vond het maar een grote kitchzooi. Alleen een Keltische ring kon haar bekoren. We doen een rondje midgetgolf. Er zijn hele constructies gemaakt, waarbij het balletje via allerlei kraantjes, lopende banden en buizen soms aan de andere kant van het terrein weer op de baan komt. Ien is in bloedvorm en wint afgetekend.
Hierna voor de laatste keer naar het park. We rijden in één stuk door naar het bezoekerscentrum midden in het park. Hier hebben we een maand terug elken in de sneeuw gezien. Als we boven komen is er aanvankelijk weinig te zien. Er is veel sneeuw gesmolten en alleen in de verte is er een elk te zien. De ijswand, waar we onze naam nog in hebben geschreven en waar de elken zo mooi op liepen, is geheel verdwenen. Het is vrieskoud boven en er staat een straffe wind. In het restaurant bekijken we de mooie vallei maar van achter het grote raam. Als het zonnetje door komt gaan we buiten kijken. Ook zes grote mannetjes elken zoeken beneden een open veldje op, zodat we ze met de verrekijker goed kunnen zien. Af en toe is er even een kort gevecht. Vooral het grootste mannetje wordt regelmatig bij het grazen gestoord door een uitdagend jong mannetje. Vlak voor ons ontdekt Ien een marmot. Deze zit heerlijk op een steen te genieten van de zonnestralen. Er komt ook nog even een kleintje om de hoek kijken. Deze kroelt wat met zijn moeder en verdwijnt dan weer in zijn holletje.
Het is laat in de middag als we terug rijden naar Grand Lake. Overal lijken wel dieren tevoorschijn te komen. Als we stoppen voor overstekende herten, komt er van de andere kant een groep vrouwtjes elken aan. Om de paar honderd meter moeten we wel even stoppen. Op de plaats waar we vier weken terug 's ochtends (erg) vroeg tevergeefs naar Bighorn sheep hebben gezocht, zien we nu een kudde van 20 vrouwtjes en jongen op de bergwand grazen. Helaas weer geen grote mannetjes met die gekrulde horens. Net buiten het park zien we ook twee herten met volgroeide geweien aan de kant van de weg.
De laatste avond sluiten we af in het Rapids restaurant. Onder het genot van een fles wijn laten we de garnalen, forel, ijs en pasta goed smaken. Vanuit het raam kijken we naar de snel stromende rivier en het als kerstboom versierde prieel.
Het pakken van de spullen is een groot probleem. We hebben zoveel troep meegenomen en verzameld (folders), dat het nauwelijks in de drie tassen en rugzakken past. Je mag 32 kilo per persoon vervoeren en van deze luxe hebben we uitgebreid gebruik gemaakt. Je moet het alleen nog kwijt kunnen. Onvoorstelbaar, wat een losse troep uit de auto komt zetten.
Uiteindelijk lukt het toch. We hebben bij elkaar 55 kilo. De handbagage komt daar nog bij.
vrijdag 22 augustus Weer naar huis
We dachten alle tijd te hebben, maar nadat we gisteren gingen rekenen bleek dat we al om half acht we moeten.
Het is bijna 2,5 uur rijden naar Denver. De weg van Grand Lake naar de I70 neemt bijna anderhalf uur in beslag. Je moet door veel dorpjes en ook hier zijn ze soms 20 km achtereen met de weg bezig. We krijgen nog een laatste toetje wild. Eerst zien we een grote kudde bighorn sheep op de rotsen langs de weg, vervolgens zwaait een hert ons uit en tenslotte zien we nog een kudde bizons bij een boerderij, vlak voor ze tot biefstukken worden verwerkt.
We zijn ruim op tijd bij het vliegveld. Het terug brengen van de auto slokt al onze extra tijd op. Er moeten allerlei formulieren worden ingevuld vanwege de barst in de voorruit. We hebben de 10.000 km net niet gehaald. We zijn blijven steken op 6.120 mijl, oftewel 9.800 kilometer. Met de shuttelbus van de Alamo naar het vliegveld. Het inchecken gaat heel snel, zodat we nog even tijd hebben bij McDonald’s Amerika af te sluiten met allerlaatste hamburger.
De vlucht gaat zeer voortvarend. Bij het overstappen op de internationale vlucht in Atlanta hoeven we niet eens onze paspoorten te laten zien. Opgeruimd staat netjes denken ze zeker. Door het tijdsverschil van 8 uur slaan we een nacht over. Desondanks zijn we redelijk fit als we even voor tien uur ‘s ochtends op Schiphol arriveren. We hebben 2½ plus 10 uur gevlogen. Ans, Ab, Annemarie en Henri staan ons met zonnebloemen op te wachten.
Na de gebruikelijke, gezellige bak koffie op Schiphol worden we thuis afgezet. Morgen hebben we als afsluiting van een onvergetelijke vakantie een barbecue bij Ab en Ans. Vanavond gaan we eerst bij Ine en Gerrit-Jan onze avonturen vertellen en de eerste stukjes van de film bekijken. |