PERU Reisverslag

1996



deel 1

De kust en Titicaca meer


deel 2

Manu NP


deel 3

Cuzco en omgeving


Dag 16
Met de truck afdalen naar het Manu NP
Zondag 21 juli 1996
 

Zondag 21 juli Manu (vertrek)

Het Manu Park ligt op twee dagen reizen van Cuzco.

Om 2:45 gaat de wekker. Het grote avontuur gaat beginnen. Ik hoop niet dat het hele (gehorige) hotel wakker geworden is van de douche en föhn. Een uur later worden we met de taxi opgehaald door Lorenzo. Alle mensen worden één voor één opgehaald en naar de robuuste truck gebracht. Wij zijn met z'n achten. In de bus zit ook een steenrijke Zwitserse familie, die deze tocht privé hebben geregeld. De familie wordt bijgestaan door een tolk voor de kinderen. We zijn blij dat de kinderen al wat ouder zijn. De vrees was dat het kleine jengelende kinderen zouden zijn, die de beesten ver weg zouden jagen. Onze groep bestaat naast ons zelf uit 2 Duitsers (Regina en Andreas), een Amerikaan (Tim) en zijn Japanse vrouw (Sachiko), een Amerikaanse vrouw (Judy) en een Zweed (Mats).

In het pikkedonker vertrekken we. De eerste dag zullen we van 3.800 naar 600 meter afdalen. Als het licht wordt zien we de smalle weg door de kale Andes. Je kijkt vanuit de truck in diepe ravijnen. Als je een bocht door gaat lijkt het net alsof de auto het ravijn in rijdt. De indianen zien er kleurrijk uit. De meeste vrouwen hebben een hoedje op hun hoofd, dat veel weg heeft van een cakeblik.

Pre-Inka graftombes

Pre-Inca graftombes

De eerste stop is bij een paar pré-inka graftombes. Het heeft wat weg van Sillustani. De mummies, die in deze tombes opgebaard lagen, werden tijdens oorlogen er uit gehaald. Om de tegenstander angst in te boezemen droegen de stoottroepen de mummies. We lunchen in het culturele dorpje Pacartambo. Het is bekend vanwege zijn hoogstaande festivals met veel unieke dansen. We bezoeken de kerk. Ze zijn er trots op dat hun heilige maagd door de Paus in 1985 is gezegend. Elk jaar wordt ze op een loodzware draagbaar tijdens een processie rondgedagen.

We dalen nu langzaam de 'cloudforest' in. Het is inderdaad een wolkenoerwoud, want we rijden hele stukken door de wolken. Als we bij 'Tres Cruzes' stoppen zien we dan ook niets anders dan mist in plaats van het beloofde schitterend uitzicht over het onder ons liggende regenwoud. We hebben een enorme pech. Vlak voor we bij de baltsplaats van de rotshaan ('Cock of the rock') komen begint het te regenen. Er is dan ook niets te zien vanuit de schuilhut. Als het niet regent zijn er deze tijd van het jaar soms wel 20 aan het baltsen.

Onderweg komen we langs de baltsplaats van de prachtige oranje "Cock of the Rock"'s

Gelukkig lunchen we in de bus vlakbij de baltsplaats. Tijdens het eten zie ik zo'n schitterend oranje rotshaan in de bomen zitten. Met de verrekijker kunnen we hem bewonderen. Na de lunch regent het nog steeds en met een flinke kater rijden we verder. Plotseling wordt Ien helemaal gek. 'Stop de bus, stop de bus!, Cock of the rock!!' Ze heeft een rotshaan langs de kant van de weg gezien. We rijden een stukje terug en zien hem nog net wegvliegen. Even later is het weer raak. Er zitten er twee in de boom. Heel vriendelijk blijven ze even zitten voor de video. Toch nog tevreden rijden we verder.

De Zwitserse familie lijkt meegesleurd te zijn door vader. Hij is de enige die af en toe uit het raam kijkt of een foto neemt. De rest ligt te slapen en vindt het een ramp als we stoppen voor een wandeling of uitzichtpunt.

De weg wordt steeds smaller

De weg naar Atalaya is heel smal. De ene dag mogen er alleen auto's naar boven, de andere dag allen naar beneden. Alleen op zondag mag de weg in twee richtingen worden gebruikt. Om niet vast te komen zijn er een aantal onderlinge afspraken gemaakt over de rijtijden. De kolonnes wachten op elkaar bij de wat bredere delen van de weg. Niet iedereen houdt zich hieraan. We staan dan ook een aantal keer oog in oog met een tegenligger. Er moeten dan halsbrekende toeren worden uitgehaald om elkaar te passeren.

Ingang van het Manu park.

Laat in de middag bereiken we de rivier Madre de Dias. Er zijn hier wat primitieve dorpjes. Vanuit Atalaya moeten we een stukje met de boot naar de Amazonia lodge. De gidsen Tino en Lorenzo zijn niet op elkaar afgestemd. Ze vertellen beiden wat anders, wat een grote consternatie teweeg brengt. De één zegt dat de grote bagage in Atalaya achter blijft, de ander dat het met een landrover wordt gebracht. Ook blijken we plotseling een voettochtje te maken, waarbij we door water moeten lopen. Na veel misverstanden nemen we uiteindelijk alle bagage maar mee en trekken we onze rubber laarzen aan voor de wandeling.

We blijken naar de andere kant van de rivier te moeten. We worden door een kano gebracht. Aan de andere kant rijdt een landrover, die spullen naar de Amazonia lodge brengt, terwijl wij een trail naar dezelfde lodge lopen. Sommigen hebben het niet begrepen en hebben hun grote bagage achter gelaten in Atalaya. Het is een korte wandeling in het donker naar de lodge, waarbij we twee keer door een riviertje moeten waden. De lodge is verrassend luxe. Een redelijke tweepersoonskamer en douches op de gang. Het is hier vroeger het neusje van de zalm geweest voor onderzoekers, maar nu de mens zover is opgerukt dient het nog maar als tussenstop naar Manu.

Tijdens het eten maken we een beetje kennis met elkaar. Tino is hoofdgids, terwijl Lorenzo het nog moet leren. Lorenzo doet echter al alsof hij alles weet en begaat de ene na de andere blunder. Tino moet hem steeds corrigeren. Wij hadden hem vandaag en tijdens de voorbereiding ook al betrapt op onzinnige verhalen. We doen er heel de dag al wat lacherig over. Tino is een heel ervaren gids. Hij weet ontzettend veel en kan boeiend vertellen. We duiken vroeg de koffer in na een vermoeiende dag.

 
Dag 17
Manu (dag 2) - Atalaya - Boca Manu
Maandag 22 juli
 

Ochtend birdwalk op terrein Atalaya lodge

De route van Atalaya naar Boca Manu doen we per boot.

Als de zon op komt worden we wakker van de vele vogelgeluiden. Ik sta dan ook meteen naast mijn bed met de verrekijker in mijn hand. Tientallen oropendola's maken een hels kabaal. Deze zwarte vogel heeft een felgele staart tijdens het vliegen. Om geluid te maken heeft hij extra lucht nodig. Hiervoor maakt hij een diepe buiging voorover. In de tuin zijn ze aan het nestelen. Net als wevers weven ze van takjes een hangend nest.

In de omgeving van de lodge maken we een korte wandeling. We gaan op zoek naar bijzondere vogels. Het valt een beetje tegen, want behalve 4 hoatzins krijgen we niet veel te zien. Even slaat het hart over als we op een tak een ara zien, maar deze blijkt semi-tam te zijn. Er zijn wel wat sporen te zien. Tino toont ons de voetafdrukken van een hert, een capibara en een agouti.

 

 

Met de boot van Atalaya naar dorpje Boca Manu

De Zwitserse groep vertrekt een half uur voor ons. Het is 6 uur varen over de Madre de Dios rivier. Waar de Manu rivier in de Madre de Dios stroomt zullen we overnachten. Dit deel van de rivier wordt relatief druk bevaren. Desondanks zien we redelijk veel vogels. Vooral veel roofvogels, zoals verschillende soorten wouwen, havikken en gieren. Hoogtepuntje was het zien van een langs de kant zittende koningsgier, een nauwe verwant van de condor. Dit zeldzame dier staat aan de top van de voedselketen. Normale gieren moeten wachten op de koningsgier, omdat deze als enige het karkas kan openen. Als tegenprestatie neemt hij de lekkerste delen van het dode dier, zoals de ogen, tong en darmen. Ook de reigers zijn rijk vertegenwoordigd. Vooral de tijgerreiger is het vermelden waard.

Een lange vaardag in de kano brengt ons naar Boca Manu.

We zitten redelijk comfortabel. Op de banken liggen dikke kussens, zodat onze billen worden gespaard. Gids Tino zit op een houten kist vlak voor ons. Hij vertelt veel en is de hele tijd in de weer om nieuwe vogels voor ons te zoeken. Dit in tegenstelling tot Lorenzo. Hij ligt de meeste tijd te pitten. Er wordt goed voor ons gezorgd. Regelmatig krijgen we een 'snack'. Een plastic zakje met koekjes, fruit en wat snoepjes. Tino is een Hollandse snoepkont. Hij heeft constant een zuurtje in zijn mond. Hij is zelfs de enige Zuid-Amerikaan die drop lekker vindt !!

Zandvlooien, zandvlooien, zandvlooien

Tijdens de plas- en eetpauzes krijgen we voor het eerst te maken met de zandvlooien. Het zijn kleine vliegjes, die in grote zwermen om ons heen zweven. Als je niet oplet is je hele arm zwart van de vliegjes. De krengen zuigen bloed en veroorzaken een grote, rode jeukende bult. Aanvankelijk onderschatten we het gevaar en vinden het niet nodig ons helemaal in te smeren met Deet. Tientallen bulten zijn het gevolg. Vooral de billen van Ien zijn een feestmaal en lijken wel een maanlandschap door haar vele plasstopjes ('Even plassen voor de zekerheid').

Het is tot vlak voor Boca Manu redelijk bewolkt. Als we om kwart voor vier aan land gaan in Boca Manu om de permits te laten controleren is het bloedheet. Het stikt er ook van de zandvlooien, zodat we meteen een barretje in vluchten. Bar is wel een groot woord voor de tafel en paar stoelen. Het bier moeten we bestellen bij een vrouw die net haar kind verschoont.

Kamperen in het Manu park, net buiten Boca Manu

x
Lorenzo laat zien hie je NIET een tent op kunt zetten. Zelfs dat kan hij niet.

De politieagenten, die de permits moeten controleren, zijn stomdronken. De twee groepen die we net zagen vertrekken, hebben ze uit pure balorigheid een paar uur opgehouden. Tino weet ze met een paar biertjes te paaien en kunnen we na een half uurtje verder naar onze eerste kampeerplaats niet ver buiten het dorp. Op het ogenblik broeden er vogels op de zandbanken van de rivier. We moeten dus goed uitkijken waar we de tenten neer kunnen zetten. Tijdens het zoeken verdedigt een stern zijn nest en valt de boot aan. Over enkele honderden meters blijft hij luid krijsend duikvluchten maken naar de boot.

Kamperen aan de oever van de Madre de Dios rivier.

Als we een mooi plekje hebben gevonden, zetten we snel de tenten op. Naast 7 tenten voor ons zijn er ook twee grote tenten (de keuken en de eetruimte) en een kleine 'toilet-wigwam'. In de toilet worden twee putjes gegraven. Als je geweest bent moet je je troep met zand bedekken, waarna de volgende kan. Alles is snel en goed georganiseerd.

Judy gaat zwemmen in de redelijk snel stromende rivier. Ze schrikt zich rot als ze later hoort dat er piraña's, kaaimannen en stekelroggen in de rivier leven. Het was niet echt gevaarlijk, de kaaimannen zitten verderop en komen niet buiten hun territorium, piraña's hebben hier voldoende te eten en roggen zijn erg zeldzaam. Je mag echter beslist niet in het water urineren. Dit trekt een gemeen visje aan, die zich gesteund met weerhaakjes door het plasgat naar binnen kan werken. Als je niet oplet vreet hij je van binnen helemaal leeg.

We zien ook de eerste bont gekleurde ara's luid krijsend over vliegen. De kleuren zijn met de verrekijker goed te zien. Zelfs de groene kleur van de zwermen kleine papegaaien zijn goed zichtbaar. In een boom aan de andere kant van de rivier maken gehoornde schreeuwers (horned screemers) een hels kabaal. Deze vogels lijken in de vlucht net grote roofvogels. Ze hebben een grappig sprietje op de kop. In dezelfde boom rusten twee ara's even uit voor ze weer verder vliegen. Een lekker plekje.

De eettent is eigenlijk niet meer dan een groot muskietennet. De olielamp staat buiten om de vliegjes en muskieten een beetje uit de buurt te houden. Door het in- en uitlopen komen er toch nog redelijk veel muggen binnen, zodat we ons toch goed moeten insmeren met Deet. Voor het diner wordt er een grote bak met popcorn neer gezet. Een goede gewoonte. Voor de zuiplappen is er ook thee met rum. Het is gezellig en we hebben het prima naar de zin. Het eten is prima. De kok krijgt een applausje voor de heerlijke maaltijd. Een lekker soepje en een hoofdgerecht met kip, rijst en papaya.

Met een zaklamp zoeken we in het donker het strandje af naar interessante zaken. We vinden twee kikkertjes en verse sporen van onder andere een ocelot. Om half negen zoeken we de tent op voor een nacht vol heerlijke jungle-geluiden.

 
Dag 18
Manu (dag 3)
Dinsdag 23 juli
 
Mysterieuze mistflarden
Bij het opstaan glijden mysterieuze mistflarden over de rivier.

Als de eerste lichtstralen om 5:30 de tent verlichten, sta ik meteen naast mijn bed. Mats is ook al wakker. Er hangt een dikke, mysterieuze nevel over het oerwoud. De andere kant van de rivier is niet eens meer te zien. Als de zon aan kracht wint zie je de mist langzaam optrekken. Het is extreem vochtig en de tent is net zo nat als na een flinke regenbui. Over het water zie je schitterende mistflarden zweven. We wassen ons in de rivier. Met een bekertje als primitieve douche wassen we Ien's haar, terwijl de ara's en andere papegaaien luid krijsend over vliegen. Het water is ondoorzichtbaar bruin van de meegevoerde aarde.

Onze tentjes op de rivierbank.

We gaan vandaag veel te laat naar mijn zin weg. De andere groep vertrekt een half uur voor ons, terwijl de boot van een andere maatschappij al bij de eerste zonnestralen op pad ging. We moeten ook nog langs het bureau van het Manu-park om ons in te schrijven. Al met al vertrekken we pas na negenen. We hebben de beste uren aan ons voorbij laten gaan. Het is onbewolkt en dus behoorlijk warm. De dieren houden het ook voor gezien. Tot 3 uur valt de boottocht zwaar tegen. Is dit het waanzinnige Manu? Langs de rivier in Costa Rica zagen we veel meer. Ook overdag.

Capibara

Na drieën is het plotseling een paar keer raak. Eerst ziet Mats een capibara met zijn kop uit een kuiltje steken. Een capibara is het grootste knaagdier ter wereld. Als de capibara in de gaten heeft dat we hem hebben gezien loopt hij langzaam weg. Hij verstopt zich tussen wat hout. Als we aan land gaan om te kijken waar hij is gebleven, springt hij in het water en zwemt naar de overkant, ons tussen de zwermen zandvlooien achter latend. De dames denken ook even een plasstop te maken, maar de broedende sterns laten duidelijk blijken geen rotzooi op hun strand te willen. Ze duiken krijsend naar de indringers en zijn pas tevreden als we met de boot weg vluchten.

Jaguars !!

Download Flash Player voor video jaguars

Twee jaguars zwemmen over.

Net als de meesten weer verveeld liggen te pitten in de boot worden opgeschrikt door een enthousiast schreeuwende Tino. Zelfs de in diepe coma liggende Lorenzo is meteen wakker. Links op het strandje staan twee jaguars!! Grote opwinding. Het zien van een jaguar is zelfs voor een gids iets unieks. Thalia, de gids van de Zwitsers, heeft 8 jaar geleden voor het laatst (en eerst) de glimp van een jaguar gezien. En nu staan er zelfs twee!! Tot onze grote vreugde besluiten de jaguars de rivier over te zwemmen. Met de boot kunnen we heel dichtbij komen en unieke opnames maken. Als ze aan de andere kant zijn springen ze op een boomstronk en klimmen heel rustig tegen de kant op. Het zijn twee jonge dieren, te oordelen naar de donkere vacht. Zo wordt een saaie dag toch nog een dag om nooit meer te vergeten.

Otaronga meer

Vlak voor we aan land gaan om het Otarongomeer te bekijken zien we een enorme kaaiman van ongeveer 3 1/2 meter op het strand liggen. Tino keek al naar hem uit. Hij wist dat we in zijn territorium waren. Het is maar een half uurtje lopen naar het Otarongomeer. Tot voor kort leefde hier ook een familie reuzenotters. De enorme toename van tochten naar Manu heeft de rust hier verstoord en heeft de otters naar verder gelegen meertjes verjaagd. Tot 2 jaar terug organiseerden maar twee maatschappijen tours naar Manu. Nu zijn dit er al 13!! Heel Cuzco lijkt behangen te zijn met reclame voor dit park. We balen er flink van, want we dachten een redelijk exclusieve reis geboekt te hebben. Alleen de prijs die we betaald hebben suggereert dat nog. Het kostte ons $1200 per persoon. In Cuzco kun je tegenwoordig al voor $500 naar Manu. Weliswaar minder van kwaliteit, maar toch.

Platform hoog in de boom: spinapen !

Met Tino zoeken naar apen in de bomen.
Wolaap hoog in de boom.

Vanaf een in een boom gebouwd platform kun je over het meer kijken. Het is een gevaarlijk steile klim, waarbij je je goed vast moet houden. Ien, Andreas en Regina blijven beneden. We hebben wederom een vreselijke mazzel. In de boom waarin het platform is gemaakt zit net een groep wolapen! Ze worden maar zelden waargenomen en wij zitten er zomaar midden in. Ze zien ons niet als gevaar en gaan gewoon door met eten. Sommige vrouwtjes dragen een jong op de rug. In de opwinding vergeet ik helemaal foto's te maken. En dat nu ik zo dichtbij ben. Stom, stom. Gelukkig kan Ien ze vanaf de grond met de verrekijker ook goed zien.

Fer-de-Lance slangen in een holle boomstam binnen ons kamp

De twee fer-de-Lance slangen zijn onschadelijk gemaakt.

In de tijd dat wij bij Lake Otorango waren, hebben de bootman en zijn kompanen de tenten opgezet. Er is een stukje vrij gemaakt in het oerwoud voor de tenten. Het stikt er wel van de muskieten, maar voor de rest is het een kampeerplekje om van te dromen. De keuken en eettent staan beneden op een open stukje. Als bootman Carlos hier op een dode boomstam met zijn hakmes iets door wil slaan, schiet er ineens een Fer-de-lance slang uit de holle boom. Deze slang is één van de giftigste slangen. Met het hakmes wordt de één meter lange slang gedood. Als ze op onderzoek uitgaan blijkt er in de holle boom nog zo'n slang te zitten. Dit is echter een joekel van bijna 2 meter. Met het hakmes wordt er bij flauw zaklantarenlicht voorzichtig bovenin een gat in de rotte boom gemaakt. De mannen weten hoe giftig de slang is en zijn behoorlijk gespannen. Als de met een stok opgejaagde slang uit de boomstam komt, wordt ook hij een kopje kleiner gemaakt. Als met een stokje de bek open gemaakt wordt, komen enorme giftanden tevoorschijn.

Ons kamp in de jungle.

De slangen waren te gevaarlijk om vlak naast ons te laten zitten. Verjagen of verplaatsen was helaas ook al geen optie. Probleem is echter dat het strikt verboden is dieren te verstoren in Manu, laat staan ze te doden. Als de ranchers hier achter komen, kan dat de licentie van Tino en Lorenzo kosten. We mogen er dan ook met niemand over praten. De vrouwen vinden het allemaal doodeng en zijn opgelucht als alles achter de rug is. Een nachtwandeling zit er vandaag alleen niet meer in. Na een biertje hervat het normale leven zich weer.

 
Dag 19
Manu (dag 4)
Dinsdag 9 juli
 

Vandaag moet het gebeuren. We zijn drie dagen onderweg geweest om hier te komen: Lake Salvador, in het midden van het Manu park. Tot mijn verbijstering gaan we weer veel te laat weg. Om half zeven en een kwartier later hoorden we de boten van de andere groepen vertrekken, terwijl wij om 8 uur pas op zoek gaan naar dieren. het is dan al 2 1/2 uur licht !! Ik heb er behoorlijk de ziekte in. Meer dan het dubbele betalen en minder in de jungle zijn. Grrrr.

De Reuzenotters van Lake Salvador.

Op een door kano's voorgedreven vlot gaan we op zoek naar de reuzenotters.

De trail naar Lake Salvador is niet bijster interessant. De kleine kans om alsnog wat dieren te zien wordt door de luid pratende bootman teniet gedaan. Lorenzo zit al bij de catamaran. Om te voorkomen dat een andere groep onze catamaran kaapt, is hij er al om 6 uur naar toe gegaan om hem te bewaken. Er is een organisatie in de buurt, die in het verleden regelmatig de ketting doorzaagde en de catamaran van Expeditiones Manu gebruikte. Tijdens zijn wandeling naar de catamaran om 6 uur heeft Lorenzo apen en peccari's gezien. Daar wordt ik ook al niet vrolijk van.

Reuzenotter

Met de catamaran gaan we het meer op. We zoeken de hier levende familie reuzenotters. Het is één van de meest bedreigde diersoorten. Er leven er misschien nog maar 200. Alleen in Manu heb je een grote kans ze te zien. De groep die hier in Lake Salvador leeft bestaat uit 4 exemplaren. Vijf jaar terug is hier een ramp gebeurd. Een groep touristen is op eigen houtje het meer op gegaan en heeft geprobeerd een jong van de reuzenotters te vangen. Hierop heeft het dominante vrouwtje, de enige die in de groep jongen kan/mag krijgen, haar jongen gedood en weigert sindsdien zwanger te raken. De groep is van 8 naar 4 otters terug gebracht en zal waarschijnlijk hier uitsterven. Tino is nog steeds laaiend. Hij heeft hier 6 maanden onafgebroken de otters bestudeerd en er een band mee opgebouwd. Al dat werk is nu teniet gedaan door een stelletje malloten.

Familie reuzenotters

Het meer, dat de vorm heeft van een boemerang (in het engels 'oxbow lake') is 3 1/2 km lang. Normaal ben je uren bezig de 2 meter lange otters te vinden. De ervaren Tino weet ze doorgaans wel te vinden. We hebben ze dan ook al snel te pakken. Als we langs de dichte begroeiing varen, horen we plotseling een paar plonzen en even later verschijnt er vlak naast de catamaran de kop van een reuzenotter. Hij blaast ten teken dat hij geen prijs stelt op onze aanwezigheid. Tino trekt zich snel terug en blijft op ongeveer 30 meter afstand van de otters. Het zijn er inderdaad 4. We zien ze op vis jagen en de gevangen buit oppeuzelen. Ze eten de vis normaal gesproken vanaf de kop. Alleen bij piraña's beginnen ze in de buik te eten. Het is een prachtig gezicht deze schitterende dieren aan het werk te zien. Als ze verder het meer op zwemmen gaan wij de andere kant op om ze niet verder te storen. We maken maar een klein rondje. Tino had de otters gevonden en vond dat genoeg voor vandaag. In plaats van tot 12 uur blijven we nu maar tot 11:15 op het meer.

Veel mooie vogels rond Lake salvador

De aparte hoatzin

Naast de otters hebben we veel vogels gezien. Ara's, hoatzin's, slangehalsvogel en veel kleine kleurrijke vogels. Ook liggen op boomstammetjes schildpadden te genieten van de zon. In de bomen zien we ook nog een paar bruine cappucijner apen en een groepje zwarte spinapen (in het engels: black spider monkeys).

Na de lunch lopen we een trail van 3 1/2 uur. Tino raast overal voorbij. Hij is alleen geïnteresseerd in het vinden van apen en andere dieren. Van de jungle zelf weet hij niet veel. Het heeft in ieder geval niet zijn interesse. Lorenzo zou dit deel voor zijn rekening kunnen nemen, maar dat blijkt niet zo te zijn. Hij krijgt weinig ruimte van Tino. Bovendien kan Lorenzo er niet voor uitkomen dat hij iets niet weet en zegt dan maar wat. Niemand neemt hem meer serieus na alle onzin die hij de afgelopen dagen heeft uitgekraamd. Heel irritant is, dat hij zichzelf heel geweldig vindt.

Trail vol apen

Tijdens de trail zien we een aantal soorten apen. Een groep bruine cappucijnerapen, een gewone cappucijneraap en een groep zwarte spinapen. Het is bloedheet en we zweten als een reuzenotter. Mijn rode overhemd is wit uitgeslagen. Met de boot worden we tijdens het 'happy hour', de tijd vlak voor zonsondergang dat er geen muskieten en zandvliegen zijn, naar een zandbankje gevaren. Hier kunnen we ons wassen en even zwemmen.

's Avonds is het weer heel gezellig. Opvallend is dat Tino niet bij ons zit. Lorenzo wel en die heeft het hoogste woord. Lorenzo irriteert Tino mateloos. Dit is in alles te merken en ook waarschijnlijk de reden dat Tino niet bij ons zit. We horen tot onze schrik dat Tino vrijdag met Judy, Tim en zijn Japanse vrouw naar Cuzco terug vliegt. De laatste dagen zitten wij dan met Lorenzo opgescheept. Wat een ellende.

Ruzie Tino - Lorenzo kost ons aantal excursies

Ik heb het programma er bij gepakt en vroeg aan Lorenzo waarom we de geplande trail van 4 uur niet hebben gelopen. We krijgen een gigantisch onzinverhaal te horen over moerassen, waar we tot de oksels doorheen zouden moeten. Even later maakt Tino het programma voor morgen bekend. We gaan deze tocht morgenochtend lopen. Hij had het programma iets omgegooid. Toen we hem vroeger over de moerassen sprak zijn geïrriteerde blik naar Lorenzo boekdelen. Het is dus een gewone trail, waar je zelfs geen laarzen voor aan hoeft te trekken.

De nachtwandeling die in het programma staat, en waar ik Tino gisteren aan heb herinnerd, gaat om duistere redenen niet door. Tino zegt geen nachtdieren gehoord te hebben en het dus geen zin heeft. Ik kan er weinig begrip voor opbrengen en ben heel boos. Tijdens een nachtwandeling kun je ook kikkers, nachtvogels en eventueel een ocelot tegen komen. Bovendien hoorde een boottocht, om naar kaaimannen te zoeken, ook bij deze nachtwandeling.

 
Dag 20
Manu (dag 5)
Donderdag 25 juli
 

Trail van 7 km door de jungle

Tayra

Om 5:45 worden we gewekt door brulapen. We moeten vroeg weg, want na de ochtendwandeling van 4 uur moeten we nog het hele eind terug varen naar Boca Manu (zo'n 4 1/2 uur stroomafwaarts). Bovendien heeft Tino een wandeling van een uur beloofd naar de overachtingsplaats van geel-blauwe ara's. We moeten naar de andere kant van de rivier voor de 7 km lange trail. Tino zet er flink de pas in. Zoals gewoonlijk laat hij het oerwoud voor wat het is en wordt hij pas enthousiast bij het horen van een groep apen. We schieten dan de jungle in op zoek naar de bomen waar ze zich bevinden. We vinden een paar keer een groep apen. Het zijn dezelfde als we al eerder hebben gezien, cappucijner- en spinapen. Hoogtepunt van de trail was het vinden van een familie Tayra's.Tayra's zijn grote wezels met een lichte kop en een lange staart. We zien er 4 uit de bomen komen en wegvluchten. Veel vogels zien we niet in de dichte jungle. We horen ze echter wel en herkennen onder andere de bekende ara-kraakstem.

Met de boot weer terug richting Boca Manu

Aan het eind van de trail worden we opgewacht door de bemanning. Ze hebben het kamp afgebroken en alle bagage in de boot gedaan, zodat we meteen verder kunnen. We zitten helaas naast Lorenzo in de boot. Gelukkig gaat hij meteen slapen, zodat we zijn onzin niet aan hoeven te horen. Gids Lorenzo is op zijn best als hij slaapt, al wekt dat ook weer ergernis op. Hoe moet hij ooit een groep leiden?

Als we de grote kaaiman weer tegen komen, duikt deze meteen onder. We leggen de boot meteen aan de kant om hier te lunchen en hopen dat hij weer boven komt. Helaas niet. Als we verder varen worden we ingehaald door een oogverblindend mooie rose lepelaar. Verder zien we nog een paar kleine kaaimannen, een groep nachtzwaluwen op een boomstam en in een flits een grote toecan.

Als we bij de plek komen waar we aan land zouden gaan om de overnachtingsplaats van geel-blauwe ara's te bekijken, vertelt Tino doodleuk dat er geen tijd voor is en er toch niets te zien is. Ik spring uit mijn vel. Gisteravond was het nog geweldig en nu helemaal niets. Bovendien was zijn planning zo dat we deze plaats konden bezoeken als we om 12 uur klaar zouden zijn met de trail. We waren zelfs een half uur eerder klaar. Er is geen enkele discussie mogelijk, de boot vaart verder. Tino heeft diarree en geen zin een uur te lopen. Ien vindt Tino een geweldige gids, maar na Lorenzo heb ik nog nooit zo'n slechte gids gehad. En dat voor een tour die bijna 3 maal zo duur is als anderen.

Weer kamperen op zandbank bij Boca Manu

Zonsondergang Madre del Dios

Om half vijf, anderhalf uur voordat het donker wordt, arriveren we in Boca Manu. Na wat formaliteiten bij de ranchers zetten we de tenten weer op dezelfde plaats op als drie dagen terug. We hebben ruim de tijd om even in de rivier te poedelen. Dat was de afgelopen dagen niet mogelijk bij ons junglekamp. We blijven na het eten lang borrelen. Het is reuze gezellig en we vinden het jammer dat het er bijna op zit. Ien is wel blij dat we morgen weer in een gewoon bed slapen. Het is een heel geklooi in de tent. Je schoenen en laarzen zijn constant smerig van de blubber. Je hebt vanwege de muggen geen tijd ze uit te doen voor je de tent in duikt. Het is binnen dus een smerige boel. Om 10:30 duikt iedereen lichtelijk aangeschoten in de slaapzak.

 
Dag 21
Manu (dag 6) - Via Boca Manu naar Blanquilo
Vrijdag 26 juli
 

Tinovliegt met helft groep terug naar Cuzco

We worden weer wakker door het harde, onheilspellende gebrul van de brulapen. Het is net een opkomende storm. Nadat we alles ingepakt en afgebroken hebben, genieten we een half uurtje van de rust en de als muziek klinkende vogelgeluiden. Na een laatste ontbijtje van onze veelgeprezen kok, pannenkoeken, wordt alles ingepakt en varen we naar het iets verderop gelegen vliegveld van Boca Manu, niet meer dan een open veld in de jungle. Tino vliegt samen met Tim, Sachiko en Judy terug naar Cuzco. Tino gaat een nieuwe groep begeleiden. Wij zitten nu opgescheept met Lorenzo. Het vliegtuig is zowaar redelijk op tijd, zodat we om 10 uur weer verder kunnen voor de laatste drie dagen.

De baas van Expeditiones Manu, de bekende Barry Walker, is met het vliegtuig aangekomen en vaart een stukje met ons mee. Lorenzo heeft plotseling zijn verrekijker en vogelboek gevonden en is van lui varken plotseling in een actieve gids veranderd. Niet voor lang, want als we Barry afgezet hebben bij een nieuwe lodge, die hij gaat inspecteren, bergt hij alles weer op en ligt even later weer te ronken in de boot. Wat een gigantische eikel. Wij bekijken ook even de nieuwe lodge. Het ziet er allemaal erg leuk uit. Barry Walker overweegt deze lodge te gaan gebruiken in plaats van de Blanquilo lodge, waar wij voor drie nachten zijn onder gebracht. We lopen met Lorenzo een stukje over een pas aangelegde trail. We pesten Lorenzo een beetje door dingen te vragen over de jungle die we al weten van La Selva in Ecuador (Hier kregen we uitgebreide uitleg over de jungle). Hij zakt voor het examen. We liggen haast dubbel als hij niet verder komt met 'dit is een vrucht' of 'ja, er zit inderdaad een gat in dat blad'. De Duitsers doen ook mee en vragen dingen die ze van Tino hebben geleerd en Lorenzo nu ook zou moeten weten. Ook hiermee gaat hij volledig de mist in.

Blanquilo lodge

Ik ben blij Ien van tevoren ingelicht te hebben dat Blanquilo niet al te luxe is. Er is één grote open slaapruimte, waar iedereen een bed en een kruk heeft. De enige privacy is het muskietennet om je bed. Verder is het wel grappig. We hebben mazzel dat er net douches zijn aangelegd en we ons dus niet in de rivier hoeven te wassen. Je moet er maar niet aan denken dat we ongeveer fl. 200 pp per dag betalen. Op het terrein loopt een schattig, maar ondeugend, jong spinaapje rond. Hij is nog niet zindelijk en heeft de gewoonte je onder te plassen en te poepen als je hem op schoot of op bed neemt.

Trail met Lorenzo als gids (brrr)

We hebben tot half vijf de tijd om te relaxen, een douche te nemen, brieven te schrijven en een biertje te nemen. Hierna gaan we een trail lopen met onze nieuwe held Lorenzo. Hij probeerde bij ons in het gevlei te komen door Tino af te zeiken. OK, Tino vond ik niks, maar kan het niet hebben dat uit de mond van een nog grotere eikel te horen. Lorenze vindt dat Tino te hard door het oerwoud liep. Hij zou het anders, rustiger, doen, maar als we vertrekken is hij even later al uit beeld verdwenen. Hij heeft de trail nog nooit gelopen. We zien hem aarzelen bij splitsingen om vervolgens overdreven zelfverzekerd een kant op te gaan. Ien vertrouwd het voor geen meter en is bang te verdwalen.

Uiteindelijk komen we toch uit bij de Parrot Inn. Dit was tot voor een paar jaar terug een redelijk luxe lodge. Volgens het programma zouden we hier overnachten en niet in Blanquilo. Nog voordat de lodge helemaal voltooid was, gebeurde er een ramp. De aan de overkant van de lodge gelegen likplaats, waar honderden ara's en papegaaien klei likten, werd door de vogels verlaten. De lokatie van de lodge was plotseling niet meer interessant voor touristen. Te afgelegen. Twee jaar geleden hebben ze hem maar gesloten. De Parrot Inn ligt er nu verlaten en verwaarloosd bij.

Kaaimannen in het meer

Kaaimannen zoeken op het meertje.

Met een catamaran gaan we het meertje op. We zien erg veel kaaimannen. Als even later de zon onder gaat gaan we met de zaklamp op zoek naar rode kaaimanogen. Door ze met de zaklamp te verblinden kun je ze heel dicht benaderen. Als het heel donker is, het is nu helaas volle maan, zou je ze zelfs op kunnen pakken. Matt is zo met al zijn camera's en lenzen in de weer dat hij zijn bril in het water laat vallen. Gelukkig kan hij ook zonder bril redelijk zien, want hij heeft geen reservebril bij zich.

Na een half uurtje gaan we terug. We krijgen weer een lachstuip als Lorenzo aan ons vraagt of wij het goed vinden dat hij een nachtzwaluw vangt. Hij zegt al tienduizenden vogels met de hand gevangen te hebben. De vogels vliegen zoals verwacht al weg voordat hij ook maar in de buurt komt. Om lekker over hem te kunnen roddelen noemen we hem onderling Al.

Onder het schors van een bomen ontdekken we twee enorme kakkerlakken. De vrouwen vinden het maar eng, terwijl kakkerlakken nog nooit een vlieg kwaad hebben gedaan. Vlak voor de lodge horen we een groep doodskopaapjes. Lorenzo jaagt ze de stuipen op het lijf door idiote geluiden te maken. Als we terug zijn in de lodge blijkt deze romantisch verlicht te zijn met olielampjes. Het pad naar de slaapplaats lijkt net een weggetje in de Efteling. Het eten is verschrikkelijk. Soep en een bord met koude erwten en rijst. Geen vlees of vis.

Na het eten gaan we maar aan het bier. De Duitsers zijn ook aardig los gekomen en lijken nog meer ergernissen te hebben dan wij. Lorenzo kunnen ze wel schieten. Ook de veelpratende Judy werd door Andreas geïmiteerd: 'Wow, om zeven uur op, wow. Wow, gaan we met de boot, great, wow'. Hij heeft wel gelijk dat ze erg overdreven kon doen, maar het werkte bij ons meer op de lachspieren. De eerste dag dachten we wel 'wat moeten we hiermee', maar later mochten we haar wel. Om 10 uur duiken we onder het muskietennet.

 
Dag 22
Manu (Dag 7) - Ara likplaats
Zaterdag 27 juli
 

De ara klei-likplaats

x
De laatste drie dagen verblijven we net buiten het park in de Blanquilo lodge. Hier is een ara-likplaats, waar 's ochtends soms honderden ara's klei van een kleiwand likken.

Ook vanochtend worden we gewekt door brulapen. Dat komt goed uit want we moeten om 5:15 al op om voor zessen op het drijvende platform te zijn, dat opgesteld is voor de likplaats waar papegaaien en ara's klei van de rivierbedding eten. Gisteravond hebben we het logboek bekeken van de likplaats. De vorige maand waren er dagen dat er niet één ara klei kwam likken. Tino was nog optimistisch met zijn vijf ara's. De afgelopen weken heeft dit beeld zich gelukkig gewijzigd en komen er steeds meer ara's. Niet de honderden van voorheen, maar toch ongeveer 50.

We zijn precies om 6 uur op de drijvende schuilhut. De Zwitsers zijn er ook. Ze zijn niet bijster geïnteresseerd en duiken al snel in hun leesboeken. We lachen ons rot als halverwege de ochtend, terwijl onze groep staat te kikken bij de papegaaien, de dochter een woord uit haar boek niet begrijpt en aan haar vader vraagt : 'papa, wat is een nymfomaan'. Aan moeder vraagt ze het maar niet, want die ligt languit te pitten op de bank.

Honderden "Blauwkop Amazone papegaaien" bij de klei-lik plaats

Vanuit een drijvende schuilhut kunnen we de kleiwand goed zien.

De eerste papegaaien laten niet lang op zich wachten. Grote groepen, voornamelijk blauwkop papegaaien, verzamelen zich in de bomen boven de likplaats. Ze zijn erg nerveus en vliegen regelmatig luid krijsend massaal op. Een fantastisch gezicht! De bootman, die het logboek bij houdt, schat de kleine papegaaien op ongeveer 800. Voor zover ik kan nagaan een record! Als de kust veilig is, dalen ze af naar de likplaats om klei te eten. Deze mineralen hebben ze nodig om de zoutvoorraad op peil te houden en de giffen die vrijkomen bij het verteren van gegeten vruchten te neutraliseren. Zonder klei zouden ze worden vergiftigd.

De wand met mineraalrijke klei, waar allerlei soorten papegaaien op af komen.
Blauwkop papegaaien.

Het is een prachtig gezicht al die klei likkende papegaaien. 99% is blauwkop. We zien nog twee soorten. Een wat grotere Amazone papegaai met een gele vlek op de kop en een mooie groene papegaai met donkere kop en geel-rode vleugels. Het is allemachtig prachtig!!

Het is plotseling afgelopen. Ze vliegen allemaal tegelijk op. De meesten zoeken hun groep op en verdwijnen. Anderen blijven nog een tijdje in de bomen krijsen als achtergrondkoortje voor ons.

Ondertussen hebben luid krijsend de ara's zich gemeld. Ze komen in paartjes aanvliegen en zoeken de boom op waar de anderen zich hebben verzameld. Het wordt steeds drukker. We zijn verheugd dat de tendens van de laatste dagen, steeds meer ara's, zich doorzet. De officiële telling is dat tussen de 80 en 90 ara's zich in de bomen hebben verzameld. Het is nu wachten hoeveel er naar beneden durven om de klei te likken. Ze dalen vandaag erg vroeg af. Normaal wachten ze tot half tien, maar nu beginnen ze al om 8 uur.

Na een tijdje komen ook de rode ara's klei likken.

Voorzichtig dalen ze af naar de takken, die over de wal hangen. Als zich hier zo'n 40 ara's hebben verzameld, werpen ze zich op de wal en beginnen stukjes klei op te peuzelen.

De likplaats is een paar honderd meter lang. Met een touw kunnen we de schuilboot verplaatsen naar de hoogte waar de ara's zitten. Ze eten met elkaar op hetzelfde plekje. Het zijn allemaal rood-groene ara's. Helaas laten de mooie scarlet ara's, die geel in plaats van groen op de rug zijn, het afweten. Maar je hoort ons niet klagen! Zeker niet als het aantal ara's op de likplaats aanzwelt tot ongeveer 70. Het hoogste aantal van de afgelopen maanden! Na een half uurtje vliegen ze allemaal tegelijk op en lijkt het spektakel afgelopen.

Rode ara's

Om de vogels niet te verstoren moeten we wachten tot ze allemaal verdwenen zijn. Ze blijven echter in de bomen zitten en komen tot ieders verrassing om half tien weer naar beneden. Nu met ongeveer 40 vogels. Na 10 minuten vliegen ze op, maar keren even later weer terug. We vragen ons af waar ze zo schrikachtig van zijn. Het kan zijn dat er een roofdier in de buurt is. Thalia, de gids van de Zwitsers, heeft wel eens een poema langs de likplaats zien lopen.

Rond elf uur is het spektakel afgelopen en zijn de meeste ara's verdwenen. We vragen ons af hoe lang het mogelijk blijft dit natuurwonder hier te kunnen aanschouwen. De likplaats ligt aan de oever van de redelijk grote rivier Madre de Dios. Nu de kolonisten oprukken, zal het scheepvaartverkeer hier drastisch toenemen. Het is nu nog mogelijk de bootmannen te overtuigen pas na 10:30 langs te varen, maar hoe lang nog? Ook vanochtend voeren er 3 bootjes langs die de papegaaien deden opschrikken.

Trail door achterland

Na een smerige lunch doen we om twee uur een trail. Lorenzo vertelt veel en luistert naar alle geluiden die we horen. Hij doet echt zijn best, maar als hij daar staat met zijn mond half open en zijn handen als oren kunnen we hem niet serieus nemen. Soms ruikt hij onder zijn arm en roept 'Pecari', de geur van wilde zwijnen die hij meent te ruiken. Hij is wel een stuk voorzichtiger geworden. Als we sporen vinden of geluiden horen zegt hij het weliswaar verkeerd, maar vraagt een bevestiging bij de bootman. Helaas voor hem moet deze hem steeds corrigeren. Hij vindt het prachtig om gids te zijn en rent door het oerwoud om dingen te ontdekken. We zijn hem regelmatig kwijt als hij weer een tussensprint genomen heeft.

In een poeltje zien we veel sporen. Carlos, de bootman, zegt dat het verse sporen zijn van pecari's en een jaguar. De jaguar zat vast achter deze wilde zwijnen aan. Ook zien we de kleine sporen van een ocelot is de poel. Het moet hier vannacht een drukte van jewelste zijn geweest. Ien is een echte speurneus. Ze ontdekt vogels waar de gids en wij voorbij lopen. Vanmiddag ontdekt ze de mooie en moeilijk waar te nemen trogon. Carlos duikt samen met Lorenzo het struikgewas in om een klein kikkertje te vangen.

Tijdens de trail moeten we soms een riviertje oversteken.

Lorenzo kent de trail niet goed. We zijn blij dat Carlos mee is, want deze wijst hem er op dat het niet verantwoord is de trail af te maken vanwege de tijd. Het is een heuvelachtig terrein met sommige steile klimmetjes. Ook moeten we regelmatig over boomstammen riviertjes passeren. Niet echt geweldig als je daar in het donker over heen moet. Nadat Lorenzo de Braziliaanse noot heeft laten zien gaan we terug. Lorenzo wilde verder, maar Ien wilde perse terug. Ze werd hierin gesteund door Carlos. Lorenzo zegt drie zaklampen bij zich te hebben (voor 8 man). Als hij het van te voren had gezegd hadden we die zelf ook wel mee kunnen nemen. De Braziliaanse noot is heel voedzaam. Aangezien deze alleen in de jungle groeit, probeert de overheid de kolonisten te bewegen deze noten te verbouwen. Dat is veel beter dan het platbranden van het oerwoud voor het verbouwen van bijvoorbeeld maniok.

Zonder te stoppen rent Lorenzo terug naar de boot. Dat is nou ook niet de bedoeling. Hij snapt er niets van. We zijn om vijf uur terug bij de boot. Zo'n uur voor zonsondergang komt de jungle tot leven. In een boom langs de rivier zien we vier grote toecans. Ze maken een hels kabaal. Brulapen proberen aan de andere kant van de rivier hier boven uit te komen. We kunnen ze echter niet ontdekken.

Na wederom een slechte maaltijd, wat zullen we afvallen, roddelen we onder het genot van een biertje heel wat af. Uiteraard worden alle missers van Lorenzo uitgebreid doorgenomen. We liggen soms dubbel van het lachen. Gelukkig hebben we een gezellige groep.

 
Dag 23
Manu (dag 8)
Zondag 28 juli
 

Het regent als we om 5:15 opstaan. We hebben ook al last van krampen. Komt vast van het geweldige eten hier. In de regen varen we naar de schuilboot. We hebben een tweede dag naar de likplaats 'afgedwongen'. Ditmaal gelukkig zonder de Zwitsers. Het is een stuk rustiger. Iedereen houdt zijn mond waardoor je intenser kunt genieten van alle geluiden.

Voor de 2e dag naar de kleilik

Rode ara's bij de klei-lik

Er zijn vandaag nog meer kleine papegaaien als gisteren. Het zijn er meer dan 1000. Als ze naar beneden komen om klei te likken doen ze dat in drie groepen. Degen die de schuilboot bestuurd brengt ons een stuk dichterbij dan gisteren. Met de verrekijker kun je alles tot in de details volgen. Na de topdag van gisteren, laten de ara's het vandaag een beetje afweten. Er zijn er maar 40 naar de likplaats gekomen, waarvan er slechts 20 afdalen om te likken. Gelukkig hebben we het gisteren waanzinnig gezien. Het hele touw moet uitgerold worden om bij de ara's te komen. Het gebeurd niet vaak dat ze zo ver aan de buitenkant van de wal zitten. Speurneus Ien ontdekt een groep van ongeveer 10 arakari's, kleine toekans met een geel gestreepte borst, op de likplaats. Ook zij nemen wat klei tot zich.

Als we om 11 uur worden opgehaald heeft Carlos een verrassing voor Mats. Ze hebben zijn bril opgedoken! Ze zijn met z'n vieren een uur tussen de kaaimannen bezig geweest. Dat is wel een beloning van een paar biertjes waard!

Niemand heeft zin in de trail van vanmiddag. Het regent en we hebben het wel een beetje gehad met Lorenzo. Lorenzo vindt het best en verheugd zich al op een middag in bed. Ien wil hem echter laten werken voor zijn centen. Lorenzo wil een klein trailtje doen, maar ik wil naar het Blanco meer. Hier worden regelmatig otters gezien. Twee weken geleden zijn ze nog gezien volgens Thalia.

Wandeling naar Cocha Blanco

Zonder goed evenwichtsgevoel ben je nergens.

Met z'n vieren, Regina en Andreas bleven achter, lopen we vanaf Blanquilo naar Cocha Blanco. Het is gestopt met regenen. Het oerwoud heeft er een frisse kleur van gekregen. Het is nog wel bewolkt, zodat we goede kansen hebben dieren te zien. Net buiten de lodge is het al raak als we tegen een groep doodshoofdaapjes aanlopen. Die kunnen we op de reeds indrukwekkende lijst bijschrijven. Met de catamaran steken we over naar de Parrot Inn. Bij het meer zien we veel watervogels, waaronder weer een schitterende rose lepelaar.

Op weg naar Cocha Blanco stuiten we op een groep van 4 pecari's. Ze maken een hartverscheurende alarmkreet als ze ons zien. We kunnen ze duidelijk zien als ze ons pad kruisen. Het is even angstig. Je heb twee soorten pecari's. De witband pecari leeft in groepen van soms wel 100 exemplaren. Ze vallen snel aan en kunnen met hun scherpe slagtanden behoorlijke wonden veroorzaken. Gelukkig treffen wij de minder agressieve soort. Lorenzo is in de wolken. Het is een unicum pecari's te zien. Het verbaast me, gezien de vele pecari-sporen die we de afgelopen 8 dagen gezien hebben. We zien veel nieuwe vogels. Grappig zijn de loopvogels met hun felwitte kont, die voor ons over het pad wegvluchten. Ien ontdekt ook een koekoek.

We moeten over een hele 'enge' boombrug. Deze ligt niet horizontaal en bovendien ligt het steilste stuk in een bocht. Lorenzo heeft hoogtevrees en heeft veel problemen. Hij verwachtte niet dat Ien het zou durven, maar ze was sneller aan de overkant dan hij. Stoere meid! Lorenzo wil toch beter zijn en pocht meteen dat hij deze brug ook wel eens 's nachts heeft genomen.

Als we bij Cocha Blanco komen blijkt Lorenzo zijn zoveelste blunder gemaakt te hebben. Hij had peddels mee moeten nemen voor de catamaran. We kunnen het meer dus niet op om te zoeken naar de reuzenotters. Vanaf de kant zien we slechts een aantal grappige hoatzins en twee spotvogels. Ien is nog een keer trots als ze Lorenzo kan vertellen dat die voor hem vreemde vrucht een cacaoboon is. Op de terugweg kunnen we nog bij daglicht over de moeilijke brug. Net voor donker arriveren we bij de Parrot Inn en kunnen op de catamaran genieten van een schitterende zonsondergang. Het laatste stukje naar Blanquilo doen we in het donker. Geen probleem, want het is recht toe recht aan. We hebben 4 ½ uur gelopen en zijn bekaf.

Laatste avond in Blanquilo

In Blanquilo proberen we de veel geprezen Peruaanse drank pisco sour. Pisco opgeklopt met ijs, citroen en eiwit. Na het eten kom ik in gesprek met Franz, de oppas van de Zwitserse kinderen. Hij is ook Zwitser en door Barry Walker gevraagd voor deze job. Voor hem een mooie gelegenheid Manu gratis te bezoeken, al is hij blij dat het babysitten er op zit. Het is een aparte familie. Ze vinden niets leuk en hebben constant ruzie. Franz heeft een eigen reisburootje, dat gespecialiseerd is in aparte dingen zoals deltavliegen boven Machu Picchu en mountainbiken in de Andes. Hij is geïnteresseerd in een stand op de vakantiebeurs in Utrecht en ik beloof hem hierover informatie te sturen. Hij is een wereldreiziger, die zijn hele leven al zwerft, ergens een paar jaartjes werkt en dan weer verkast naar een ander land.

Er is nog een groep aangekomen. Het zijn 8 vogelaars, die een tijdje in de peperdure Manu lodge hebben gezeten. Ze zijn nu hier voor de likplaats. Zij wisten hoe slecht het eten hier is en hebben hun eigen kok meegenomen. Om ons de ogen niet uit te steken, eten ze buiten bij kaarslicht.

Ien heeft haar zandvlieg- en muggebulten geteld. De teller stopte pas bij 270, waarvan 95 op haar achterwerk !! Lorenzo wilde ons morgenochtend om kwart voor vijf al laten vertrekken naar het vliegveld. Ik haal het programma er maar bij, waarin staat dat het 3 uur varen is. Het vertrek wordt dus gelukkig uitgesteld tot half zes.

 
Dag 24
Terug vliegen naar Cuzco
Maandag 29 juli
 

De jungletocht zit er op. Om half zes is het bijna licht en vertrekken we naar Boca Manu. Hier komen we om half negen aan. We zien hier de laatste ara's overvliegen. De vlucht staat gepland voor 9 uur. Over tienen komt er een tweede vliegtuig, maar dat blijkt voor de Zwitsers te zijn. Ze hebben haast, want ze moeten vandaag nog naar Lima en Quito. Er is te weinig ruimte om iedereen tegelijk te vervoeren, zodat wij aanbieden het tweede vliegtuig te nemen. Lorenzo geeft ons evaluatie-formulieren. We hebben zoveel op ons lever, dat we maar besluiten het thuis netjes uit te werken en te faxen. Ook de Duitsers zijn bijzonder ontevreden en kunnen Lorenzo niet meer luchten of zien.

Terug vliegen naar Cuzco

We vliegen terug naar Cuzco

Even voor het middaguur komt zowaar ons vliegtuig opdagen. We hebben nog mazzel, want het was gisteren kapot en is toen helemaal maar niet gekomen. Het vliegtuigje ziet er niet uit. Er zit een grote barst in de voorruit en de luchtmaskers hangen uit het plafond. De vlucht is door het slechte weer helaas minder spectaculair als gehoopt.

We worden door een auto van Expeditiones Manu netjes afgezet bij ons hotel Santa Catelina. Ik barst bijna uit mijn vel als onze reservering voor de tweede maal niet goed is gegaan. Ik heb het de knul notabene in het boek laten schrijven. De tent is weer vol. De knul belt wat hotels af en help ons met verhuizen. Vanaf morgen kunnen we wel in dit hotel terecht.

Weer een ander hotel in Cuzco

In ons nieuwe hotel krijgen we een kamer met echte Inka-stenen. Het heeft wel wat. Ook wordt Ien verwend met een straalkacheltje. De meeste winkels zijn dicht vanwege de onafhankelijkheidsdag van gisteren. Iedereen mag vandaag zijn roes uitslapen. Wij lopen tegen beter weten naar het postkantoor en vinden een gesloten deur.

Gezellige afsluiting met Mats, Andreas en Regina

Om 6 uur hebben we met Mats, Andreas en Regina afgesproken in het hotel van de Duitsers. Het blijkt het duurste hotel van Cuzco te zijn. El Libertador. Heel chique. Het is erg gezellig en we zetten het meteen op een zuipen. Heel onverstandig als je net bent aangekomen op 3.300 meter. Vooral de grillen en stommiteiten van Lorenzo worden nog eens doorgenomen. De drank zorgt er voor dat we helemaal dubbel liggen van het lachen. Het eten is waanzinnig. De peppersteak is een aanbeveling waard. Er spelen ook Peruaanse bandjes. Ze zijn heel goed. Op de muziek worden door kleurrijke indianen dansen uitgevoerd. Hierbij doen de vrouwen een poging tot zingen. Alle muizen zie je uit de eetzaal vluchten, omdat ze denken dat er loopse katten rondlopen. We kunnen elkaar echter niet meer verstaan en verkassen daarom maar naar de bar voor een laatste Pisco sour. Rond middernacht nemen we half bezopen afscheid. Samen met Mats lopen we terug naar het hotel. Het was een bere gezellige avond!