MADAGASCAR REISVERSLAG 2004

Dag 1 - dag 11 : Perinet, Montagne d'Ambre en Ankarana


<Dag 1 t/m dag 11>
Perinet, Montagne d'Ambre en Ankarana

<Groepsreis deel 1 >
Groepsreis: Rondreis deel 1 van Tana tot Ifaty
<Groepsreis deel 2>
Groepsreis: Tana, Perinet en Pangalanes

Dag 1: Zondag 4 juli 2004 - Vertrek
 

Vertrek

RouteWe vertrekken zaterdag al richting Schiphol. Zondag moeten we al om half zes inchecken, een goede aanleiding om lekker relaxed te beginnen met een overnachting in het Sheraton hotel op Schiphol. Ik heb het op internet geboekt voor een derde van de reguliere prijs. Vanuit de kamer met driedubbel glas hebben we een prachtig uitzicht over de vertrekhal en de daarachter gelegen startbanen en verkeerstoren.

We zijn zondag al om 4:15 op en staan een uur later in de lange rij voor het inchecken. We vliegen met KLM/Air France via Parijs naar de hoofdstad van Madagascar, Antananarivo. Het is vanaf Parijs ruim 11 uur vliegen. Ien is blij dat we overdag vliegen. Ze heeft last van haar rug, een gevolg van te hard werken de afgelopen weken.

Aankomst in Tana

Rond 23 uur komen we aan in Antananarivo, dat we voortaan maar net als de Malagasy Tana zullen noemen. Als eersten staan we bij de douane, maar worden terug gestuurd om één of ander formuliertje in te vullen. De bemanning van Air France had ons verteld dat dit niet nodig was als je in Nederland al een visum had gehaald. Niet dus. Als allerlaatste zijn we ruim een uur later eindelijk door de douane.

Buiten staat een vrouw met een bordje “van den Dool” op ons te wachten en worden we naar ons hotel White Palace in het centrum van Tana gebracht. De stad ligt er donker en verlaten bij. Het valt op dat er helemaal geen infrastructuur is. De stad is zonder enig plan vol gebouwd en de straten krioelen door elkaar. Overdag moet het een puinhoop zijn. De buurt rond het hotel ziet er gevaarlijk uit. Op straat liggen mensen te slapen en houden de mensen zich warm met vuurpotten.

Het hotel zelf is eenvoudig maar schoon. Bij de nachtwaker kunnen we de eerste Malagasy franken wisselen. Het is mooi geld met afbeeldingen van het land. De inflatie heeft hard toegeslagen. Na jarenlang op 6000 Mg voor de euro te hebben gestaan is de munt de afgelopen weken sterk gedevalueerd en is nog maar de helft waard. Voor ons prima natuurlijk, maar voor het land desastreus.

 
Dag 2: Maandag 5 juli - Antananarivo naar Andasibe (Perinet)
 

Korte kennismaking met Tana

Tana - Verkopers op straatIen heeft heel slecht geslapen. De rugproblemen hebben zich verergerd en ze kan zich bijna niet bewegen. Na het ontbijt lopen we even de stad in. Het is erg druk en je moet goed oppassen voor het chaotische verkeer in de smalle straten. Bij de bank wisselen we geld voor de komende weken. Het grootste biljet is 50.000 Mg en is ongeveer 5 € waard. Wij wisselen een paar honderd euro in biljetten van 25.000 Mg. Dat is een hele grote stapel en onze zakken puilen dan ook uit van de bankbiljetten. We lopen tevergeefs wat boekwinkels af op zoek naar een handboek over lemuren en kameleons. Behalve kilo's bijbels en andere religieuze boeken is er weinig aanbod. Het toerisme staat hier nog duidelijk in de kinderschoenen.

De mensen hier zijn helaas erg opdringerig. Als vliegen komen ze op die paar blanken af en laten niet meer los. De een wil wat verkopen en de ander houdt alleen de hand op. We blijven vriendelijk maar een vriendelijk nee is helaas niet voldoende. Compleet negeren blijkt het enige dat werkt. We proberen nog even te mailen en te telefoneren maar dat blijkt door een of andere storing vandaag niet mogelijk te zijn.

Naar Perinet

Om 12 uur worden we opgehaald door een busje van de Vakona lodge. Het is drie uur rijden over een verrassend goede weg. Dat is goed nieuws voor de pijnlijke rug van Ien. Desondanks doet elke beweging pijn en valt de rit niet mee. Het eerste stuk gaat door de drukke buitenwijken van Tana. Ook hier is chaos troef. Het valt op dat bijna alle vrachtwagens en taxi-brousses van het merk mercedes zijn. Die doen hier dus goede zaken.

Buiten Tana is het een slingerweg naar het lager gelegen Perinet. Dat de auto's hier niet in de beste staat verkeren is snel duidelijk als we drie keer een vrachtwagen zien die de bocht is uitgeschoten. Eenmaal is hij zelfs een huis binnen gereden. Slechte remmen of kunnen ze hier niet rijden? Onze chauffeur rijdt gelukkig heel rustig en beheerst in het nieuwe busje.

De omgeving buiten Tana is heel mooi. Madagascar heet ook wel het rode eiland en dat merken we meteen. De aarde is rood gekleurd door aluminium oxide. In dit rode landschap liggen in de dalen onmetelijke rijstvelden. We rijden het ene na het andere schilderij binnen. Vlak voor onze bestemming rijden we door een dorpje waar we ongeveer 100 pous-pous karretjes tellen. Dit zijn door mensen voorgetrokken tweewielers die je eerder in India dan hier zou verwachten.

De Vakona lodge (Perinet)

VokonaAls we lager komen neemt de begroeiing toe en als we na drie uur de weg af gaan zitten we meteen midden in de jungle. De Vakona lodge ligt 7 km buiten het dorpje Andasibe waar de ingang van het Perinet park zich bevind. De lodge is een klein paradijsje. We hebben huisje nr. 15 dat wat omhoog tegen de helling ligt. Vanaf ons balkonnetje hebben we een perfect uitzicht over het prachtig aangelegde terrein. Het restaurant met rieten dak ligt aan een klein meertje. Een lekker plekje om de eerste dagen door te brengen. Op het balkon aan het meer relaxen we de rest van de middag.

‘s Avonds hebben we het weer helemaal naar onze zin. Lekker eten, kaarsje op tafel, open haardje en een leuke ober zorgen voor een perfecte start van onze vakantie.

 
Dag 3: Dinsdag 6 juli - Perinet (dag 1)
 

Met Herman op zoek naar lemuren en kameleons

HermonNa een massage en een warme douche gaat het met Ien haar rug nog niet echt geweldig. Bewegen is het enige medicijn zodat we ons toch om 7 met het busje bij het Perinet park af laten zetten. Het is nog vroeg in het seizoen zodat het populairste park van Madagascar vandaag nog niet zo druk is. Er hangt vanmorgen een dikke mist en het is kil. Gelukkig is het wel droog.

Perinet is vooral bekend vanwege de hier aanwezige indri. Deze grote halfaap met een hoge aaibaarheidsfactor komt alleen hier voor en is de grote attractie van het park. Er leven zo'n 63 families van 2 tot 5 dieren in het park. ‘s Morgens geven ze aan andere families door een soort gezang aan waar ze zitten. Deze afbakening van het territorium is uniek

We worden meteen benaderd door één van de vele gidsen die je moet nemen om het park in te gaan. We gaan vandaag met Herman op pad en dat blijkt een hele goede keuze te zijn. Je kunt kiezen uit een aantal routes, maar eigenwijs als we zijn willen we niet vast zitten aan tijd en route. We spreken een prijs per uur af en breiden Herman er al vast op voor dat hij wel eens de hele dag op pad kan zijn.

In de bomen rond de ingang van het park wemelt het van de kameleons. Herman vindt de ene na de andere. Wel wat verdacht en we vermoeden dat ze watdieren hebben verzameld om ze hier aan de toeristen te laten zien. Herman is een rustige vent die alle planten en dieren bij zowel de Latijnse als engelse naam weet. De kameleons zijn veel kleiner dan we hadden verwacht. De meeste zelfs niet meer dan enkele centimeters. De grootste die we zien is hooguit 20 centimeter. Het zijn hele trage dieren die er vele seconden over doen om een enkele stap te doen. Samen met hun schutkleur lijken ze onderdeel van een zacht bewegende tak.

Als we net in het park zijn zien we een bijzondere gekko. Het is de ‘leaftail gekko' die grootmeester in de camouflagekunst is. Hij is nauwelijks te onderscheiden van een blad. Vooral de staart lijkt wel een bruin dor blaadje. Wat verderop komen we een groep Vanga papegaaien tegen. Het zijn grote zwarte vogels. Niet moeders mooiste papegaaien, maar ze schijnen mooi te kunnen zingen.

Perinet - Indri'sLangzaam vervolgen we onze weg door het oerwoud naar het territorium van de eerste indri-familie. Het is winter en nog koud waardoor de indri's wat laat zijn met hun gezang. Plotseling horen we niet ver van ons het indringende geluid van de indri's. We duiken meteen het bos in en hebben ze al snel gevonden. Hoog in de bomen zitten pa, ma en een groot jong. Om beurten maken ze een intens zingend geluid om aan andere families aan te geven dat ze vooral niet hun territorium binnen mogen komen. Een indrukwekkend geluid dat tot op drie kilometer is te horen. Na 5 minuten arriveert er ook een horde fransen. Het blijkt de bemanning van onze Air France vlucht te zijn. Vreselijk irritante lui die denken in één of ander pretpark te zijn beland. Pas na een uur gaan de lolbroeken verder, maar het duurt nog vele minuten voor we hun gelal niet meer horen.

We zijn nu de enigen en genieten van de rust. De indri's voelen zich ook wat meer op hun gemak en zakken wat af naar de lagere delen van de bomen. Hierbij maken ze enorme sprongen. Ze kunnen wel tien meter ver springen. Regelmatig brullen ze even een paar minuten. Waanzinnig! Eenmaal springen ze één voor één over ons hoofd naar de bomen achter ons. Onze dag kan niet meer stuk. De ervaring was erg intens en eentje die we niet snel zullen vergeten.

Na een paar uur lopen we nog een rondje door de mooie jungle. Heerlijk kleine blubberpaadjes met dichte begroeiing. Ien heeft wel wat last van haar rug, vooral tijdens het klimmen, maar kan het gelukkig wel vol houden.

Perinet is ook bekend om de vele kikkersoorten die hier voorkomen. Er zijn al meer dan 150 verschillende soorten ontdekt. Tot onze grote teleurstelling is het momenteel te koud en houden de meeste een winterslaap. Ook de vele interessante insecten zijn moeilijk te vinden. Desondanks gaat Herman op zoek naar kikkers en de grappige girafkever. Uit een vakona vetplant tovert hij een boomkikker tevoorschijn. Helaas de enige van vandaag. Ook weet hij een plekje waar je misschien een girafkever kunt vinden. In de zomer zie je ze overal, maar nu is het een moeilijk verhaal. Herman wijst de plant waarop we moeten letten en ja hoor, na enig zoeken vinden we er eentje. Het rode, 1 cm grote diertje heeft een enorme nek. Heel apart.

Op de terugweg zien we nog enkele kameleons en twee wollemuren. Deze lemuren zijn nachtdieren, maar slapen in de bosjes op ooghoogte. De nachtlemuren hebben grote rode ogen. We hopen ze tijdens een avondwandeling nog eens tegen te komen. Als we bijna het park verlaten hebben we het geluk een rond trekkende groep bamboelemuren te zien. Deze soort, de ‘grey collared bamboo lemur', laat zich niet vaak zien in het park.

Via een idyllisch meertje en een riviertje lopen we terug naar de uitgang. We zijn bijna 7 uur onderweg geweest. We hebben erg genoten van deze ochtend en reserveren Herman al vast voor morgen.

Het busje dat ons terug brengt staat al op ons te wachten. We genieten nog wat na op het balkon. Lekker met een biertje aan het water. Ien werkt haar dagboek bij en ik selecteer al vast de foto's op de digitale camera. Het personeel van de lodge is erg vriendelijk. Iedereen lacht en komt je stralend tegemoet. Ook de ober van gisteravond komt even een praatje maken.

Als Ien een middagtukje doet maak ik een wandeling in de omgeving van de lodge. Een leuke route door het bos, maar met opvallend weinig dieren. Niet één kameleon, lemuurtje of hagedisje. Ik kom uit bij een dorpje waar ze even vreemd opkijken bij zo'n vreemde vent. Even verderop is een eilandje waar wat lemuren in gevangenschap leven. Dat zal Ien morgen wel leuk vinden!

‘s Avonds hebben we weer een gezellig diner bij het houtvuur. Met de leuke ober Rija (22 jaar) kletsen we wat over de leefomstandigheden in Madagascar. Na het eten hadden we een nachtwandeling geregeld met een gids. Die komt echter niet opdagen waarna we zelf maar op pad gaan. Ik heb een leuk paadje langs de rivier ontdekt. Ien vindt hier een grote boomkikker op een tak en dat is dan ook meteen ons enige wapenfeit van de wandeling.

Om 11 uur liggen we op bed.

 
Dag 4: Woensdag 7 juli - Perinet (dag 2)
 

Op herhaling in Perinet

Om 5:30 gaat de wekker. Ien heeft gelukkig goed geslapen, maar toch weer erg veel last van haar rug. Het is gelukkig helder weer en niet zo mistig als gisteren. We besluiten vandaag weer naar Perinet te gaan en de dag van gisteren in grote lijnen nog eens over te doen.

Het busje zet ons weer om 7 uur af bij de ingang van het park. Herman staat al op ons te wachten. De gekko van gisteren zit nog steeds in dezelfde boom. Zo kan ik ook dieren vinden! We gaan vanmorgen zonder omweg naar de indri's en zijn er al redelijk vroeg. Het zingen begint door het betere weer wat eerder dan gisteren. Geweldig om hier weer te zijn. Ze zitten prachtig in de bomen tegen een felblauwe lucht. Hopelijk zijn de foto's net zo mooi als we het zien.

Als ook andere toeristen zich bij deze groep van 3 indri's voegen gaan we verder. Al snel vinden we een groep bruine lemuren. Het is de ‘common brown lemur', één van de vele soorten bruine lemuur. We kunnen ze tot dichtbij naderen terwijl ze ongestoord de bladeren eten van groene bloemen. Eenmaal springt er eentje over het hoofd van Ien naar een andere boom.

We gaan verder het bos in en komen bij een tweede familie indri's. Vier volwassenen en een baby. Hun territorium ligt was buiten de gebaande paden en het is een hele klim om er te komen en om ze te volgen. Deze groep is wat minder gewend aan mensen en is een stuk beweeglijker. Ook deze groep begint regelmatig te roepen om hun territorium af te bakenen. Na twee uur klimmen en klauteren speelt Ien haar rug zoveel op dat we besluiten de indri's vaarwel te zeggen en de vlakkere paden weer op te zoeken.

Langzaam zoeken we de uitgang weer op. Onderweg zien we nog de blauwe vanga (vogel) en een grote loopkoekoek. Buiten het park ligt een orchideeëntuin waar ze gisteravond een Parson's kameleon hebben gezien. Herman wil ons die grootste kameleon ter wereld graag laten zien en gaat op zoek. Hij zoekt zich drie slagen in de rondte, maar kan het 70 cm grote dier niet meer vinden. Jammer, maar we hebben deze vakantie nog een paar mogelijkheden deze reus te ontdekken.

Lemureneiland (Zoo)

Na het afscheid van onze held Herman laten we ons door het busje afzetten bij het lemureneiland. Het eiland hoort bij de lodge, maar wordt ook massaal door andere toeristen bezocht. We zijn gelukkig even de enigen. Als we het 10 meter brede riviertje met de kano zijn over gestoken staan de eerste lemuren ons al op te wachten. Het zijn de zeldzame ‘black and white rufted' lemuren. Prachtige dieren, die helaas vaker voorkomen in gevangenschap dan in het wild. Deze soort is als één van de weinigen goed te

houden in gevangenschap en is naast de bekende ringstaartlemuur een gewild dierentuinobject. De lemuren zijn erg speels en springen op je nek en laten zich gewillig aaien. Naast de zwart-wit lemuren leven er op dit eiland ook bruine lemuren en één jonge diadeem sifaka. De bruine lemuren springen ook meteen op je schouder om beter bij de banaan te kunnen. De sifaka is wat voorzichtiger. Het prachtige dier springt van boom naar boom. Als de volgende boom te ver is en hij over land moet ‘danst' hij op zijn achterpoten naar de volgende boom. Schitterend om die acrobaat zo te zien springen.

Als een grote groep Amerikanen onze rust verstoord verlaten we de dierentuin en lopen we via ‘ons' junglepaadje van gisteravond terug naar de lodge.

De rest van de middag relaxen we wat rond ons gezellige huisje. ‘s Avonds doen we ons in het gezellige restaurant weer voor weinig tegoed aan een perfecte maaltijd.

 
Dag 5: Donderdag 8 juli - Perinet naar Antananarivo
 

Laatste ochtend in Vakona lodge

Hoewel we er om 6 uur al uit zijn doen we vanmorgen lekker rustig aan. We pakken al vast de koffer voor de terugweg vanmiddag naar Tana. Hierna gaan we nog even terug naar het lemureneilandje. We zijn weer alleen met de dieren en het blijft leuk ze zo dichtbij te zien. De sifaka danst er lustig op los en de andere lemuren laten zich voor een banaan lekker paaien. Als we terug willen horen we dat er op andere eilandjes ook lemuren zitten. Je mag weliswaar niet op deze eilandjes komen, maar je kunt er wel met een kano omheen varen. Tijd zat, dus dat doen we. Lekker relaxed laten we ons rond peddelen. We zien op zo'n eilandje de ‘red bellied' lemuur, de enige die we in Perinet niet in het wild hebben gezien. Op een ander eilandje speelt een groep ringstaartlemuren. Helaas voor de eigenaar van dit parkje hebben deze lemuren het niet zo op met toeristen, ze bijten, en kunnen ze niet als publiekstrekker op het toeristeneiland worden losgelaten.

Door de enorme inflatie is de rekening ongeveer de helft van wat we hadden verwacht. En het was al zo goedkoop!

Terug naar Tana

Na de lunch worden we door Raji uitgezwaaid en gaan we met het busje terug naar Antananarivo. Twee koks en een oudere man rijden met ons mee. Het is dik 3,5 uur rijden. Over het laatste stuk door de stad doen we ruim een uur. Tegen vieren zijn we pas in het hotel. Snel de spullen op de kamer en de stad in. Even met een telefoonkaart vanuit een telefooncel naar huis gebeld. Alles gelukkig ok. Hierna bij drie adressen geprobeerd te mailen. Moeilijk, moeilijk, maar uiteindelijk wel gelukt. Nadat we de eerste kaarten hebben gepost hebben we aan al onze verplichtingen voldaan en nemen we in een redelijk restaurant een pizza (2€). Het is al donker als we terug gaan. Voor de zekerheid nemen we voor 1€ een taxi. Om half negen liggen we al op één oor.

 
Dag 6: Vrijdag 9 juli - Diego Suarez : "verlaten stranden en duinen"
 

Vliegen naar Diego Suarez in het noorden

We worden al om 6 uur opgehaald door de eigenaresse van het reisbureau voor de vlucht naar Diego Suarez in het uiterste noorden. De armoede in Tana is erger dan we gewend zijn. Als we vertrekken staan de bedelende kinderen op blote voeten zich te verdringen bij de auto voor een aalmoes. Heel triest allemaal. Het leven is hier al vroeg op gang gekomen. Langs de weg wordt er in de stalletjes al druk gehandeld in vleeswaren en andere levensmiddelen. Bij vleeswaren moet je denken aan de voorverpakte hamlapjes van Albert Heijn, maar aan lappen vers met de bijl gehakt vlees, varkensoren en allerlei bloederige ingewanden.

Het is een half uurtje naar het vliegveld. Het gaat ongelofelijk primitief. Van een lopende band hebben ze nog nooit gehoord. Een bagagescan evenmin. Perfect land voor terroristen. Ze kijken niet op een vliegtuigje meer of minder. Gelukkig hebben we ons eigen ontbijt mee genomen want er is ook helemaal niets te krijgen.

Met wat vertraging vliegen we eerst naar het tropische eilandje Nosy Be. Vanuit de lucht hebben we een mooi uitzicht over de eilanden. De scheiding tussen het droge westen en natte oosten is vanuit de lucht goed te zien. In het westen onbewolkt en droge vlaktes. In het oosten groene regenwouden en een dikke bewolking. Na nog een klein half uurtje vliegen zijn we in Diego Suarez dat tegenwoordig de Malagasy naam van Antsiranana heeft die overigens niemand gebruikt.

Met Zaak naar verlaten stranden

Bij het verlaten van de luchthaven staat een goedlachse jongen met een bordje “van den Dool” op ons te wachten. Hij heet ‘Zaak' en zal de komende dagen onze gids zijn. Het klikt meteen. Ien is helemaal weg van zijn leuke, sprekende en enthousiaste ogen. Een twinkeltje in zijn ogen zou Ed zeggen. Hij is 31 jaar, al geef je hem hooguit 26, en heeft thuis twee kids.

Met de lichtbruin geverfde jeep gaan we eerst naar de lodge. De eigenaar van King's lodge, die ook de komende tour verzorgt, heeft pas een tweede lodge geopend en we kunnen kiezen. De nieuwe ziet er prachtig uit en de keuze is snel gemaakt. Het ligt op een heuvel met uitzicht op zee. Een goed verzorgde tuin vol bloemen en een perfect huisje doen de rest. We zijn wel de enige gasten, maar daar malen we niet om.

We verkleden ons snel. Het is hier lekker warm, dus komen voor het eerst de korte broeken tevoorschijn. Met Zaak gaan we hierna het achterland van Diego Suarez verkennen. Het is hier erg droog . Bomen en planten hebben geen bladeren, maar stekels om het vocht beter vast te houden. Dit soort bossen heet stekelbos (‘spiny forest') en kun je op veel plaatsen in Madagascar vinden. Een van de bomen die veel voorkomen in een stekelwoud is de bekende baobab. Deze aparte boom lijkt met de kop in de grond te staan met de wortels in de lucht. Madagascar is het land van de baobab. Van de 7 baobab soorten komen er 6 alleen op het eiland voor. Bij één baobab gaan we even uit de auto. Het is een hele grote. De omtrek is zo'n 10 meter.

Sakalava beach

Zaak scheurt over de rode en witte zandpaden door het stekelbos naar het Sakalava strand. Onderweg stoppen we bij de aparte stekelige vegetatie en zijn prachtige bloemen. Het Sakalava strand is helemaal verlaten. Na een paar foto's rijden we naar het volgende strandje, de ‘Bay of Dunes'. Op een schitterend plekje onder de bomen stoppen we. Ik ga even het water in terwijl Zaak op een vuurtje de heerlijke barbecue voorbereidt. Garnalenspiezen met knoflooksaus!! Tafeltje gedekt, drankje er bij en een hapje rijst met avocadosalade. Wat een luxe!

Hierna maken we met z'n tweeën een strandwandeling naar de rotswand even verderop. Het strand is helemaal verlaten. Geweldig! We genieten met volle teugen. Bij de rotsen liggen allerlei mooi gekleurde schelpen. Sommigen hebben nog een slak in zich, in anderen hebben heremietkreeftjes hun tijdelijk huisje gevonden. In een poeltje zien we kleurige visjes.

Met de auto rijden we verder over een hobbelpad van grote stenen en zand. Bij een dorpje gaan we er uit en lopen weer een stukje langs het strand. De vissers komen net terug van zee en tonen hun net gevangen vis.

Hierna rijden we terug naar de lodge. We stoppen even bij de King's lodge. Hier woont de grote baas. Hij is echter voor een paar dagen op expeditie. Deze lodge ziet er wat uitgewoond uit. In een boom komen we de eerste felgroene met rode stippen gekko tegen. Een prachtig exemplaar.

Terug in onze lodge nemen we na de douche een biertje bij het zwembad. Om 7 uur eten in het verder verlaten restaurant. Speciaal voor ons zetten ze de TV keihard aan. Dat ze het voor ons doen hebben we pas in de gaten als we weg gaan en ze meteen de TV weer uit zetten. Voor het slapen gaan zoeken we in de tuin nog naar kameleons maar de teller blijft op 0 staan.

 
Dag 7: Zaterdag 10 juli - Montagne d'Ambre
 

Montagne d'Ambre

Ondanks haar nog steeds opspelende rug heeft Ien voor het eerst eens goed geslapen. Even na achten worden we opgehaald door Zaak en Brigit. Brigit is de komende dagen onze kokkin. Vandaag staat het Montagne d'Ambre park op het programma en hierna 3 kampeerdagen in het afgelegen Ankarana park.

We bekijken eerst in vogelvlucht Diego Suarez. Een verrassend nette stad met brede, overzichtelijke wegen. Het schijnt er ook veel veiliger dan Tana te zijn. Op de markt doet Brigit de laatste inkopen waarna we in drie uur naar Montagne d'Ambre rijden. Het park zie je al vanuit de verte liggen. Het ligt wat hoger en er hangen vaak wolken boven het woud, terwijl de vlakten er omheen kurkdroog zijn.

Plotseling stopt Zaak de auto. Hij heeft een grote groene gekko gezien. Terwijl Ien en ik de gekko bewonderen plukt Zaak ineens een grote bruine Ostelic kameleon uit de bosjes. Even later steekt er een slang over de weg. Als we vol bewondering naar het dier kijken rijdt een tegenligger met sadistisch genoegen over het dier. De slang maakt een sprong in de lucht, maar lijkt zijn weg vrij ongeschonden te kunnen vervolgen. Een paar kilometer later is het alweer raak als er een Panter kameleon de weg over steekt. De Panter kameleon is één van de mooiste kameleons. Hij kan zich helemaal aan de omgeving aanpassen. In Nosy Be is er een ondersoort die in de paringstijd prachtig lichtblauw en felgeel is. Als het trage dier eindelijk de weg is overgestoken en in het struikgewas verdwijnt zie je hem meteen van bruin-groen naar helemaal groen kleuren. Later zullen we nog een rood exemplaar tegen komen.

Na een leuke rit komen we aan bij het park. We zitten meteen midden in de groene jungle. Midden in het park is een gite. Dit is een huisje waar onderzoekers hun werk doen. Het is nu verlate en we kunnen het gebruiken. Er zijn wat slaapzalen en een keukentje, dat meteen door Brigit wordt ingericht. We lopen even een paadje af naar een waterval. Ik speur in de vakona vetplanten naar kikkers. En ja hoor, er zitten wel vijf kleurige kikkertjes in de plant.

Wandeling Montagne d'Ambre park

Na een geweldige 3-gangen lunch maken we tot donker een wandeling van 4 uur. Het ging een paar keer behoorlijk steil omhoog en omlaag. Geen pretje voor de rug van Ien, al gaat het gelukkig wel iets beter. We gaan naar een paar mooie uitzichtpunten en een verborgen meertje. Ook zien we drie kleinere kameleons en de eerste lemuren. Het pad was soms nauwelijks te zien en hopen dat Zaak de weg goed weet.

Als we terug komen is de tafel al gedekt. Bij kaarslicht zet Brigit vol trots een schaal vol krab op tafel. Een delicatesse. Wij hebben alleen geen idee hoe je dat moet eten en geven het na een paar kleine stukjes maar op.

Nachtwandeling

Na het eten gaan we met ze zaklantaarn op zoek naar nachtdieren. Zaak is net zo enthousiast als wij en weet veel kameleons, kikkers en insecten te vinden. Ongelofelijk hoe snel hij iets kan vinden. In een boom zien we de ogen van een ‘sportive' nachtlemuur oplichten. ‘s Nachts verliezen de kameleons hun camouflage en zijn ze makkelijker te vinden. Ze rollen hun staart op en kiezen verrassend vaak het uiteinde van een blad aan de buitenkant van een struik op. Zo vind ik in de hek voor onze hut twee kleine kameleons met grappig blauw neusje op uitstekende takjes. Om kwart voor tien zijn hebben we eindelijk genoeg van het zoeken en zoeken onze met kaarsen verlichte kamer op.

 
Dag 8: Zondag 11 juli - Ankarana (dag 1)
 

Montagne d'Ambre - ochtendwandeling

Ondanks het ingezakte hebben we heerlijk geslapen. Het is koud en de nog koudere douche is niet echt een aantrekkelijke optie. Even na zevenen gaan we op pad. Vanmorgen bekijken we eerst nog wat mooie plekjes van dit park voor we afreizen naar Ankarana. We maken een wandeling naar de Antakarna waterval, waarna Ien en ik samen verder lopen. Zaak rijdt de auto naar het einde van het pad en loopt ons tegemoet. We zoeken ons rot naar kameleons maar kunnen niets vinden. Als we Zaak halverwege tegen komen is het eerste wat hij doet een groen met turkoois kameleon uit de bosjes plukken. GGRRRrrr. De jungle is hier bijzonder mooi. Er zijn erg veel ‘killer trees'. Dit zijn bomen die parasiteren op een andere boom, waarbij de gastheer in de loop der jaren wordt gewurgd.

Als we bijna bij de auto zijn duikt Zaak het bos in. Hij is op zoek naar de Brookesia kameleon, die we nog niet hebben gezien. De Brookesia is de kleinste soort kameleon. Ze zijn helemaal bruin en leven tussen de bruine blaadjes op de grond. Een speld in een hooiberg zou je zeggen. We moeten een beetje lachen om Zaak zijn enthousiasme en zijn met stomheid geslagen als hij na een paar minuten met een drie centimeter grote Brookesia aan komt zetten. Wat een gids!! Er zijn en aantal Brookesia ondersoorten. De kleinste wordt maar 1 cm groot, terwijl de grotere soorten maximaal 3 cm worden. Deze pygmee is dus binnen zijn soort een reus ! Met de auto rijden we naar een tweede waterval, waar we er ook even uit gaan.

Prachtige rit naar Ankarana

Het is een lange rit naar Ankarana. We rijden naar de ontoegankelijke, maar mooie westkant van het park. De weg is erg slecht. Midden op de weg komen we een enorme boa tegen, die gewoon blijft liggen. Soms moeten we door een diepe modderpoel, dan weer over een pad vol grote keien. Een wonder dat de 20 jaar oude auto niet de geest geeft. De rug van Ien houdt zich ook prima en dat hadden we een paar dagen terug niet durven dromen.

Kamperen in niemandsland

Als we bij Ankarana aankomen veranderd het landschap in een savanne vol hoog vergeeld gras. Om half drie zijn we bij de camping. De grote legertenten staan al op. We zijn de enigen op deze afgelegen camping aan de rand van het Tsingy gebergte. Bijna alle andere bezoekers van het park verblijven in het veel toegankelijker oosten. Als we de tent hebben ingericht rijden we naar de rand van het Ankarana rotsmassief. Dit bestaat uit poreus gesteente waardoor zich in het massief enorme druipsteengrotten hebben ontwikkeld. Ook aan de oppervlakte heeft de erosie zijn sporen nagelaten en zijn de rotsen grillig gevormd. De scherpe uitsteeksels vormen een heel apart landschap dat ze Tsingy noemen.

Zwemmen in een grot

We gaan naar een grot waar je kunt zwemmen. Onderweg komen we heel veel lemuren tegen. Het zijn de Sandford bruine lemuren en gekroonde lemuren die we om elke hoek tegen komen. Ze zijn wat schuw en slaan snel op de vlucht, waarbij ze met grote sprongen van boom naar boom springen. Eenmaal zelfs vlak voor ons over de weg heen.

Het gebied is ook rijk aan vogels. We zien de prachtige paradise flycatcher en mijn zijn favoriet de hop.
Bij de wand stroomt een riviertje dat onder de berg verdwijnt. Hier zwemmen we even. Als de zon onder gaat kleuren de Tsingy prachtig rood. We moeten meteen denken aan de Bryce canyon in Amerika.

Nachtwandeling vol slangen, kameleons en lemuren

Onder een lampje eten we vis met romazava en geflambeerde bananen toe. Romazava is een groente die het meest lijkt op spinazie. Om ons heen is het een oorverdovend kabaal van de krekels.

Na het eten gaan we weer op nachtwandeling. Het wemelt hier van de dieren. We vinden vooral veel slangen. De teller staat al snel op 10!! Slangen zijn in Madagascar gelukkig niet giftig. Zaak pakt daarom een slang op om even de show te stelen. Hij kijkt wat beduusd als ik de slang even van hem over neem.

Ook kameleons en gekko's laten zich veelvuldig zien. Erg grappig zijn de twee muislemuren die in de boom boven onze eettafel zitten. Ook spotten we een nachtlemuur. Het is een ‘Northern sportive lemur'. Met de zaklantaarn kun je de rode opflikkerende ogen goed zien. Een geweldige afsluiting van een perfecte dag, die we met een lekker biertje afsluiten.

 
Dag 9: Maandag 12 juli - Ankarana (dag 2)
 

Wandeling naar de 'Grand Tsingy'

Om 6 uur hebben we al ons ontbijt. Vandaag gaan we de mooie, maar lange wandeling naar de Grand Tsingy maken. Gisteravond heeft Ien een verkeerde beweging gemaakt en is het weer in haar rug geschoten. Het is weer net zo erg als de eerste dag. We vrezen voor de rest van de vakantie. Het ging net zo lekker.

Het is een uurtje rijden naar het begin van de wandeling. Ien huilt van de pijn en we hopen dat we niet snel weer terug moeten. Om 7:45 beginnen we met de wandeling. We starten vanaf het Brittish camp, genoemd naar de Britten die hier een tijdje onderzoek hebben gedaan. Het eerste stuk gaat over een vrij vlak stuk met dichte begroeiing. Al snel komen we een groep van 7 lemuren tegen. Met grote sprongen maken ze zich uit de voeten.

Na ongeveer een uurtje verlaten we het bos en wordt het een stuk rotsachtiger. Ien moet op sommige stukjes omhoog worden geduwd, maar houdt zich kranig. Zaak vertelt weer veel over de aparte bomen en bloemen, waarvan velen medische kracht wordt toegeschreven. Op de weg ligt een enorme slang te zonnen. We denken dat het een boa is, maar Zaak houdt het op een “Madagascar yellow snake”. Ook zien we nog drie kleinere slangen. We hebben nog nooit zoveel slangen gezien als hier in Madagascar.

Als Zaak een steen om keert zien we twee kleine schorpioenen. Ondanks hun bescheiden formaat van nog geen 2 cm zijn het de gevaarlijkste dieren van Madagascar. Het gif is dodelijk. Snel de steen er weer op gelegd. Regelmatig zien we ook grote miljoenpoten. Een miljoen poten is wat overdreven, maar het zijn er al snel een paar honderd. Zaak is een perfecte gids die overal wel wat vandaan graait of een interessant verhaal weet te vertellen. Uit een klein riviertje plukt hij een zwart kikkertje. Ongelofelijk dat hij het dier überhaupt ziet.

We wanen ons alleen in dit afgelegen paradijs. Als we net in een holle boom een slapende ‘northern sportive lemur' hebben ontdekt komt er een Franse groep aandenderen. Ze komen vanaf de andere kant van het park en moeten vandaag in de hitte zo'n 26 kilometer lopen. De eersten maken zo'n kabaal dat de lemuur zijn hol in vlucht en de nummers 5 t/m 18 het prachtige diertje niet zien. We wachten even tot de trein in de verte verdwenen is voor we weer rustig onze weg vervolgen. De route begint knap lastig te worden. Het terrein wordt steeds rotsachtiger en we moeten soms stevig klimmen. De felle zon doet de rest.

Na een paar uur komen we bij een groen meertje, dat diep onder ons ligt. Een prachtig uitzicht. Als we hier even uitrusten komt een groep gekroonde lemuren kijken of iets te halen valt. Zaak lokt ze met een banaan, waarna we even laten met enkele lemuren op schoot zitten. Ien vergeet meteen haar rugpijn en vermoeidheid en gaat helemaal uit haar bol. Helemaal top. Wat een leuke dieren zijn het. Vanaf het meertje is het nog 5 minuten lopen naar ons einddoel, de ‘Grand Tsingy'. Helaas is de Franse horde hier ook en is de schaduw onder de bomen schaars. Het plekje zelf is schitterend. Een groot plateau met scherpe erosiepunten en diepe uitgesleten gaten. Een indrukwekkend plekje. We lunchen hier. Broodje tonijn en een sinaasappel. Mijn eten wordt echter door de lemuren gestolen als ik even weg ben om een foto te nemen. De diertjes zijn hier tussen de aparte rotsen heel fotogeniek en ik hoop een paar ‘prijsfotootjes' genomen te hebben.

Even voor enen gaan we weer naar beneden. Het is ondertussen erg warm geworden en we zijn drijfnat van het zweet. We zijn blij als we weer bij het bos zijn en het wat koeler is. Onderweg zien we de prachtige paradise flycatcher met zijn lange staart. Je hebt hier naast de ‘gewone' roodbruine ook een spierwit exemplaar.

Om drie uur zijn we moe maar uiterst voldaan weer terug bij de auto. Een roodgekleurde panter kameleon doet ons uitgeleide. Na een uurtje hobbelen zijn we terug in het kamp. Bridget had ons al blijkbaar veel eerder terug verwacht en serveert over vieren nog onze lunch. Onder het genot van een heerlijk biertje genieten we nog even na van de geweldige wandeling.

Na het eten maken we weer een avondwandeling in het donker. We komen weer een heel scala aan dieren tegen waaronder een ‘sportive lemur', een panter kameleon en een hele dunne slang.

 
Dag 10: Dinsdag 13 juli - Ankarana (dag 3)
 

Diepe grotten onder de Tsingy

Zes uur weer op om de zon op te zien komen. Hierna snel even wassen bij de regenton. Na een oudbakken boterham gaat we op pad. In de buurt van de camping zijn een aantal grote grotten die we gaan bekijken. De eerste grot is enorm groot. In de regentijd stroomt er een rivier doorheen. Het water komt zo hoog dat zelfs het bos er omheen soms meters in het water staat. Nu is alles droog. In de grot is het pikkedonker. Ien heeft het niet zo op grotten en vraagt wel tien keer hoeveel reservebatterijen Zaak bij zich heeft.

De grot is zo'n 800 meter breed en ligt onder de Tsingy. We moeten af en toe wat klauteren, maar het grootste deel van de route is recht toe recht aan. Aan het plafond hangen groepen vleermuizen. Tegen het eind komen we in een enorme kamer. Het is er wel 100 meter hoog. Ien is blij als we de grot verlaten en in een imposante canyon uitkomen. De smalle kloof lijkt een wereld op zich met hoge bomen en struiken ingeklemd tussen de rotsen. Een groep Sandford lemuren kijken ons vreemd aan op deze godverlaten plek. We moeten behoorlijk klauteren om uit de kloof te komen. Ook hier zijn weer de grijze stekelige rotspunten van de Tsingy. Even verderop is een tweede grot. Ik ga er samen met Zaak in. Ien wacht buiten. Een goede beslissing, want binnen moet er heel wat worden afgeklauterd en loop je langs steile afgronden. Het is een druipsteengrot met de bekende stalagmieten en stalactieten die je ook in Europa tegen komt. Heel apart is een klein kalkterras. Een klein broertje van de terrassen in Pamukkele en Yellowstone. Helaas zijn we door al onze batterijen heen en kan ik er geen foto's van maken. Ien wacht buiten en heeft gezelschap van een skelet. Het is een 150 jaar geleden doodgeschoten man die behoorde bij een in de grot gevluchte stam.

Het is nog een stukje naar beneden klauteren voor we weer terug zijn bij de camping. Tot ons genoegen vindt Zaak een prachtige Mantilla kikker. Dit zijn de gifkikkers van Madagascar. Niet zo giftig als de Zuid-Amerikaanse verwanten, maar toch smerig genoeg om roofdieren op een afstand te houden. Van boven is de kikker rood-bruin, van onder zwart met turkooizen stippen. Ook zien we hier weer een tweetal paradise flycatchers.

Als Ien even op bed ligt ga ik nog even op pad. Bij een veldje bloemen zie ik een tiental sunbirds. Dit zijn de kolibries van Afrika. Prachtig gekleurd en levend van honing. Ook mijn vriend de hop komt even afscheid nemen.

Terug naar Diego Suarez

Na de lunch pakken we onze spullen en maken ons op voor de terugweg. Zaak moest nog even zijn auto repareren. Gisteren reden we over een te grote steen waardoor een as is verbogen. Met grof geweld wordt de as weer recht getrokken.

De terugweg is een stuk relaxter dan de heenweg. We nemen nu de westelijke route. Het eerste stuk is nog hobbelig, waarbij we soms een rivier door moeten. Na een goed uur zijn we bij de goede asfaltweg en is het avontuur feitelijk voorbij. Onderweg stoppen we nog bij een raffiaplant. Zaak laat zien hoe van de balderen het sterke raffia-touw wordt gewonnen. In een chaotisch saffierendorpje gaan we er ook even uit. In de buurt zijn saffieren gevonden en binnen een paar maanden was er hier een dorp vol gelukzoekers uit de grond gestampt. Een aaneenschakeling van kleine, primitieve huisjes pas naast elkaar. In een nabijgelegen dorpje is een tijdje terug brand uitgebroken, waarna het grootste deel van het dorp is verwoest. We worden meteen belaagd door mensen die ons saffieren aan proberen te smeren. Je kunt zien dat sommigen bijna dag en nacht aan het graven zien, zo smerig zijn ze. We hebben er geen verstand van, maar kopen toch bij zo'n arme sloeber voor 2 euro twee ruwe donkerblauwe saffiertjes.

De route terug naar Diego Suarez verveelt niet. Mooi glooiend landschap, veel zebu karren en spontane kinderen. Het is vandaag dinsdag en dat is hier in het noorden marktdag. Iedereen behalve de marktkooplui is vrij. Zondag is een normale werkdag. Als we door de dorpjes rijden is er dan ook een gezellige drukte. Aan het eind van de middag zijn we terug in Diego Suarez. We zeggen in de stad Brigit vaarwel, waarna Zaak ons afzet bij het Panorama hotel. We geven hem een flinke fooi. Op alle fronten zijn we tevreden en dat komt bij deze veeleisende Hollanders niet vaak voor. In het hotel geven we de was af en nemen zelf ook een goede wasbeurt voor we ons met een biertje aan de rand van het zwembad nestelen. We zijn weer de enige gasten. Lekker rustig. 's Avonds lekker gegeten. Serveerster Hortance was er ook weer. De vloer rond onze tafel is sinds drie dagen terug al weer 3 millimeter verder ingesleten. Om 9 uur liggen we al op één oor. Deel 1 van de vakantie zit er op.

 
Dag 11: Woensdag 14 juli - Terug naar Antananarivo
 

Met tegenzin beginnen we aan de dag. We hebben het samen zo naar ons zin gehad dat we het gevoel hebben dat de vakantie er op zit. De omschakeling naar deel twee van de reis is willen we zo lang mogelijk uitstellen. Om 6 uur zitten we al op ons balkonnetje en zien de zon opkomen. We hoeven pas na de lunch weg en nemen het er vanochtend even van. Een korte wandeling en verder lekker relaxen, zwemmen en lezen. Met de rug van Ien gaat het na een duik in het zwembad meteen een stuk beter.

Zaak brengt ons naar het vliegveld. Hij zou het eerst niet doen, maar de groep waarmee hij op pad zou gaan heeft pech met het privé-vliegtuig en komt morgen pas aan. Het inchecken gaat primitief, maar snel. We bekijken al vast onze digitale foto's. We zijn erg tevreden, maar hebben nu al 40% van onze opslagcapaciteit gebruikt.

We vliegen op tijd en na de tussenstop op Nosy Be arriveren we nog voor donker in Tana. We hebben snel de koffer te pakken en zijn worden door de ophaaldienst van Boogy Pelgrim in 20 minuten afgezet bij ons hotel.

In het centrum bellen we even naar huis en kunnen met de nodige moeite naar huis mailen.

In hetzelfde restaurant als een week terug nemen we iets wat op de kaart pizza heet. Het is in ieder geval iets ronds. Met de taxi terug naar het hotel. Om 10 uur liggen we pas op bed. We zijn heel benieuwd naar de groep die vannacht arriveert.

 

<Groepsreis deel 1> <Groepsreis deel 2 >

Home
Home

Links
Madagascar Startpagina.nl
Reisverhalen startkabel