HEEN-reis Amsterdam - San Jose

Dag

Eiland

Details / Hoogtepunten

Baltra

Op Baltra – dat ook wel South Seymour wordt genoemd – ligt een van de twee vliegvelden die de archipel rijk is. Het vliegveld is in de Tweede Wereldoorlog gebouwd door de Amerikanen, die het gebruikten voor de verdediging van het Panamakanaal. De soldaten beleefden schijnbaar genoegen aan het schieten op de tamme landleguanen die het eiland bevolkten. Het eiland is nu vrijwel ‘dood’ en hoewel plannen bestaan om opnieuw landleguanen te introduceren, blijft Baltra vooralsnog oninteressant voor bezoekers.
 

Het eiland Santa Cruz heeft ca. 20.000 inwoners waarvan het merendeel in of in de omgeving van Puerto Ayora leeft. Puerto Ayora is daarmee de grootste stad van de archipel. Vanaf het moment dat het toerisme zich begon te ontwikkelen is Puerto Ayora het voornaamste centrum geweest. In het stadje is niet veel te doen en de voornaamste bezigheden zijn rondslenteren en op terrasjes zitten, maar dat kan er dan ook wel uitstekend. Ook zijn er in de nabijheid enkele strandjes. De stad ligt langs een natuurlijke baai (Academy Bay) waar de meeste Galapagos cruiseboten liggen afgemeerd die wachten op nieuwe passagiers. Op twintig minuten lopen vanaf het centrum ligt Charles Darwin Research Station. Dit centrum wordt door eigenlijk alle cruises bezocht en omvat een informatiecentrum van het Parque Nacional, openluchtverblijven voor reuzenschildpadden en een zeshoekig gebouwtje waar jonge, op het centrum gekweekte schildpadjes van verschillende rassen kunnen worden bezichtigd. In de omgeving van het centrum zijn wandelpaden uitgezet waarlangs informatieborden staan opgesteld. Tot slot is Puerto Ayora ook interessant voor beginnende duikers die zich geen duikcruise kunnen permitteren maar wel graag wat willen duiken op Galapagos. Vanuit Puerto Ayora worden dagelijks duikdagtochten georganiseerd naar ondermeer Academy Bay, Plazas, Cousin Rock, Daphne, Gordon Rock.

Het Charles Darwin Research Station ligt op twintig minuten lopen vanaf het centrum. Het centrum omvat een informatiecentrum van het Parque Nacional, openluchtverblijven voor reuzenschildpadden en een zeshoekig gebouwtje waar jonge, op het centrum gekweekte schildpadjes van verschillende rassen kunnen worden bezichtigd. Voor de meeste bezoekers is dit de enige plaats waar ze de reuzenschildpadden te zien zullen krijgen. In de omgeving van het centrum zijn wandelpaden uitgezet waarlangs informatieborden staan opgesteld.

Bahía Tortuga ligt drie kilometer ten westen van Puerto Ayora en is te bereiken via een mooie wandeling door een cactusbos. Het is een wit strand met blauwe zee waar goed kan worden gesnorkeld. Zwem alleen aan de beschutte zijde van de landtong; aan de andere kant staat een sterke stroming. Het is een mooie plek die ook zonder gids mag worden bezocht en kamperen is – hoewel faciliteiten ontbreken – toegestaan.
 

Bootreis deel 1 (Zuiden)
- Seymour Norte, San Cristobal, Española, Santa Fé, Santa Cruz

Seymour Norte

Dit kleine eilandje ten noorden van Baltra wordt vaak gebruikt als een laatste ochtendexcursie op de dag van vertrek voor passagiers die vertrekken vanaf Baltra. Het is een klein en vanaf zee gezien niet zo bijzonder eiland, maar heeft toch een opvallend rijke fauna. Naast 'vaste gasten' zoals zeeleeuwen en zeeleguanen, zijn er broedkolonies van de grote fregatvogel, de blauwvoetgent en de zwaluwstaartmeeuw. Vanaf de landingsplaats op het strand voert een cirkelvormig pad bezoekers door de struikvegetatie van het eiland naar verschillende kolonies. In tegenstelling tot de kleine fregatvogels van Genovesa bestaat bij de grote fregatvogels op North Seymour het hele jaar door de kans mannetjes met een opgeblazen keelzak te zien.
 

San Cristóbal
- León Dormido

Op de steile rotswanden van Leon Dormido of Kicker Rock leven en nestelen allerlei zeevogels. Een landingsplaats heeft het eilandje niet, meestal varen kleinere cruiseboten door de smalle doorgang. Het bezoek aan deze rots is alleen lonend in combinatie met bijvoorbeeld een bezoek aan Punta Pitt of Isla Lobos.
 

San Cristóbal
- Cerro Brujo 

Deze bezoekersplaats bestaat uit een lang wit zandstrand waar een kolonie zeeleeuwen huist. Landinwaarts ligt de Cerro Brujo (de Tovenaarsheuvel) waaraan de bezoekersplaats z'n naam dankt. Naast zeeleeuwen kunt u hier blauwvoetgents, yellow warblers, mangrovereigers en andere waadvogels zien. Achter het zandstrand is een lagune waar verschillende soorten reigers leven.
 

San Cristóbal
- Isla Lobos 

Isla Lobos is een eilandje op ongeveer een uur varen van de haven van Puerto Baquerizo. Op het eiland nestelen blauwvoetgents en er leeft een kolonie zeeleeuwen. Er zijn ook verschillende andere vogels te zien zoals zandlopertjes, lavameeuwen en de Galapagos vliegenvanger.
 

Española

Española is befaamd om z’n grote rijkdom aan vogels en wat ons betreft één van de allermooiste eilanden van de archipel. De hele populatie van Galápagosalbatrossen nestelt van april t/m november op dit eiland. Op het eiland zijn twee landingsplaatsen: Bahía Gardner en Punta Suárez. Deze laatste behoort wat ons betreft tot een van de drie mooiste bezoekersplaatsen van de archipel. Omdat Española dichterbij de centrale eilanden ligt als andere toppers zoals Fernandina en Genovesa, wordt het eiland door bijna alle cruiseboten bezocht en is het bij Punta Suárez nogal een druk.
 

Española
- Bahía Gardner 

Bahía Gardner is wat minder spectaculair qua dierenleven dan Punta Suarez, maar niet minder de moeite waard. Het is een prachtig lang strand en net voor de kust ligt het Isla Gardner waar goed kan worden gesnorkeld. Langs het strand zitten veel spotvogels. Neem de tijd en ga rustig zitten, spotvogels zijn nieuwsgierig en komen dichterbij dan je denkt!
 

Española
- Punta Suárez 

De route bij Punta Suárez loopt over rotsachtig terrein van onder water gestolde lava. De grootste attractie van deze bezoekersplaats zijn natuurlijk de albatrossen die alleen hier te zien zijn. Behalve de albatrossen hebben de maskergent en blauwvoetgent broedkolonies op Española. Ook de zwaluwstaartmeeuw, lavareiger, keerkringvogel, Galápagosduif, Galápagoshavik en de Amerikaanse scholekster worden regelmatig gesignaleerd. Bij Punta Suárez bevindt zich een spuitgat in de rotsen. Door de golfslag wordt het water in deze natuurlijke fontein met grote kracht omhoog gespoten.
 

Santa Fé

Santa Fé is een vrij klein en droog eiland tussen Santa Cruz en San Cristóbal. Het is begroeid met een struikachtige vegetatie waarin grote schijfcactussen en de palo santo opvallen. Het kleine eilandje heeft de eer een diersoort te herbergen die nergens anders in de archipel – nee, zelfs nergens anders ter wereld – voorkomt. De Santa Fé landleguaan behoort tot een andere soort dan de landleguaan van de andere eilanden. Op het droge, hogere deel van Santa Fé zijn bosschages zijn van opuntia’s en palo santo. Van hieruit heeft u een schitterend uitzicht hebt op de blauwe baai. In deze beschutte baai is het vaak goed snorkelen. Op het strand van Santa Fe leeft een grote kolonie zeeleeuwen.
 

Santa Cruz

Santa Cruz is het kloppende hart van de Galápagos Eilanden. De hoofdstad Puerta Ayora is de belangrijkste stad van de archipel, de Charles Darwin Stichting en de directie van het Parque Nacional hebben er hun hoofdkantoren en het vliegveld op Baltra maakt alles makkelijk bereikbaar. Het eiland heeft een grote verscheidenheid aan landschappen en klimaten. Het noorden is droog en warm, het hoog gelegen centrale deel is vochtig en koel en aan de zuidkust heeft het klimaat weer een droog karakter. De overvloedige neerslag op de hogere delen zorgt voor vruchtbare groene gebieden waarvan een deel voor landbouwdoeleinden is geclaimd. Het eiland telt maar liefst tien bezoekersplaatsen.
 

Santa Cruz
- Plaza Sur

Er zijn twee Plaza eilanden: Plaza Norte en Plaza Sur. Het noordelijke eilandje is het kleinste van de twee en verboden voor bezoekers. Plaza Sur heeft echter veel te bieden en is vooral bekend vanwege de landleguanen die er behoorlijk talrijk en altijd goed zichtbaar aanwezig zijn. Het is een laag en droog eiland met een begroeiing van schijfcactussen en de rode sesuvium- en Tiquilia-struikjes. Slechts weinig dieren kunnen hier overleven, maar de landleguanen voelen zich onder de barre omstandigheden prima thuis. Zij hebben genoeg aan de schijfcactussen om in hun voedsel- en vochtbehoefte te voorzien.
 
Vertegenwoordigers uit de vogelwereld zijn onder andere Audubon stormvogels, lavareigers en blauwe reigers. Langs de klifkust aan de zuidrand van het eiland nestelen zwaluwstaartmeeuwen en keerkringvogels. Bij de landingsplaats voor de panga’s leven zeeleeuwen en aan de zuidkust bevindt zich een ‘tehuis’ voor mannelijke zeeleeuwen in ruste. Hun strijdlustige levensstijl is alleen vol te houden voor mannetjes die in de kracht van hun leven zijn. Buiten de ‘hectische periodes in de harem’ verblijven de mannen in ruste op de zuidpunt van Plaza Sur.
 

Santa Cruz
- Puerto Ayora

Hier zijn we begonnen. Zie dag 3

Santa Cruz
- Los Gemelos 
. (“De Hooglanden”)

Los Gemelos (Spaans voor 'de Tweeling') bevindt zich in het Hoogland van Santa Cruz. Hoewel de Tweeling op het eerste gezicht veel weg heeft van non-actieve vulkaankraters, zijn het 'slechts' enorme kraters, die ontstaan zijn doordat ondergrondse kamers en gangenstelsels zijn ingestort. Los Gemelos liggen naast elkaar en worden gescheiden door de weg van Puerto Ayora naar Baltra. De kraters zijn inmiddels flink begroeid met groen, maar misschien dat dat het uitzicht juist des te meer indrukwekkend maakt. Er kan een korte wandeling worden gemaakt.
  Ook op de hogere delen van Santa Cruz bevindt zich een aantal bezienswaardigheden. Ten noorden van Bellavista ligt Zona Alta, een hooggelegen gebied met als top de Cerro Crocker (864 meter). In de Zona Alta komt een aantal van de natuurlijke vegetatietypen voor met onder andere miconia en scalesia.
Iets verder naar het westen ligt de voornaamste bezoekersplaats van de hooglanden: Zona de Reserva (La Caseta). In dit schildpaddenreservaat leven circa 400 schildpadden in hun natuurlijke leefmilieu. Het reservaat is te voet te bereiken vanuit het aan de rondweg gelegen dorpje Santa Rosa. Bij het reservaat is een kampeergelegenheid. Twee kilometer achter Santa Rosa ligt Los Gemelos (de tweelingen). De naam van deze bezoekersplaats slaat op twee kraters die zich aan weerszijden langs de weg bevinden. Een laatste bezienswaardigheid in de hooglanden zijn de lava-tunnels die soms wel een paar meter in doorsnede zijn.
 

Bootreis deel 2 (Zuid-westen)
- Floreana, Santa Cruz

dag 9
8 aug

Floreana

Op dit eiland, waar Patrick Watkins zijn dronken dagen sleet, zijn twee bezoekersplaatsen. Deze liggen dicht bij elkaar op de noordkant van het eiland. Het zijn Punta Cormorant en Post Office Bay. Daarnaast liggen er rond Floreana aan aantal kleine eilandjes waar fantastisch kan worden gesnorkeld.
 

Floreana
- Pta Cormorant / 
  Corona del Diablo

Bij de bezoekersplaats Punta Cormoran is een smalle landtong met aan weerszijden strand. Door de aanwezigheid van het mineraal olivijn is één van deze strandjes groen van kleur. In de nabijgelegen lagune zijn regelmatig flamingo’s te zien. Ook andere waadvogels, zoals regenwulpen en steenlopers, komen naar de lagune om naar voedsel te zoeken. De stranden worden soms door zeeschildpadden gebruikt om eieren te leggen. Langs het westelijke strand krioelt het in de branding soms van de stekelroggen die zich opwarmen in het ondiepe water.
 

Floreana
- Post Office Bay
- Baroness lookout

Post Office Bay is een historische locatie. De eerste walvisvaarders plaatsten hier een brievenbus om berichten achter te laten voor andere schepen en om brieven naar huis te sturen. De originele brievenbus is al lang niet meer aanwezig, maar nog steeds kunnen brieven worden gepost; de geschiedenis leeft er voort. Ook zijn in Post Office Bay de overblijfselen van een Noorse nederzetting zichtbaar die in 1926 werd gesticht. De omstandigheden waren echter buitengewoon ongunstig en na enkele jaren werd de kolonie verlaten. De belangrijkste redenen hiervoor waren het gebrek aan water en de slechte afzetmogelijkheden voor de gevangen vis. Door het transport naar de vaste wal werden de producten zo duur dat ze onverkoopbaar werden. Het is opmerkelijk hoe ‘armoedig’ – in biologische zin – Floreana er hier uit ziet in verhouding tot het landschappelijke en faunaspektakel van buureiland Española.

Mirador de la Baronesa is een heuvel aan de noordkant van Floreana in Olla Bay tussen Punta Cormorant en Post Office Bay. De site dank z'n naam aan het feit dat de heuvel een favoriete verblijfplaats was voor Barones Eloisa von Wagner. Tijdens een bezoek aan deze site wordt meestal een wandeling gemaakt naar het uitzichtpunt op de heuvel. Daarnaast wordt vaak een pangatocht gemaakt langs de kust waarbij vaak dieren als golden eagle rays, zeeschildpadden, zeeleeuwen harders en soms pinguïns kunnen worden waargenomen.
 

dag 10
9 aug

Santa Cruz
- Bahía Ballena 

Santa Cruz
- Cerro Dragón 

Cerro Dragon (Dragon Hill) ligt aan de noordkant van Santa Cruz. Deze locatie is genoemd naar de kolonie landleguanen die hier werd aangetroffen in 1975. Sindsdien is de populatie flink gegroeid mede dankzij een fokprogramma van het Darwin Station. Met enig geluk zijn de landleguanen te zien langs het pad dat loopt van de landingsplaats naar de top van Cerro Dragon. Ook zijn er enkele lagune's waar vaak kluten, pijlstaarteenden en soms flamingo's zijn te zien. Vanaf de top van Cerro Dragon heb je daarnaast een fraai uitzicht over het kustlandschap van het noorden van Santa Cruz.
 

dag 11
10 aug

Santa Cruz
- Caleta Tortuga Negra 

Caleta Tortuga Negra is een sterk vertakte inham van de zee die door mangroven wordt omzoomd. Het bezichtigen van Caleta Tortuga Negra vindt plaats vanuit de panga en dit keer wordt men geacht niet om zich heen, maar naar beneden te kijken. In het heldere water van de inhammen is een grote verscheidenheid aan zeedieren te zien. Het voornaamst zijn de groene zeeschildpadden waaraan de locatie haar naam dankt. Deze dieren zoeken dit gebied op om te paren en bijna iedereen krijgt wel een paar zeeschildpadden te zien. Bij uitzondering wordt ook de onechte karetschildpad waargenomen. Andere dieren die de inhammen bevolken zijn: witpuntrifhaaien, gevlekte adelaarsroggen, gouden roggen, papegaaivissen en egelvissen. Tussen de luchtwortels van de mangroven staan lavareigers te vissen en ook pelikanen en fregatvogels zijn algemeen.
 

Santa Cruz
- Playa las Bachas 

Playa Las Bachas ligt vlakbij het eilandje Baltra en 1 van de vliegvelden van Galápagos en is daarom bij vrij veel cruises een eerste stopplaats. Z'n naam dankt deze visitorssite aan de oude legercontainers die na de Tweede Wereldoorlog op dit strand zijn aangespoeld en waarvan nu nog delen als geraamtes uit het strand omhoog steken. Het is een mooi strand en een prima plek voor een eerste kennismaking. Er leven zeeleeuwen, zeeleguanen, lavareigers en in de lagunes achter het strand zijn regelmatig flamingo's te zien. Daarnaast is Las Bachas een van de belangrijkste neststranden van de groene zeeschildpad in Galápagos.
 

Bootreis deel 3 (Noorden en westen)
- Genovesa, Santiago, Isabela, Fernandina

dag 12
11 aug

Genovesa

Net als Española is dit een vogeleiland en wat de albatros is voor Española, is de roodpootgent voor Genovesa. De roodpootgents zijn niet beperkt tot dit eiland, maar hier leeft wel veruit de grootste kolonie. Bahía Darwin en El Barranco (Prince Phillip’s Steps) zijn de twee plaatsen die voor bezoekers zijn opengesteld. Samen met Punta Suarez op Española en Punta Espinosa op Fernandina, staat het eiland Genovesa wat ons betreft in de top drie van bezoekersplaatsen.

Wie voor anker ligt in de half verzonken vulkaankrater raden we zeker ook aan om te gaan snorkelen. Het water langs de steile wanden van de verzonken krater is helder en de diepe uitzichten spectaculair. Tussen de rotsen voor het strand van Bahía Darwin zijn vaak witpuntrifhaaien van dichtbij te zien.
 

Genovesa
- Bahía Darwin 

Bahía Darwin heeft een natte landing op een zandstrand. Direct langs het strand nestelen al roodpootgents, zwaluwstaartmeeuwen en fregatvogels. Verderop langs het pad zijn een aantal mooie heldere lagune’s waar vaak allerlei zeedieren te zien zijn. Wie een bezoek brengt aan Bahía Darwin moet ook zeker even de zee in gaan om te snorkelen. Tussen de rotsen in het ondiepe water voor het strand zijn vaak witpuntrifhaaien van dichtbij te zien.
 

Genovesa
- El Barranco 

Prince Phillip’s Steps, of ook wel El Barranco genoemd, heeft een droge landing op rotsachtige lava. Vanaf hier loopt een pad langs de broedkolonies van onder andere roodpoot- en maskergenten, kleine fregatvogels, zwaluwstaartmeeuwen, keerkringvogels en stormvogels. De kleine fregatvogels zijn van januari tot juli extra interessant omdat tijdens deze periode de mannetjes veelvuldig hun rode keelzak tonen. Prince Phillip’s Steps is daarnaast bekend om z’n enorme aantallen stormvogeltjes en het is eveneens een goede plaats om de Galápagoszeebeer te zien.
 

dag 13
12 aug

Santiago

Na Isabela, Santa Cruz en Fernandina is dit het vierde eiland van de archipel. Ondanks het formaat en de centrale ligging is Santiago het grootste onbewoonde eiland van de archipel. Er zijn vier bezoekersplaatsen; drie liggen aan de oostkant en één in het westen: Bahía Sullivan. Hier ligt een lavastroom van zo’n 100 jaar oud waarop erosieve krachten nog nauwelijks invloed hebben gehad. In de stroom is het plooien en buigen van de taaie pahoehoe-lava te zien. Ook zijn op verschillende plaatsen ‘hornitos’ te zien. Deze minivulkaantjes ontstaan doordat een hete lavastroom een luchtbel of watermassa insluit. Bij het ontsnappen van de stoom of de lucht vliegen spetters van de gloeiende lava omhoog en vormen zo een klein vulkaantje. Verder naar achteren loopt de stroom langs een door explosief vulkanisme ontstane vulkaankegel. Bij de overgang van de twee afzettingen lijkt het erop alsof de pahoehoe lava gisteren over het vulkanische gruis is uitgestroomd. De route gaat vervolgens achter een heuvel langs – vanwaar je prachtige uitzichten hebt op het door verschillende vormen van vulkanisme ontstane landschap – en keert dan terug naar de kust.
 

Santiago
- Bartolomé

Vlak voor de oostkust van Santiago ligt het kleine vulkanische eilandje Bartolomé. Via een droge landing komt u op het pad naar de top voor het beroemde uitzicht op de Pinnacle Rock met James en z’n vele vulkaankraters op de achtergrond. Op Bartolomé zelf zijn ook vele kleine vulkaankraters (spatovens) te zien. De andere landingsplaats is op het strand bij de Pinnacle Rock. Lavameeuwen, lavareigers en pinguïns zijn algemeen op de rotskusten en op het strandje achter de groene struiken komen van december tot april soms groene zeeschildpadden aan land om te zonnen. In het heldere water rond de Pinnacle Rock kan goed worden gesnorkeld. Met enig geluk valt hier de Moorish Idol te zien; een van de mooiste vissen uit de wateren van Galápagos. Ook zeeschildpadden en witpuntrifhaaien worden regelmatig waargenomen.
 

Santiago
- Bahía Sullivan

In 'Sullivan's Bay' ligt een lavastroom van zo’n 100 jaar oud waarop erosieve krachten nog nauwelijks invloed hebben gehad. In de stroom is het plooien en buigen van de taaie pahoehoe-lava te zien. Ook zijn op verschillende plaatsen ‘hornitos’ te zien. Deze minivulkaantjes ontstaan doordat een hete lavastroom een luchtbel of watermassa insluit. Bij het ontsnappen van de stoom of de lucht vliegen spetters van de gloeiende lava omhoog en vormen zo een klein vulkaantje. Verder naar achteren loopt de stroom langs een door explosief vulkanisme ontstane vulkaankegel. Bij de overgang van de twee afzettingen lijkt het erop alsof de pahoehoe-lava gisteren over het vulkanische gruis is uitgestroomd. De route gaat vervolgens achter een heuvel langs – vanwaar je prachtige uitzichten hebt op het door verschillende vormen van vulkanisme ontstane landschap – en keert dan terug naar de kust.
 

dag 14
t/m
dag 16

13 aug
t/m
15 aug

Isabela

Meer dan de helft van het totale landoppervlak van de archipel komt voor rekening van het eiland Isabela. Het J-vormige eiland wordt gevormd door vijf aan elkaar gegroeide vulkanen. De vulkaan Wolf is met 1707 meter de hoogste vulkaan van het eiland en tegelijk het hoogste punt van de hele archipel. Net als de Cumbre op Fernandina vertonen ook de vulkanen van het grootste eiland van de Galapagos nog altijd activiteit. Nog in 2005 vond bij de Sierra Negra vulkaan een eruptie plaats.
De grootste plaats op Isabela is Puerto Villamil met ongeveer 2000 inwoners. Vanaf de zee ziet het dorpje met z’n vele kokospalmen eruit als een willekeurig kuststadje ergens in het Caribische gebied. Toerisme rond Puerto Villamil is door de afgelegen ligging van het eiland en het ontbreken van een vliegveld vooralsnog zeer beperkt. Op het eiland liggen echter 10 bezoekersplaatsen waarvan enkele zeer de moeite waard zijn.
 

dag 14
13 aug

Isabela
- Humedales (Wetlands)

Humedales is het Spaanse woord voor 'wetlands'. De bezoekerssite van Humedales is een gebied met mangroven, moerassen en meren net even buiten het plaatsje Puerto Villamil. Het is een bezoekersplaats waar een aantal karakteristieke waad- en watervogels kunnen worden gespot zoals kluten, regenwulpen, pijlstaarteenden en waterhoentjes. De excursie naar deze bezoekersplaats is een een wandeling vanuit Puerto Villamil.
 

Isabela
- Muro de las Lágrimas

El Muro de las Lágrimas, of te wel de Muur van de Tranen, ligt in de buurt van Puerto Villamil. Deze 25 meter hoge muur is een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van Isabela. Een strafkolonie was tussen 1945 en 1959 op deze plek en hier werden gevangenen verplicht om deze muur, steen na steen te bouwen terwijl ze in isolatie van de rest van de wereld leefden. Duizenden gevangenen stierven tijdens de bouw, vandaar de naam El Muro de las Lágrimas.
 

Isabela
- Volcán Sierra Negra 

Om de immense krater van de Sierra Negra (6 tot 8 km in doorsnee!) te bezoeken, reist men eerst over de weg van Puerto Villamil naar Santo Tomas. Fitte wandelaars kunnen vanaf daar te voet naar de krater maar de meeste bezoekers kiezen ervoor dit te paard te doen. Onderweg zijn er goede kansen om vogels zoals de Galápagoshavik, velduil en de felgekleurde rode vliegenvanger te zien. Op de noordflank - iets verwijderd van de kraterrand - ligt Volcán Chicho; een kleine parasitaire vulkaankrater. De omgeving van Volcán Chico met z’n gekleurde vulkanisch gesteenten oogt als een maanlandschap en uit verschillende kraters en lavatunnels komen zwaveldampen omhoog. Bij helder weer ziet men vanaf hier schitterende uitzichten over de westkust en de vulkanen van Isabela en het eiland Fernandina.
 

dag 15
14 aug

Isabela
- Bahía Elizabeth 

Bahía Elisabeth is een bezoekersplaats waar meestal niet aan land wordt gegaan, maar waar in de panga een tocht wordt gemaakt langs verschillende rotseilandjes (Islas Marielas) en klifkusten waar pinguïns en lopende aalscholvers leven. Verder is Bahía Elisabeth bekend om z'n rijke onderwaterleven en heldere water. Ook snorkelaars hebben hier goede kansen op ontmoetingen met zeeschildpadden en roggen. Langs de kust liggen mangroven waar onder andere pelikanen nestelen.
 

Isabela
- Caleta Tagus 

Caleta Tagus is een kleine baai aan de westkant van Isabela waar in het verleden vele schepen ankerden, beschut tegen de harde winden. Op de rotsen rond de baai heeft de bemanning van de verschillende schepen de naam van het schip en het jaartal van hun aanwezigheid gegraveerd. Tijdens pangatochtjes langs de kust kunt u naast deze graffiti ook vaak pinguïns en andere kustvogels zien.
Vanaf een dry-landing loopt u een stukje over een rotspad omhoog tot bij een kleine krater waarin zich een zoutmeer heeft gevormd (Laguna Darwin). Het pad loopt verder door een vegetatie van o.a. palo santo, scalesia villosa en opuntia’s en eindigt op een topje wat een mooi uitzicht biedt op de andere kant van het eiland. Vanaf hier heeft u prachtige uitzichten op de vulkanen Wolf, Darwin, Alcedo, Sierra Negra en Cerro Azul.
 

dag 16
15 aug

Isabela
- Bahía Urbina 

De voornaamste attractie van Bahía Urbina - gelegen aan de voet van de vulkanen Darwin en Alcedo - is niet van biologische maar van geologische aard. Door een vulkaanuitbarsting van de Alcedo en de ermee gepaard gaande aardverschuiving in 1954 werd een stuk koraalrif opgetild tot boven zeeniveau. De koralen zijn ook nu nog heel goed als zodanig herkenbaar. Tot de dierlijke bewoners van Bahía Urbina behoren landleguanen en soms worden er ook reuzenschildpadden gesignaleerd. Langs de kust leven zeeleeuwen, zeeleguanen, lopende aalscholvers en pelikanen.
 

dag 16
15 aug

Fernandia
- Punta Espinoza 

Fernandina ligt in de regenschaduw van grote buur Isabela en is ondanks de grote hoogte (1463 m) een vrij droog eiland. Het hele eiland bestaat uit één nog steeds actieve vulkaan. In 1968 vond een enorme uitbarsting plaats, waarbij de top van de vulkaan werd weggeblazen. In de krater of caldera heeft zich een meer gevormd met een omtrek van 18 kilometer. De laatste uitbarsting van de vulkaan vond plaats in januari 1995. Het eiland vormt het leefgebied van grote aantallen landleguanen, waarvan de vrouwtjes ieder jaar naar de caldera van La Cumbre trekken om hier hun eieren te leggen. Door de droogte, de onherbergzaamheid en de afgelegen ligging is Fernandina nooit gekoloniseerd geweest en het is in biologisch opzicht dan ook een van de meest oorspronkelijke eilanden.

Top Top Top! Punta Espinoza is wat ons betreft een van de allermooiste bezoekersplaatsen van de Galápagos Eilanden. Voor degenen die Galapagos hebben leren kennen via oude plaatjesboeken met daarin foto's van rotsen afgeladen vol met 'prehistorische draakjes' is Punta Espinoza een must want dat is waar al die foto's gemaakt zijn. Naast grote aantallen zeeleguanen is het ook een van de weinige plekken waar de zeldzame lopende aalscholver altijd goed te zien is. Daarbij is bij helder weer het uitzicht over de straat van Bolívar op de platte schildvulkanen van Isabela ook zeer de moeite waard. De straat van Bolívar is daarbij de beste plek op Galápagos om walvissen en/of dolfijnen te spotten.
 

dag 17
16 aug

Santiago
- Playa Espumilla 

Playa Espumilla is een zandkleurig strand dicht bij Puerto Egas. Er is een mangrovegebied en er zijn twee zoute meertjes waar soms flamingo's en andere waadvogels kunnen worden gespot. Nog even verderop begint een droog palo santo bos. Daarnaast kan er op het strand van Playa Espumilla goed worden gezwommen.
 

Santiago
- Caleta Bucanero 

De naam Caleta Bucanero (Zeeroversbaai) is afkomstig uit de tijd dat piraten de eilanden gebruikten als uitvalsbasis. Deze beschutte inham werd door hen gebruikt om hun fregatten op te kalefateren. Caleta Bucanero heeft een landingsplaats, maar meestal wordt alleen een pangatocht langs de vele met zeevogels bevolkte kliffen gemaakt. Playa Espumilla is een bruin lavastrand. In het gebied achter het strand liggen enkele meertjes waar waadvogels kunnen worden gesignaleerd. Landinwaarts loopt een pad door vegetatie van de overgangszone.
 

Santiago
- Puerto Egas (James Bay)

Deze (top)plek hebben we in 1993 bezocht. Nu helaas niet.
Puerto Egas met z’n prachtig geërodeerde tufsteenkust is zonder twijfel een van de mooiste bezoekersplaatsen van Santiago. Rondom de baai liggen spectaculair geërodeerde tufsteenformaties. Voorheen was hier een zoutfabriek gevestigd, waarvan nog altijd resten aanwezig zijn. Landinwaarts loopt een pad langs de oude zoutmijn naar de top van een 395 meter hoge vulkaan. De top biedt een schitterend uitzicht over de kustlijn en het achterland. Dit pad wordt echter zelden door toergroepen gelopen. Het nu populaire pad loopt over een vlakke lavaplaat met afwisselend stukken tufsteen, pahoehoe en AA-lava. Erosie door de branding heeft geleid tot fraaie patronen in het tufsteen en kleurrijke keienstrandjes met lava vol gaten gemengd met brokken tufsteen. In deze plaat liggen vele inhammen, getijdepoelen en grotten. Deze worden bevolkt door grote aantallen Sally-Lightfoot krabben, zeeleguanen en waadvogels zoals regenwulpen, Amerikaanse scholeksters, steenlopertjes, drieteenstrandlopers en lavareigers. Zeeberen voelen zich uitstekend thuis in de koele, tegen de zon beschutte, grotten. De Fur Seal Grotto is dan ook dé plaats om ze te zien. In het verleden mocht hier ook worden gezwommen. Ter bescherming van de zeeberen is dit sinds enkele jaren niet meer toegestaan. Bij de grootste grot kan ook bijna altijd de kwak worden waargenomen. Na de grotten loopt het pad meer landinwaarts terug naar het strand. Vaak kan hier na afloop van de wandeling nog worden gesnorkeld met zeeleeuwen en de rotsformaties even buiten het strand zijn rijk aan kleine soorten bontgekleurde vissen.
 

dag 17
16 aug

Rábida

De aankomst op het rode zandstrand van Rábida te midden van zo’n 200 zeeleeuwen is indrukwekkend. Achter het strand ligt een lagune waar de Bachelors of Rábida hun wonden likken. De mannetjes rond deze lagune hebben (net als de mannetjes zeeleeuwen op de zuidpunt van Plaza Sur) de strijd om de territoria en de vrouwtjes tijdelijk opgegeven en gebruiken de lagune om uit te rusten. Langs de oevers van de lagune zijn regelmatig de grauwe franjepoot, de drieteenstrandloper, de Amerikaanse scholekster en andere waadvogels te zien. Soms zitten er ook flamingo’s.

Na het volgen van een wandelpad wordt een lavakust bereikt. In het verleden mocht hier worden gesnorkeld, maar de klifkust is sinds enkele jaren afgesloten omdat de blauwvoetgents en zeeleguanen die er leefden sterk in aantal achteruit gingen. Het rode lavapad loopt vervolgens verder door een vegetatie van hoofdzakelijk palo santo en schijfcactussen naar een uitzichtpunt over het strand en de lagune. Vanaf de top gaat het pad naar beneden waar het uitkomt bij het einde van het strand. Hier mag nog wel langs de rotsen worden gesnorkeld en heeft u vaak goede kansen om de groene zeeschildpad te zien.

Soms wordt Rábida ook aangedaan door duikcruises er wordt dan meestal gedoken aan de westkant van het eiland bij West-Cove. Het is een goede plek voor ontmoetingen met zeeleeuwen, adelaarsroggen, witpuntrifhaaien en Galapagoshaaien.
 

dag 18
17 aug

Daphne

Daphne is de populaire naam voor het grootste van de twee vlak bij elkaar gelegen eilandjes Daphne Major en Daphne Minor. Beide eilandjes zijn sterk geërodeerde vulkanen die met steile wanden uit de zee oprijzen. Tegenwoordig zijn toeristische landingen op Daphne niet meer toegestaan. De voornaamste bewoners zijn vogels zoals Galapagos vinken, blauwvoet- en maskergents en keerkringvogels. Is Daphne als bezoekersplaats opgenomen in een route dan wordt meestal een rondvaart rond het eiland gemaakt waarbij de gidsen uitleg geven over de geschiedenis van het eiland en het fascinerende vinkenonderzoek van Peter en Rosemary Grand.
 

Website bovenstaande info

http://www.anderlicht.nl/puerto_ayora_galapagos.html