ANTARCTICA REISVERSLAG
2003 |
Dag 8 - dag 12 : Deception Island tot South Georgia |
<Dag
1 t/m dag 7> |
<Dag
8 t/m 12> Deception tot South Georgia |
<Dag
12 t/m 22 South Georgia |
Dag 8 : Zaterdag 1 maart 2003 - Deception Island | |
|
|
Het is inderdaad een onrustige nacht geweest. Als we bij Deception Island
aan komen zijn de condities net goed genoeg om de caldera binnen te varen.
Deception Island is een vulkaaneiland waarvan de kern vol gelopen is met
zeewater. De ring heeft een diameter van bijna 15 kilometer. Aan één
kant is de wand weg geslagen Deception Island is veel gebruikt door walvisvaarders, die hier vanaf 1912 een beschutte plaats vonden en in de krater zelfs een walvisstation bouwden. In 1969 barste de vulkaan echter uit en een modderstroom verwoestte het walvisstation. Charles, één van onze gidsen, heeft hier met een klein vliegtuigje (een Sea Otter) nog mensen geëvacueerd. Als we de krater in varen ligt er een dun tapijt van verse sneeuw op de stranden. Een teken dat de zomer zijn eind nadert. Midden in de kraterzee zien we Humpback whales (bultruggen) zwemmen. Tot tweemaal toe springt er eentje uit het water. Het is helaas te ver weg om het goed te kunnen zien. We gaan bij Neptune's Window aan land. Hier is het verlaten en vervallen walvisstation. Op het zwarte lavastrand liggen kleine pelsrobben en een Weddell Seal. Ook zijn er een paar Gentoo pinguïns te zien. Het walvisstation en de hangar zeggen ons weinig. We zijn wat dat betreft cultuurbarbaren. We lopen een stukje over het zwarte strand en stoppen bij elke pinguïn en pelsrob. Op een helling heeft zich in de sneeuw een kleine Gentoo pinguïn kolonie gevestigd. Sommigen zijn helemaal ondergesneeuwd en hebben in een kuiltje beschutting gevonden tegen de koude, snijdende wind. Als we er naar toe lopen zakken we tot onze knieën in de sneeuw. Met de boot varen we om 10:15 naar Pendulum Cove, aan de ander kant van de krater. Hier borrelt heet water uit de poreuze aardbodem in het ijskoude water. Er wordt een kuil gegraven waardoor er een ‘Hot Tube' ontstaat met een lekker temperatuurtje. De meeste kunnen de verleiding niet weerstaan om op Antarctica een duik in het water te nemen. Leuk om thuis te vertellen, maar gelukkig houden ze bij ons thuis niet van die prietpraat zodat wij lekker onze warme kleren aan houden. De ‘helden' krijgen een prachtige oorkonde die tijdens de sherry trots getoond kan worden. Als we Deception Island verlaten komen we de eerste uren veel walvissen tegen. De meeste laten zich na een korte ‘spuit' niet meer zien. Hoewel we denken met Humpback whales (Bultruggen) van doen te hebben zien we geen enkele keer een staart uit het water steken. |
|
Halverwege de middag arriveren we bij Half Moon Island. Het is prachtig weer en de tienduizenden kinband pinguïns lachen ons al toe op de steile hellingen van het kleine eiland. De omgeving is schitterend. Een schitterend panorama van gletsjers en besneeuwde bergen moeten voor een perfecte middag zorgen. We staan al klaar om in de zodiacs te gaan als Tony besluit dat er te veel wind staat om van boord te gaan. We zijn perplex. De boten liggen al in het water en de zodiac bestuurders lijken geen enkel probleem te hebben. Dat belooft niet veel goeds voor South Georgia. Daar is altijd wel een zuchtje wind. Als Tony alleen aan land gaat bij windstil weer, dan zullen er wel extreem veel landingen uitvallen. Tony maakt het helemaal bont als hij weigert vlak langs Half Moon Island te varen om in ieder geval vanaf zee de grote pinguïnkolonie te bekijken. Wat een sukkel. Vanaf een grote afstand nemen we wat foto's van de stipjes in de verte, waarna we ons weer concentreren op de vele mooie ijsbergen. Na een weinig interessante film over ijs in Antarctica maken we ons op voor het diner. Het is een Franse avond, compleet met stokbrood, Franse kaas en Franse gerechten. We zitten weer aan tafel met Ed, Tineke en Henk en hebben het heel gezellig samen. De avond wordt besloten met het 4 e deel van de Shackleton film. |
|
Dag 9: Zondag 2 maart 2003 - Weddelzee / Devil Island / Paulet Island | |
|
|
Via de Bransfield straat varen we naar de andere kant van het Antarctisch
schiereiland. Hier bevindt zich de Weddelzee. Deze zee ligt in
een enorme inham waardoor er minder stroming is. Als gevolg In de zomermaanden kun je een heel eind de Weddelzee opvaren met een ijsbreker. Omdat de inham zo diep het continent in steekt probeerde Shackleton hier aan land te gaan. Hij wilde als eerste Antarctica oversteken en probeerde zo ver mogelijk met de expeditie te starten. Helaas kwam hij vast te zitten werd zijn boot gekraakt. Na een overwintering op het ijs wist hij met zijn 28 koppige bemanning met reddingsboten te ontsnappen naar Elephant Island. Om 5 uur staan we al op het dek. Het sneeuwt licht. We
trotseren de kou en genieten urenlang van de
Om half negen bereiken we Devil Island. De baai ligt vol met ijsbergen,
waar we met de zodiacs doorheen moeten om aan land te komen. Een heerlijk
tochtje. Op het eiland hebben we een paar uur de tijd. Het heeft gesneeuwd
en er ligt een dunne witte mat over het eiland. Voor de pinguïns het
eerste teken dat de zomer er op zit. De meeste jongen zijn al met hun ouders
de zee opgetrokken. Een paar weken geleden zag het hier nog zwart van de 200.000
Adelie pinguïns. Nu haasten zich nog
slechts enkele tientallen ouders om hun jongen nog winterklaar te krijgen.
We lopen ook een stukje langs het strand. We moeten ons een weg banen door de gestrande ijsbrokken. Een onwerkelijk landschap. Een Adelie pinguïn baant zich een weg door de brokken en wordt door ons aan alle kanten uitgefotografeerd. Er ligt ook een helder stuk ijs tussen de witte brokken. De zon schijnt er prachtig op, waardoor we een foto kunnen nemen die zonder meer op de voorkant van de National Geographic kan. |
|
![]() ![]() |
|
Na een paar uur puur genieten varen we met de zodiac terug naar de boot. We hebben gelukkig Mike als bestuurder. Hij vaart ons rakelings langs de vele gestrande ijsbergen. Schitterend. Bij een bijna afgesleten ijsberg vaart hij naar ‘binnen'. Onder de boot van het ‘meertje' is het helder lichtblauw. Helemaal Ien haar kleurtje. Hij doet even de motor uit waarna we alleen nog maar het geklots horen van de golven die tegen de ijsberg aan kabbelen. De Orlova vaart verder de Weddelzee in. We willen naar
Snow Hill Island. Ter hoogte van dit eiland moest Shackleton de ijsschots,
waarop ze de winter hebben doorgebracht, verlaten. Hoe verder zuidelijk we
varen, hoe dichter het ijs wordt. De Orlova is geen ijsbreker en moet ver
uit de buurt blijven van het ijs. Als de kapitein het te gevaarlijk vindt
worden, keert hij de boot en varen we terug. Blijkbaar hebben we naast een
verkeerde reisleider ook al de verkeerde boot te pakken, Als alternatief bezoeken we nu bij het puntje van het Antarctisch schiereiland het bekende Paulet Island. Dit eiland wordt eerder in het seizoen door veel schepen bezocht vanwege zijn enorme Adelie pinguïn kolonie. Rond deze tijd zijn ze allemaal vertrokken en kun je alleen nog in hun stront rond banjeren. Op het strand liggen een paar Weddel seals en we komen het eerste zeeolifant vrouwtje tegen. Op een rots proberen de laatste blauwoog aalscholvers, waarschijnlijk tevergeefs, hun te laat geboren jongen nog voor de winter groot te brengen. We zien op Paulet ook de resten van een stenen huisje. Hier hebben twee leden van de gestrande Nordenskjold expeditie noodgedwongen overwinterd. Op de weg terug naar het schip vaart de zodiac plotseling een gekantelde ijsberg in. Er heeft zich een grot gevormd met turquoise lichtgevende wanden. Een unieke ervaring, die de ervaren bemanning ook nog niet eerder heeft meegemaakt. Vooral Ien gaat helemaal uit haar dak en weten met succes een tweede bezoekje te ritselen. Als de Orlova de Weddelzee uit vaart zijn we weer terug in de Ross Sea. We blijven tot laat in de avond op het dek staan om te genieten van de ijsberg parade. Zelfs de perfecte maaltijd wordt naar binnen geschrokt om maar zo min mogelijk van het spektakel te missen. |
|
Shackleton |
|
![]() |
![]() |
|
|
Dag 10 : Maandag 3 maart 2003 - Elephant Island / Scotia Sea | |
|
|
Tijdens de nacht passeerde een sneeuwstorm ons schip, waardoor het dek een witte coating kreeg. Als we wakker worden is de storm echter gaan liggen en bevinden we ons in de kalme wateren van de Bransfield straat. Tot onze aangename verrassing zijn we nog steeds omgeven door grote tafelbergvormige ijsbergen.
De afgelopen 10 jaar is het de staf slechts drie keer gelukt te landen op Elephant Island. De zee is doorgaans te onrustig en met Tony als leider heb je überhaupt weinig kans. Ook nu is het niet echt rustig, maar als de kapitein de boot iets draait heb je een bijna gladde zee aan de achterkant van de boot. Mick en Mike gaan het eiland verkennen en vinden een rustige baai. Om half twaalf gaan we het proberen! Het eiland stelt volgens Tony niets voor, zodat we slechts even voet aan wal gaan zetten op de plaats waar Shackleton zoveel historie schreef. Er staat een klein briesje en de zodiacs maken af en toe een klap op het
water. Het ziet er veel wilder uit dan eergisteren bij Half Moon Island,
maar n Elephant Island blijkt al snel meer te zijn dan het ‘niets' van Tony. Die man heeft geen flauw besef wat zijn passagiers leuk vinden. Op de hellingen bevinden zich grote kinband pinguïn kolonies en op het strand liggen grappige zeeolifanten en Weddel seals. Op de zee rusten veel Pintado petrels (meeuw). Na een paar minuten worden we al weer de zodiacs ingedreven. Het ging de leiding alleen maar om dat voetje aan land te kunnen zetten en ze zijn blind voor de schoonheid van het eiland. Ik vind Tony een steeds grotere sukkel en erger me dood aan hem. Door zijn ongeïnteresseerde houding heeft Ien iets moois gemist. Er is nog geen landing geweest zonder zijn zenuwachtige ‘go-go-go'. Het wordt echt tijd voor hem om met pensioen te gaan. Na de lunch varen we in een heerlijk zonnetje langs de volle lengte van Elephant Island. Nadat we bij Point Valentine Elephant Island achter ons laten, verlaten we ook Antarctica en varen we de Scotia Sea op. Deel 1 van de reis zit er op. We maken ons op voor South Georgia, het eiland waar we al jaren van dromen. |
|
Dag 11 : Dinsdag 4 maart 2003 - Scotia Sea / South Orkney Islands | |
|
|
De zee is rustig en het bleke zonnetje voelt
heerlijk aan op het dek. Tot ons grote genoegen zien we nog steeds veel grote
ijsbergen om ons heen. Het moet hier ook erg visrijk zijn, want er zijn continue
groepen jagende pinguïns in het water te bespeuren. Soms rusten ze even
uit op een ijsberg, waarbij we ons soms afvragen hoe ze er op geklauterd
zijn. De concentratie ijsbergen wordt groter en groter als we de South Orkney eilanden bereiken. Uit de Weddelzee drijvende ijsbergen stranden hier in het ondiepe water. We verheugen ons al op de aangekondigde zodiac cruise door de ijsbergen, maar Tony zegt er geen tijd voor te hebben. Het zou onze tijd op South Georgia verminderen, waardoor we daar minder landingen zouden kunnen maken. Lulkoek natuurlijk. Gewoon geen zin in dat gedoe. Hij heeft het ten slotte al lang gezien. Nu besluiten we onderlangs te varen om het spektakel vanuit de Orlova te aanschouwen. Het is prachtig weer, maar de kapitein vindt de ijsschotsen concentratie te hoog en durft niet door het gebied. Terug dus en toch langs de andere kant, waarbij de kapitein wel een erg grote boog om het eiland maakt met om de paar kilometer een ijsberg. Hoewel we dus teleurstellend weinig van de South Orkneys te zien krijgen
vermaken we ons opperbest. De ijsbergen zijn te mooi om de dag te laten verpesten
door het gestuntel van de Als we de South Orkneys verlaten en in dieper water komen blijven de talrijke ijsbergen ons omringen. Het zonnetje schijnt op ons bolletje en we staan urenlang op het dek te genieten van al dat moois. We zijn met negen Nederlanders aan boord en die zijn vaak op het dek te vinden. Vooral Ed is er niet weg te slaan. Hij tuurt de horizon af op zoek naar walvissen en vogels. Hij ziet soms tientallen walvissen per dag. Meestal erg ver weg en niet meer dan een spuitje. |
|
Dag 12 : Woensdag 5 maart 2003 - Scotia Sea / Varen naar South Georgia | |
|
|
Deze dag lijkt op papier heel erg saai. Een vaardag naar South Georgia. We verwachten er weinig van, maar als we 's morgens aan dek gaan is de zee erg kalm, staat er een heerlijk zonnetje en varen we tot onze grote verbazing nog steeds tussen talrijke ijsbergen. Een teken dat we ons nog steeds in de koude wateren rond Antarctica bevinden. Als ijsbergen namelijk de ‘Antarctic Convergence' passeren is het water plotseling een paar graden warmer en smelt de ijsberg razendsnel. We staan dus weer een groot deel van de dag op dek. Heerlijk. Driemaal per dag is er een presentatie. Vanmorgen gaan we kijken wat John te zeggen heeft over de vogels van South Georgia. Hij steekt een humoristisch verhaal af over Koningspinguïns, Macaroni pinguïns en diverse albatrossen. Een heerlijk enthousiaste vent. Na het avondeten is het over met het rustige weer. Het begint te waaien en de deining wordt voelbaar groter. We naderen South Georgia.
|
|